Antarctische sneeuw onnauwkeurig temperatuurarchief
30 januari 2006
Temperatuurfluctuaties op seizoen- en jaarbasis worden in Antarctica
niet nauwkeurig opgeslagen in de samenstelling van sneeuw, concludeert
NWO-promovendus Michiel Helsen. Zijn onderzoek naar de
isotoopsamenstelling van de Antarctische sneeuw legt de complexiteit
van klimaatreconstructies bloot. Helsen promoveert op 8 februari aan
de Universiteit Utrecht.
Polaire ijskappen bevatten waardevolle informatie over het klimaat op
aarde. Ter verbetering van de interpretatie van diepe ijskernen uit de
Antarctische ijskap, onderzocht promovendus Michiel Helsen in hoeverre
meteorologische gegevens worden opgeslagen in de samenstelling van
sneeuw. Hij toont aan dat jaarlijkse temperatuurvariaties op
Antarctica niet nauwkeurig uit ijskernonderzoek te reconstrueren zijn.
De condities tijdens sneeuwval zijn niet representatief genoeg voor
het gemiddelde weer gedurende een jaar.
Uit zijn onderzoek blijkt ook dat temperatuurverschillen over het hele
continent Antarctica weliswaar een grote invloed hebben op de
samenstelling van de sneeuw, maar dat dit ruimtelijke verband sterk
varieert. Hierdoor is een simpele omrekening van fluctuaties in
sneeuwsamenstelling naar veranderingen in lokale temperatuur
onbetrouwbaar.
'Zware' of 'lichte' sneeuw?
Bij klimaatreconstructies kijken onderzoekers vooral naar variaties in
het gewicht van de watermoleculen in ijs, de zogenaamde
isotopenwaarden. Verschillen in isotoopsamenstelling van neerslag
ontstaan door condensatiecycli tijdens atmosferisch transport:
zwaardere watermoleculen regenen eerder uit dan lichtere. Hierbij
speelt atmosferische temperatuur een grote rol. Helsen simuleerde dit
proces met behulp van recente meteorologische gegevens. De Utrechtse
onderzoeker toont hiermee aan dat temperatuurverschillen over
Antarctica weliswaar een groot deel van de waargenomen variaties in
isotoopwaarden verklaren, maar dat het ruimtelijke verband tussen
temperatuur en isotopenwaarde sterk varieert van plaats tot plaats.
De heersende omstandigheden tijdens sneeuwval bepalen het
klimaatsignaal dat wordt opgeslagen in het sneeuwpakket. Dit kan een
probleem opleveren, want een flinke sneeuwbui doet zich maar zelden
voor in het binnenland van Antarctica. De kilometers dikke ijskap
fungeert namelijk als een barrière voor depressies die sneeuw brengen.
De condities tijdens sneeuwval zijn niet representatief voor het
jaargemiddelde weer. Slechts gemiddelden over meerdere jaren zullen
betrouwbare klimaatgegevens uit ijskernen opleveren.
Helsen benadrukt de complexiteit van isotoopvariaties in de
hydrologische kringloop, zelfs in een relatief stabiel gebied als
Antarctica. Een aanbeveling voor medeklimatologen: wees voorzichtig
met kwantificering van klimaatsignalen over enkele jaren op basis van
ijskerngegevens.
Onderzoek op Antartica
Zeer waardevol voor het onderzoek waren gegevens van enkele
automatische weerstations, die het Instituut voor Marien en
Atmosferisch onderzoek Utrecht (IMAU) al jaren lang op Antarctica in
bedrijf heeft.
Klik op de afbeelding voor een grotere versie.
..........................
Meer informatie bij:
* Michiel Helsen (IMAU - UU)
* t: +31 (0)30 253 3155, m.m.helsen@phys.uu.nl
* promotie 8 februari, promotor prof. H. Oerlemans
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek