jeugdbescherming
Provincie stelt 714.000,- euro extra beschikbaar voor jeugdbescherming
7 februari 2006
Jeugd mag niet de dupe worden van gebrekkige financiering door het
Rijk
In de provincie Groningen is in 2005 de vraag naar jeugdbescherming
(voogdij en onder toezicht stelling) en jeugdreclassering met 18%
gestegen. De verwachting voor 2006 is een verdere stijging met 15%.
Door de gebrekkige financieringsmethode van het Rijk krijgt de
provincie te weinig geld. Bureau Jeugdzorg kan de stijgende vraag hier
niet mee opvangen. Dit betekent minder aandacht voor de jongere die de
hulp nodig heeft en grote kans op wachtlijsten. De provincie Groningen
wil de jeugd niet de dupe laten worden van dit probleem, en stelt voor
2006 EUR 714.000,- extra beschikbaar. Dit terwijl nog onduidelijk is
of het Rijk het ingediende bezwaar tegen de ontoereikende uitkering
zal toekennen.
Met de invoering van de Wet op de Jeugdzorg op 1 januari 2005 is de
verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de justitiële taken
overgedragen door het Ministerie van Justitie aan de provincie. Het
gaat dan bijvoorbeeld om jeugdbescherming - voogdij en onder toezicht
stelling (OTS) - en jeugdreclassering.
Stijging in Groningen hoger dan landelijk
Landelijk stijgt de vraag naar deze justitiële taken. Dit komt o.a.
doordat gezinsvoogden onder invloed van incidenten in de jeugdzorg
steeds vaker en sneller uit huis plaatsen, omdat zij geen risico meer
willen nemen. Landelijk groeit de vraag naar jeugdbescherming met
9,5%, maar Groningen is een van de vijf provincies waar de vraag veel
sneller stijgt: in 2005 met 18% en in 2006 wordt een stijging van 15%
verwacht. De oorzaak hiervan is onbekend en de provincie gaat dit dan
ook nader onderzoeken.
Gebrekkige financieringsmethode
De stijging zorgt voor financiële problemen bij de jeugdzorg. De
rijksvergoeding die de provincie krijgt in het jaar T is namelijk
gebaseerd op het aantal jeugdigen dat één jaar geleden is geholpen
(T-1). Dit betekent dat in geval van een sterke stijging een permanent
financieringstekort ontstaat, dat alleen kan worden ingelopen wanneer
de vraag weer daalt. Deze gebrekkige financieringsmethode is niet
toegesneden op de dagelijkse praktijk en kan leiden tot wachtlijsten.
Van het Bureau Jeugdzorg wordt immers verwacht dat het nu de benodigde
capaciteit inzet en financiert.
Verhoging caseload onaanvaardbaar
In 2005 heeft Bureau Jeugdzorg dit probleem opgelost door een
verhoging van het aantal cliënten per hulpverlener (caseload) tot 10%
boven de norm. De provincie vindt het echter onaanvaardbaar om hiermee
door te gaan, omdat dit minder aandacht voor de jongere betekent. Dit
is ook strijdig met de wens van Minister van Justitie Donner de
caseload juist naar beneden te dringen (invoering Deltaplan).
Bezwaar op korte termijn geen resultaat
Inmiddels heeft de provincie bezwaar gemaakt tegen de toekenning van
de ontoereikende uitkering van het Rijk voor 2005 (EUR 160.000,- te
weinig) en 2006 (EUR 714.000,- te weinig). Omdat de provincie niet wil
dat de jongeren die jeugdbescherming nodig hebben de dupe worden van
dit probleem, wacht zij het besluit van het Rijk niet af. Gedeputeerde
Staten hebben nu besloten om ongeacht de uitkomst direct EUR 714.000,-
extra provinciale middelen beschikbaar te stellen aan Bureau Jeugdzorg
voor de uitvoering van de justitiële taken in 2006.
7 februari 2006
Provincie Groningen