Gemeente Dordrecht


---

Ondernemingsklimaat gestegen;
groei in Dordrechtblijft achter

Monitor Economie 2004: krachtdadige aanpak nodig

Leo den Otter

De jaarlijks Monitor Economie laat een verbetering van het ondetnemingsklimaat in Dordrecht zien. Tegelijkertijd blijkt wel dat de economische groei iets achter blijft bij de landelijke trend. Volens Van den Oever, wethouder Economische Zaken, toont de monitor aan dat er de komende jaren een krachtdadig aanpak nodig is om het tij te keren. "Vooral onze eigen dienstverlening verbeteren. Daarin scoren we niet best. Ik wil mij daar de komende jaren voor inzetten," aldus de wethouder.
Hoewel de export en investeringen in 2004 nog groei vertoonde; de omzet, winst en werkgelegenheid vertoonden een lichte daling. Deze cijfers kloppen ook met onderzoeksgegevens van de Rabobank, waarin duidelijk wordt dat de regio Zuid-Holland Zuid qua economsiche groei gewoon lager scoort dan gemiddeld.

Starters
Uit de cijfers blijkt onder meer dat Dordrecht een forse groep startende ondernemers kent. In 2001 lag het aantal starters nog ruiDe bedrijventerreinenm boven de 600 en lag het aantal opheffingen onder de 300. In 2003 lag het aantal starters en opheffingen rond de 500. Er vielen dus evenveel ondernemers af als er bijkwamen. De oorzaak ligt vooral in de recessie, die voor starters extra zwaar is, omdat zij nog geen reserves hebben kunnen opbouwen en deels omdat ze nog onvoldoende ervaring hebben. Daarmee wordt de noodzaak van het Menotorenproject ook weer duidelijk aangetoond.

Ruimte
De bedrijventerreinen in Dordrecht zorgen nog voor groei van werkgelegenheid. Dat wordt ook onderkend door de provincie Zuid-Holland. Die schat dat de vraag in de Drechtsteden tot 2020 op 230 hectare uitkomt, terwijl er momenteel 150 hectare beschikbaar is.

De ontwikkeling op de kantorenmarkt is gecompliceerd. Alle gemeenten binnen de Drechtsteden hebben plannen voor nieuwbouw van kantoren. Het blijkt dat in de Drechtsteden meer dan 400.000 m2 aan nieuwe kantoorruimte staat gepland. Een deel, zo'n 160.000 m2, betreft zogeheten `harde' planvoorraad, waarvan ruim 100.000 m2 in Dordrecht: Amstelwijck (100.000 m2), Rivierstaete (2.143 m2) en Spuiboulevard/Sluisweg (1.200 m2). Verder bestaan er voor Dordrecht `zachte' plannen voor nieuwe kantoorruimte: Leerpark (10.000 m2), Gezondheidspark (10.000 m2), Stadswerven (25.000 m2) en de Spoorzone (75.000 m2).

Winkelbestand
Het totale winkelbestand in de Drechtsteden bedraagt 394.000 m2 winkelvloeroppervlak, waarvan 80% voor niet-dagelijkse artikelen. In de Drechtsteden is de winkelvoorraad gegroeid met 18%. Opvallend is de geringe groei daarvan in Dordrecht. Hierdoor is het aandeel van Dordrecht in de Drechtsteden gedaald, van 43,8% in 2001 naar 39,7% in 2004. Het aandeel van de winkelruimte in Dordrecht voor de dagelijkse artikelen blijft stabiel (44%).

Wethouder Van den Oever van Economische Zaken ziet in de Monitorresultaten vooral de noodzaak voor krachtdadige aanpak. "Wij moeten de komende jaren Dordrecht aantrekkelijker maken voor ondernemers. Dat geldt zowel op het gebied van kantoorruimte, winkels als bedrijventerreinen. De monitor toont volgens mij aan dat we de aanpak in de Binnenstad moeten voortzetten, anders missen we straks de boot en haken investeerders af. Ook de wijkeconomie is essentieel voor een evenwichtige stad. Een sterke economie is de beste basis voor goede werkgelegenheid," aldus de wethouder.

