Erfgenamen zaak Goudstikker: Voor ons komt de droom uit
Baker mc kenzie / oostwaard
ERFGENAMEN ZAAK GOUDSTIKKER: 'VOOR ONS KOMT DE DROOM UIT'
Beslissing staatssecretaris Van der Laan opent de weg voor teruggave schilderijen
Amsterdam, 06 02 2006 - De Nederlandse regering doet recht aan de erfgenamen van de
beroofde Joodse kunsthandelaar Jacques Goudstikker die in mei 1940 verongelukte op zijn
vlucht voor de nazi's. Nu staatssecretaris Medy van der Laan (OCW) het advies op
hoofdlijnen heeft overgenomen van de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen
en Tweede Wereldoorlog ('Restitutiecommissie') kan de historische misstand worden
rechtgezet die leidde tot de grootste claim op door nazi's geroofde kunstschatten in de
naoorlogse geschiedenis.
Er is besloten tot teruggave van 202 van de in Nederland overheidsbezit zijnde
schilderijencollectie van Goudstikker, die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd
ontstolen: zo'n 267 meesterwerken verspreid over tal van Nederlandse rijksmusea en
overheidsgebouwen. Deze schilderijen werden direct na de nazibezetting (mei 1940) geroofd
door rijksmaarschalk Hermann Goering persoonlijk. Na de Duitse capitulatie werden ze door
de geallieerde strijdkrachten opgespoord en overgedragen aan Nederland onder de
verplichting ze aan de rechtmatige erfgenamen terug te bezorgen. In plaats daarvan bleven
ze in bezit van de overheid.
Een droom wordt werkelijkheid
'Voor ons komt de droom nu uit', zegt de Amerikaanse Marei von Saher, als weduwe van
Goudstikkers zoon Edo de eerste erfgename. 'Sinds de regering in 1998 ons verzoek afwees,
zijn we permanent in gevecht geweest om in onze rechten te worden hersteld. Na acht jaren
van emotionele ups en downs hebben we nu eindelijk bereikt wat mijn schoonmoeder Desi
direct na de oorlog helaas niet voor elkaar kreeg. Haar missie om de naam Goudstikker te
zuiveren en zijn bezit terug te claimen is de mijne geworden. Ik had vurig gewenst dat
haar zoon Edo dit had kunnen meemaken, maar hij stierf minder dan een jaar na zijn
moeder. Toch ben ik verrukt dat Jacques' naam nu in de hele wereld weer genoemd. Zonder
de hulp van mijn toegewijde advocaten, kunsthistorici en vrienden zouden we niet zover
zijn gekomen. Door de zaak Goudstikker te ontrafelen, hebben ze mij teruggebracht bij een
heel bijzonder deel in het verleden van mijn familie waar ik weinig van wist.'
'Het is jammer dat het zo lang heeft moeten duren alvorens er besloten is tot teruggave
van schilderijen', zeggen de Goudstikker-advocaten prof. mr. Dick Schonis van Baker &
McKenzie en Jhr. mr. Roelof van Holthe tot Echten van Oostwaard Advocaten die acht jaar
lang voor teruggave hebben gestreden, 'maar we zijn verheugd over het rechtzetten van een
historische vergissing en we hopen dat de beslissing een stap voorwaarts is en ook andere
instellingen en particulieren in binnen- en buitenland zal aanzetten om ook andere
schilderijen terug te geven.'
Vergaande consequenties
De beslissing van Van der Laan heeft vergaande gevolgen. Ze erkent dat de Nederlandse
Staat tot teruggave van Goudstikkers collectie verplicht is. Daarmee is de weg vrij voor
teruggave van schilderijen uit de collecties van ten minste 17 rijksmusea die tot de top
van de Hollandse, Vlaamse en Italiaanse schilderkunst behoren. De Restitutiecommissie die
haar adviseerde tot terugave, wordt voorgezeten door oud-president van de Amsterdamse
rechtbank mr. B.J. Asscher. Zij oordeelde dat gemeten naar de huidige maatstaven het
rechtsherstel in de zaak Goudstikker niet naar behoren heeft plaatsgevonden en dat deze
fout moet worden rechtgezet. Schonis en Van Holthe tot Echten verklaren: 'Alhoewel we
blij zijn met de teruggave van 202 werken, zijn we teleurgesteld dat enkele schilderijen
die door mevrouw Von Saher worden geclaimd, niet worden gerestitueerd. Pas op het
allerlaatste moment hebben we het besluit van de staatssecretaris van OCW vernomen en we
zullen ons om die reden van verder commentaar onthouden tot we de gelegenheid hebben
gehad het advies van de commissie en de beslissing van de staatssecretaris uitvoerig te
bestuderen.'
Grote internationale belangstelling
De misstanden in de zaak Goudstikker zijn in de jaren 1996-1998 blootgelegd door de
Nederlandse onderzoeksjournalist Pieter den Hollander en hebben internationaal grote
publiciteit veroorzaakt. Zijn onderzoek maakte duidelijk hoezeer de naoorlogse restitutie
van geroofde kunst soms voorbij ging aan de individuele belangen van de slachtoffers. De
kwestie is beschreven in het boek 'De zaak Goudstikker' dat eind 1998 bij Meulenhoff
verscheen.
