Emancipatiebeleid departementen toe aan nieuwe impuls
Visitatiecommissie emancipatie
In het beleid van de departementen wordt te weinig aandacht gegeven aan
emancipatie-aspecten. Dit blijkt uit de tussenrapportage van de Visitatiecommissie
Emancipatie (VCE) die vandaag door minister De Geus van SZW, tevens coördinerend
bewindspersoon emancipatiebeleid, aan de Tweede Kamer is gezonden. Er wordt op de
departementen niet consequent nagedacht over gevolgen die het beleid kan hebben voor de
posities van vrouwen en mannen. Dit is mede toe te schrijven aan het feit dat op de
meeste departementen onvoldoende kennis aanwezig is om dit goed te kunnen doen. De VCE
heeft ook enkele positieve voorbeelden aangetroffen waarbij in regulier beleid wel
rekening wordt gehouden met emancipatoire effecten.
In 2001 verscheen het Kabinetsstandpunt Gender Mainstreaming. Daarin werd het uitgangspunt
neergelegd dat de departementen zelf verantwoordelijk zijn voor het integreren van
emancipatiedoelstellingen in regulier beleid, ook wel gender mainstreaming genoemd. De
VCE werd in september 2004 geïnstalleerd met de opdracht om na te gaan of alle
departementen hieraan voldoen en in hun algemene, voor iedereen geldende, beleid
voldoende aandacht aan emancipatie geven. Zij kijkt dus niet naar specifieke
emancipatiemaatregelen, die puur gericht zijn op het wegnemen van achterstanden en het
verbeteren van de positie van vrouwen. Dat gebeurt op verschillende terreinen, zoals mag
blijken uit het in december 2005 aan de Tweede Kamer toegezonden Meerjarenbeleidsplan
Emancipatie 2006-2010.
Uit het onderzoek van de commissie blijkt dat de aandacht voor gender mainstreaming bij de
departementen in veel gevallen wegzakt als er binnen het departement geen centrale
stimulering en ondersteuning is. Van het nastreven van emancipatiedoelen binnen het
reguliere beleid blijkt dan weinig over te blijven. De commissie heeft bovendien
vastgesteld dat ook de interdepartementale ondersteuningsstructuur sterk aan kwaliteit en
intensiteit heeft ingeboet en constateert hier tevens een relatie met de teleurstellende
resultaten die uit de eerste fase van het visitatieonderzoek naar voren komen.
De commissie heeft vastgesteld dat op veel departementen de noodzakelijke voorzieningen
voor emancipatiebeleid en gender mainstreaming ontbreken of nauwelijks functioneren.
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het formuleren van duidelijke departementale
emancipatiedoelstellingen, het opzetten van een interne emancipatiecommissie of van een
netwerk van contactpersonen, het vastleggen van verantwoordelijkheden en aandacht voor
deskundigheidbevordering bij beleidsmedewerkers. Dit leidt ertoe dat veel
beleidsmedewerkers en leidinggevenden zich niet bewust zijn van hun verantwoordelijkheid
om waar mogelijk in hun eigen werkzaamheden de kabinetsdoelstellingen op het terrein van
emancipatie te realiseren. De noodzakelijke kennis en het inzicht om dit te kunnen doen
blijken op het merendeel van de departementen bij een te beperkt aantal ambtenaren
aanwezig.
De commissie heeft genoteerd dat op een aantal departementen wel degelijk een aantal goede
voorbeelden op het gebied van gender mainstreaming is te vinden. Het is daarom extra
jammer dat daarvan elders in het desbetreffende departement of binnen de rijksoverheid zo
weinig bekend is. De commissie heeft geconstateerd dat er in veel gevallen wél
aandacht wordt gegeven aan de positie van allochtone vrouwen .
De commissie beveelt de minister van SZW aan om de coördinerende en stimulerende rol
weer actief op te pakken. Het visitatieproces tot nu toe heeft bij de departementen
merkbaar weer beweging gebracht in het denken over emancipatie. Het gaande houden daarvan
is geen taak voor een tijdelijke commissie als de VCE, maar een permanente zorg voor de
politiek en ambtelijk verantwoordelijken.