PDF icoon Monitor_Economie_Dordrecht_2004.pdf (zie onderaan)

Redactie
Leo den Otter
Bestuursvoorlichter

telefoon 06-51373482

email l.den.otter@dordrecht.nl

Informatie
Hans Leijs
Sociaal Geografisch Bureau
telefoon 078 - 639 8961

Monitor Economie Dordrecht 2004
Sociaal Geografisch Bureau
bureau voor beleidsonderzoek en statistiek van Dordrecht drs. R.D.J. Scheelbeek
drs. A.L.C. Leijs
december 2005
Colofon
Opdrachtgever Gemeente Dordrecht
Tekst Sociaal Geografisch Bureau
Drukwerk Stadsdrukkerij
Informatie Gemeente Dordrecht
Sociaal Geografisch Bureau (SGB)
Postbus 8
3300 AA DORDRECHT
telefoon: (078) 639 64 65
www.sociaalgeografischbureau.nl
Het overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van duidelijke bronvermelding Inhoud
Samenvatting............................................................................................. 5
1 Inleiding ............................................................................................ 11
1.1 Algemeen....................................................................................... 11
1.2 Opzet monitor ................................................................................. 11
2 Economie van Dordrecht ..................................................................... 13
2.1 Regionale economie......................................................................... 13
2.2 Economische structuur..................................................................... 14 2.3 Startende ondernemers .................................................................... 15 2.4 Ondernemersklimaat ........................................................................ 18
3 Arbeidsmarkt ..................................................................................... 19 3.1 Werkgelegenheid............................................................................. 19 3.2 Beroepsbevolking ............................................................................ 25 3.3 Werkloosheid .................................................................................. 31 3.4 Inkomen......................................................................................... 34 3.5 Pendel............................................................................................ 35 3.6 Verwachte ontwikkelingen ............................................................... 37
4 Ruimte voor bedrijvigheid .................................................................... 39 4.1 Bedrijventerreinen en bedrijfsruimte ................................................... 39 4.2 Kantoorruimte................................................................................. 43 4.3 Winkelruimte................................................................................... 46 Bijlage 1 Overzichtstabellen
Bijlage 2 Vragen Enquête beroepsbevolking Dordrecht Bijlage 3 Begrippen en definities

Monitor Economie Dordrecht 2004 5
Samenvatting
De Monitor Economie Dordrecht 2004 presenteert actuele kenmerken en ontwikkelingen van de economie in Dordrecht. Hiervoor is een groot aantal gegevens verzameld over de economie en de arbeidsmarkt in Dordrecht, maar ook van de Drechtsteden en ter vergelijking van de G26 en Nederland. Deze cijfers en trends bieden voor marktpartijen inzicht in de economische kansen en ontwikkelingen in de stad. Daarnaast vormt de rapportage een instrument voor het monitoren van gemeentelijke beleidsdoelstellingen op genoemde terreinen.
Economie
(Regionale) economie
Uit onderzoeken van derden over het economisch presteren van steden en regio's komt een wisselend beeld van deze regio naar voren. Uit de Enquête Regionale Bedrijfsontwikkeling van de Kamer van Koophandel blijkt dat het bedrijfsleven in de kring Drechtstreek zich minder positief ontwikkelt dan het bedrijfsleven in het hele kamergebied en Nederland. Desondanks vertonen export en de investeringen in 2004 een positieve ontwikkeling. De omzet, werkgelegenheid en winst zijn echter afgenomen. Het rendement is gelijk gebleven. Onderzoek van Rabobank Nederland naar de economische groei en kracht van 40 regio's in Nederland toont aan dat de regio Zuid-Holland-Zuid, de regio waarvan Dordrecht deel uitmaakt, laag scoort op economische groei (31e plaats) en hoog op economische kracht (13e plaats). Volgens onderzoek van Bureau Louter naar de economische vitaliteit van steden scoort Dordrecht relatief hoog, zeker in vergelijking met de G26. Economische structuur
In 2004 telt Dordrecht ruim 4.300 vestigingen van bedrijven en instellingen. Uitgedrukt in het aantal vestigingen is de handel (30%) de grootste bedrijfstak, gevolgd door de zakelijke dienstverlening (22%). In Dordrecht, maar ook in de Drechtsteden, zijn de handel en vervoer/opslag sterk vertegenwoordigd. Daarnaast kent Dordrecht een sterke vertegenwoordiging van de overige dienstverlening. Sinds 2000 is het aantal vestigingen met 1% afgenomen. De grootste krimp zit in de handel en de industrie. In de bouw en de overige dienstverlening is het aantal vestigingen gegroeid.
Startende ondernemers
Afgezet tegen de omvang van de beroepsbevolking heeft Dordrecht een groot aantal startende ondernemers. In 2004 telde Dordrecht 569 startende ondernemers, de meeste in de zakelijke dienstverlening, detailhandel, verzorgende dienstverlening en de bouw. Een keerzijde van het grote aantal starters is het grote aantal opheffingen. Startende ondernemers lopen immers in de eerste jaren van hun bestaan een grote kans het niet te redden.
Ondernemingsklimaat
In 2004 waarderen ondernemers in Dordrecht het gemeentelijke ondernemingsklimaat met een 6,5. Hiermee scoort Dordrecht even hoog als de G30. Sinds 1999 is de waardering voor het Dordtse ondernemingsklimaat iets toegenomen. Dit geldt eveneens voor de meeste onderdelen van het ondernemingsklimaat. Alleen de autobereikbaarheid is volgens de Dordtse ondernemers minder geworden. Arbeidsmarkt
Werkgelegenheid
Begin 2004 zijn er in Dordrecht 50.408 personen werkzaam. Sinds 2000 vertoont de werkgelegenheid een zeer geringe groei van 0,2%. Hiermee blijft Dordrecht achter bij de landelijke ontwikkeling (een groei van 1,8%) en de ontwikkeling in de G26 (+1,5%). Vooral in het laatste jaar is de ontwikkeling van de Monitor Economie Dordrecht 2004 6
werkgelegenheid in Dordrecht (-1,5%) ongunstiger dan gemiddeld in de G26- gemeenten (-0,8%).
Met bijna zes op de tien banen bevindt de meeste werkgelegenheid in Dordrecht zich in het midden- en kleinbedrijf (met minder dan 100 werkzame personen). Ruim 40% van alle banen zijn te vinden in het grootbedrijf. In Dordrecht genereert de overige dienstverlening met 19.000 werkzame personen de meeste werkgelegenheid. Met 38% van de totale werkgelegenheid is deze bedrijfstak even sterk vertegenwoordigd als in de G26 gemiddeld. Dordrecht heeft verhoudingsgewijs veel werkgelegenheid in de bouw, handel en vervoer/ opslag en weinig in de zakelijke dienstverlening.
Op het niveau van bedrijfsklassen biedt de zorgsector de meeste werkgelegenheid. Meer dan 9.200 personen zijn werkzaam in de gezondheids- en welzijnszorg. Van groot belang voor de werkgelegenheid in Dordrecht zijn verder de overige zakelijke dienstverlening (5.073 werkzame personen), openbaar bestuur (4.036) en de bouw (4.156).
Eerder zagen we dat de totale werkgelegenheid in Dordrecht sinds 2000 een zeer geringe groei vertoont. Kijken we naar de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de verschillende bedrijfsklassen dan is er sprake van grote verschillen. De sterkste groei van de werkgelegenheid heeft plaats gevonden in de gezondheids- en welzijnszorg (+1.526 werkzame personen) en in het onderwijs (+604). Buiten de dienstverlening heeft de werkgelegenheid zich positief ontwikkeld in de bouw (+192) en handel en reparaties van auto's/benzinestations (+181). De werkgelegenheid is sterk gekrompen in de aardolieverwerkende industrie/chemische industrie (-264), metaal(producten)industrie (-497), auto-industrie/transportmiddelenindustrie (-248), nutsbedrijven (-275), detailhandel (-176) en computerservicebureau's (-201).
Van de voor Dordrecht belangrijke economische clusters is naast de zorgsector de werkgelegenheid verder alleen gegroeid in het cluster toerisme en recreatie (+55). In de overige clusters is de werkgelegenheid gedaald: ICT (-793), metalelectro (-942), maritieme cluster (-1.138), detailhandel (-176), zakelijke dienstverlening (-466).
In het laatste jaar is de werkgelegenheid in Dordrecht met 792 banen gekrompen. Dit verlies aan werkgelegenheid is vooral het gevolg van een fors negatief saldo door uitbreiding en inkrimping (-946) van bestaande vestigingen. Het saldo als gevolg van oprichting en vestiging van nieuwe bedrijven enerzijds en opheffing en vertrek van bedrijven anderzijds is licht positief (+25). Vacatures
Ondanks een forse daling van de werkgelegenheid gedurende 2003 is het voorzichtige herstel van de economie al weer duidelijk te zien in de ontwikkeling van het aantal vacatures. Zo is in 2004 het aantal bij het CWI aangemelde vacatures in Dordrecht bijna verdubbeld, van 875 in 2003 naar 1.648 in 2004. Ook in de Drechtsteden en Nederland is het aantal vacatures sterk gestegen. Beroepsbevolking
Belangrijk voor de ontwikkeling van de beroepsbevolking is de ontwikkeling van de bevolking van 15-64 jaar, de potentiële beroepsbevolking. Op 1 januari 2004 telde Dordrecht een potentiële beroepsbevolking van 80.500 personen. Na een periode van groei tussen 1995 en 2002 heeft zich in 2003 een daling van de potentiële beroepsbevolking ingezet.
Naast de omvang van de potentiële beroepsbevolking bepaalt de (bruto) arbeidsparticipatie mede de omvang van de beroepsbevolking. De bruto arbeidsparticipatie geeft aan welk deel van de potentiële beroepsbevolking zich ook werkelijk aanbiedt op de arbeidsmarkt. Nederlandse vrouwen participeren nog altijd minder Monitor Economie Dordrecht 2004 7
op de arbeidsmarkt dan mannen, maar zijn wel met een inhaalslag bezig. Ook in Dordrecht vertoont de bruto arbeidsparticipatie van vrouwen duidelijk een stijgende ontwikkeling. In 1995 bedroeg de arbeidsparticipatie van vrouwen 52%, inmiddels is die gestegen naar 61% in 2004. De arbeidsparticipatie van de mannen in Dordrecht bedraagt nu 80%. Zowel de arbeidsparticipatie van mannen als die van de vrouwen in Dordrecht ligt iets boven het landelijke gemiddelde. De arbeidsparticipatie vermenigvuldigd met de potentiële beroepsbevolking geeft de beroepsbevolking. De beroepsbevolking van Dordrecht heeft in 2004 een omvang van 57.000 personen. Ten opzichte van 1995 een groei van 7.500 personen, een relatieve groei van ruim 15%. Tussen 2002 en 2004 is de beroepsbevolking met 1.800 personen toegenomen (+3%).
In 2004 bestaat de beroepsbevolking van Dordrecht uit 32.400 mannen en 24.600 vrouwen. Door de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen is de vrouwelijke beroepsbevolking sterk toegenomen, van 19.700 in 1995 naar 24.600 in 2004.
Van de 57.000 Dordtenaren die behoren tot de beroepsbevolking zijn er 52.300 werkzaam. Bijna 60% hiervan zijn mannen. Tot 2002 vertoont de werkzame beroepsbevolking een stijgende ontwikkeling, tussen 2002 en 2004 is deze door de ongunstige situatie op de arbeidsmarkt, met 300 personen afgenomen. Deze daling komt geheel voor rekening van vrouwen.
Van de werkzame beroepsbevolking van Dordrecht is in 2004 meer dan de helft (56%) werkzaam in de eigen stad, de rest (44%) pendelt voor het werk naar buiten de stad (13% naar de overige Drechtsteden, 12% naar Rotterdam en 19% naar andere werklocaties). In de afgelopen jaren is de mobiliteit van de Dordtse werkzame beroepsbevolking toegenomen. In 1992 werkte nog 62% van de werkzame beroepsbevolking in Dordrecht en bedroeg de uitgaande pendel 38%. Werkloosheid
Na een periode van gunstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tot 2002 treedt tussen 2002 en 2004 een sterke toename van de werkloosheid in Dordrecht op. In 2004 bedraagt de werkloze beroepsbevolking 4.700 personen, dit is 8,3% van de beroepsbevolking. In 2002 had de werkloze beroepsbevolking nog een omvang van 2.600 personen, 4,7% van de beroepsbevolking. De stijging van de werkloze beroepsbevolking heeft vooral onder de vrouwelijke beroepsbevolking plaatsgevonden. In 2004 is 10,5% van de vrouwelijke beroepsbevolking werkloos, bij de mannen is 6,6% werkloos. Voor zowel de mannen als de vrouwen ligt de werkloosheid in Dordrecht hoger dan in Nederland (5,7% bij de mannen en 7,3% bij de vrouwen).
Andere indicatoren voor de werkloosheid zijn de WW-uitkeringen (volgens het UWV), de bijstand (sociale dienst) en de niet-werkende werkzoekenden (CWI):
· Na een periode van daling neemt het aantal WW-uitkeringen in Dordrecht sterk toe. Een ontwikkeling die ook in Nederland te zien is. In Dordrecht hebben in 2004 2.134 personen een WW-uitkering. Dit is ruim 26 personen op de 1.000 inwoners van 15-64 jaar. Hiermee ligt Dordrecht iets boven het landelijke gemiddelde (25,5), maar duidelijk onder het gemiddelde van de G26 (30,0).