Uit diverse onderzoeken die sindsdien op last van de Nederlandse regering zijn uitgevoerd,
is gebleken dat de wijze van het uitvoeren van de taak van de Nederlandse overheid op het
gebied van het rechtsherstel kil en bureaucratisch is verlopen. Naar aanleiding daarvan
heeft de regering de Restitutiecommissie ingesteld om advies uit te brengen over claims
op kunstvoorwerpen die zich in beheer van de Nederlandse Staat bevinden. Thans is een
belangrijke stap voorwaarts gemaakt. De zaak heeft ook internationale consequenties nu
tevens pogingen worden ondernomen om verloren gewaande Goudstikker-schilderijen in het
buitenland terug te claimen. Mr. Lawrence Kaye (Herrick Feinstein, New York) houdt zich
met die terugvordering bezig.
International repercussion
Een aantal 'Goudstikker-werken' zijn reeds teruggegeven door overheden, musea,
privé verzamelaars, handelaren en veilinghuizen in Oostenrijk, Engeland,
Duitsland, Israel en de Verenigde Staten. Een paar sprekende voorbeelden zijn een
tekening van Edgar Degas, teruggegeven door het Israel Museum in Jeruzalem en een
stilleven van de 17-e eeuwse Nederlandse kunstschilder mevrouw Rachel Ruysch, dat het
afgelopen weekeinde aan de familie is teruggegeven door de Gemälde Galerie Dresden.
Meer dan 1000 gestolen Goudstikker werken zijn over de wereld verspreid geraakt. Er loopt
een internationaal onderzoeksproject om de ontbekende locaties van honderden kunstwerken
in kaart te brengen, dat wordt geleid door Clemens Toussaint, researcher op dit gebied.
Naast de reeds teruggegeven schilderijen, zijn tientallen kunstwerken gelocaliseerd in
musea over de gehele wereld. Onder deze werken zijn twee van de belangrijkste uit de
collectie Goudstikker, te weten 'Adam en Eva' van Lucas Cranach de Oudere in het Norton
Simon Museum in Pasadena, Californië en een belangrijk landschap van David Teniers
de Jongere in het Wallraf Richartz Museum in Keulen.
Kunsthandel uitgeleverd
Jacques Goudstikker overleed in mei 1940 toen hij Nederland per schip ontvluchtte met
achterlating van vrijwel al zijn bezittingen. Hij viel in een ruim van de ss Bodegraven
en brak zijn nek. Zijn gevolmachtigde dr. A. Sternheim was enkele dagen eerder overleden
en Goudstikker had geen nieuwe voorzieningen getroffen voor het beheer van zijn
bezittingen.
Direct na Jacques' vlucht stond Hermann Goering bij de firma Goudstikker op de stoep om
de collectie onder dreiging van confiscatie op te eisen tegen betaling van een luttele
twee miljoen gulden. Deze schijntransactie valt onder wat in het naoorlogs rechtsherstel
'gedwongen verkoop' heet. In de maanden na Goudstikkers vlucht leverden Jan Dik en Arie
ten Broek de kunsthandel vervolgens uit aan Goerings trawant de Duitse bankier Alois
Miedl onder verkrijging van een vorstelijke beloning van fl. 180.000,- ieder. Via een
reeks illegaal gebleken aandeelhoudersvergaderingen en schijntransacties maakte Miedl
zich daarna meester van Goudstikkers bezit: de handelsnaam, het deel dat na Goerings roof
nog restte van de kunstcollectie, het onroerend goed (kasteel Nijenrode in Breukelen, het
pand Herengracht 458 in Amsterdam en de buitenplaats Oostermeer in Oudekerk aan de
Amstel) én een groot aantal overige kunstvoorwerpen. Onder Goudstikkers
internationaal vermaarde naam vestigde Miedl een nieuwe kunsthandel waarmee hij tijdens
de oorlog miljoenen verdiende door de verkoop van schilderijen aan onder meer
hooggeplaatste nazi's in Duitsland. Hij verkocht ook vele werken naar andere landen.
Bittere strijd
In een bittere zeven jaar durende juridische strijd heeft Desi Goudstikker, in de periode
1946 - 1952, geprobeerd haar bezit zover mogelijk terug te krijgen. Een deel van de door
Goering geroofde schilderijen was na de oorlog in Duitsland
teruggevonden en overgedragen aan het Nederlands Beheersinstituut voor de verdere
restitutie. Aan het terugvragen daarvan is Desi niet toegekomen als gevolg van de wijze
waarop de Nederlandse rechtsherstelautoriteiten hun bevoegdheden uitoefenden.
Geconfronteerd met al deze deels nieuwe feiten, heeft Goudstikkers schoondochter Marei
von Saher in 1998 alsnog een claim op de Goering-schilderijen uitgebracht bij de
Nederlandse Staat.
Nadien heeft het kabinet de de commissie 'Herkomst Gezicht' onder leiding van prof. dr.
R.E.O. Ekkart ingesteld om de zaak nogmaals in kaart te brengen. Op grond van de door die
commissie aangegeven beleidslijnen heeft de Restitutiecommissie eind december 2006
geadviseerd dat de erfgenamen alsnog in hun rechten hersteld moeten worden. Dit advies is
door staatssecretaris Medy van de Laan nu in gewijzigde vorm overgenomen. Daarmee wordt 60
jaar na de oorlog eindelijk recht gedaan. Hierdoor gesterkt, zet de erfgename nu met extra
energie haar pogingen voort om geroofde Goudstikker-werken ook elders in de wereld terug
te krijgen.