Minder daklozen, minder overlast: betere opvang en zorg
Persbericht, 7-2-2006
In 2010 moet tenminste 60 procent van de 10 duizend daklozen (in de
vier grote steden) onder dak zijn. Dakloosheid als gevolg van
uithuiszettingen of detentie moet fors minder worden. En de overlast
moet ook minder worden. Die ambitie hebben het kabinet en de vier
grote steden neergelegd in een plan van aanpak Maatschappelijke
opvang, dat vandaag is gepresenteerd in het opvangcentrum van het
Leger des Heils in Den Haag. Rijk en gemeenten willen zo een eind
maken aan het op straat zwerven en het verkommeren en verloederen van
daklozen, psychiatrische patiënten en verslaafden. Tegelijkertijd
wordt zo ook de overlast en de criminaliteit in de openbare ruimte
beperkt.
Het plan van aanpak bestaat uit `niet-vrijblijvende' afspraken met
daklozen en verslaafden over zorg, huisvesting en eventueel werk. Over
zeven jaar moeten daardoor de overlast, verloedering en criminaliteit
die ze nu nog veroorzaken, drastisch zijn verminderd.
Concreet komen de ambities van het kabinet en de vier grote steden op
het volgende neer:
* Voor 2010 is voor alle 10.000 daklozen in de vier grote steden een
trajectplan opgesteld. Hiermee zijn ze zover als mogelijk voorzien
van inkomen, zorg en werk. Daarnaast heeft in 2010 minimaal zestig
procent van de groep passende huisvesting.
* Dakloosheid door uithuiszettingen is in 2008 gedaald tot minder
dan dertig procent van het aantal in 2005.
* Dakloosheid door detentie komt (vrijwel) niet meer voor.
* Bij een groot deel van de doelgroep is overlastgevend gedrag
verminderd, conform de doelstelling van de Veiligheidsmonitor,
namelijk tot maximaal 75 procent van het huidige niveau in zeven
jaar.
In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht gaat het om tienduizend
mensen in een zeer kwetsbare situatie. Ongeveer de helft van hen
zwerft op straat. Iedere dakloze krijgt een eigen behandelplan en een
begeleider toegewezen. Aan hen wordt alleen zorg geboden als deze
zinvol is: geen therapietrajecten als de kans dat ze helpen laag is.
De huisvesting gaat plaatsvinden in passende nieuwe woonvormen,
waarbij van de meest eenvoudige voorziening wordt uitgegaan. Voor wie
opgenomen moet worden zullen voorzieningen in de sfeer van gebouwen zo
doelmatig mogelijk worden gecreëerd en op verantwoorde wijze sober
uitgevoerd, bij voorkeur in bestaande gebouwen.
Voor het plan Maatschappelijk Opvang is een bedrag nodig dat oploopt
tot 175 miljoen Euro in 2009. Voor Amsterdam en Rotterdam elk 50
miljoen, Utrecht en Den Haag beide 32 miljoen Euro. Hieraan zullen
Rijk en steden beide bijdragen. Tweederde deel komt uit de AWBZ door
uitbreiding van de voorzieningen voor beschermd wonen en duurzaam
verblijf. Het resterende deel komt uit de gemeenten door ondermeer
uitbreiding van de opvangvoorzieningen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport