Cito

Arnhem, 18 januari 2006

Citotoets 7, 8 en 9 februari

Net als vorig jaar neemt 85 procent van de basisscholen op 7, 8 en 9 februari de Citotoets af. Op ongeveer 6.400 scholen maken ruim 162.000 achtste groepers de toets, die officieel Eindtoets Basisonderwijs heet. De toets wordt door deelnemende basisscholen gebruikt als `tweede onafhankelijk gegeven'. De toets meet leervorderingen en sluit aan bij gangbare leerstof. In de week van 6 maart ontvangen scholen de resultaten.

De Citotoets is een hulpmiddel voor leerkracht, ouder en kind bij het maken van de keuze voor een passend brugklastype. De toets voorziet in een onafhankelijk advies naast het advies van de basisschool en de wens van ouders en leerling. De meeste Nederlandse basisscholen gebruiken hiervoor de Citotoets, maar het staat basisscholen vrij een andere toets te gebruiken.

Basisvaardigheden
De Citotoets bestaat uit 200 meerkeuzevragen over de basisvaardigheden Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden. Bijna 90% van de deelnemende scholen maakt ook het facultatieve onderdeel Wereldoriƫntatie, dat uit 90 opgaven bestaat. Juist omdat de toets zich vooral richt op basisvaardigheden is extra voorbereiding, anders dan kennismaking met de toets en het type vragen, niet nodig.

Onafhankelijk gegeven gebaseerd op onderzoek
De Citotoets geeft een onafhankelijk advies. Dit is een centraal kenmerk van de toets. Om die reden wordt de inhoud van de toets jaarlijks compleet vernieuwd. Veel basisscholen gebruiken naast de Citotoets een leerlingvolgsysteem dat bestaat uit toetsen die meerdere jaren worden gebruikt. Beide leveren de leerkracht belangrijke gegevens, maar er is een verschil. De Citotoets maakt het mogelijk het advies van de basisschool te vergelijken met een op onderzoek gebaseerd, onafhankelijk gegeven. De toetsen in een leerlingvolgsysteem geven waardevolle informatie over vorderingen van leerlingen, maar zeggen niet wat die vorderingen zouden kunnen betekenen voor de keuze van een passend brugklastype.