· Ook het aantal personen met een bijstandsuitkering vertoont in Dordrecht eerst (tot 2003) een daling en daarna een stijging. De stijging in Dordrecht is kleiner dan in Nederland. In 2004 hebben 4.371 Dordtenaren een WWBuitkering, 56,8 op de 1.000 inwoners van 15-64 jaar. In vergelijking met de G26 (45,3) en Nederland (32,6) heeft Dordrecht een hoge uitkeringsdichtheid.
· Op 1 januari 2005 staan er bij het CWI 6.557 Dordtenaren als niet-werkende werkzoekende ingeschreven, 1.765 minder dan het jaar ervoor. Gelijk aan de Monitor Economie Dordrecht 2004 8
G26 en ruim boven het landelijke gemiddelde staan in Dordrecht 82 op de
1.000 inwoners van 15-64 jaar ingeschreven.
Arbeidsongeschiktheid
Begin 2004 hadden 6.140 Dordtenaren een arbeidsongeschiktheidsuitkering. In vergelijking met Nederland vertoont de arbeidsongeschiktheid in Dordrecht een ongunstige ontwikkeling. Sinds 2000 is het aantal met ruim 13% gegroeid. Pas in het laatste jaar is er weer sprake van een krimp (-0,7%). Afgezet tegen de omvang van de bevolking heeft Dordrecht weinig inwoners met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Per 1.000 inwoners van 15-64 jaar hebben er 76 een arbeidsongeschiktheidsuitkering tegenover 89 in Nederland en 93 in de G26.
Inkomen
Naast het hebben van werk vormt het welvaartsniveau van de inwoners een indicator voor de economische positie van de stad. Het welvaartsniveau van de bevolking kan afgemeten worden aan het gemiddeld inkomen van particuliere huishoudens. In 2000 bedroeg het besteedbaar inkomen per huishouden in Dordrecht ¤ 24.500, lager dan het Nederlands gemiddelde van ¤ 25.900. Sinds 1998 is het gemiddeld huishoudeninkomen in Dordrecht met 7,5% gestegen en blijft daarmee iets achter bij de groei in heel Nederland (+8,4%). Het aandeel huishoudens met een inkomen onder of rond het sociaal minimum, het armoedepercentage, bedraagt in Dordrecht 11,8%. Het armoedepercentage van Nederland is 9,4%. Pendel
Eerder zagen we dat 44% van de werkende Dordtenaren een werkkring heeft buiten de stad. Dit is de uitgaande pendel. Van alle arbeidsplaatsen in Dordrecht wordt 44% bezet door mensen van buiten Dordrecht. Dit is de inkomende pendel. De grootste groep is afkomstig uit de overige Drechtsteden (17%), 10% uit de regio Rijnmond.
In absolute aantallen heeft de uitgaande pendel in 2004 een omvang van 23.000 personen en de inkomende pendel 21.100 personen. Sinds 2000 is de uitgaande pendel met 1.000 afgenomen. Onder invloed van de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Dordrecht (eerst geringe groei, daarna daling) nam de inkomende pendel nog meer af (-1.900). Door deze ontwikkelingen van de inkomende en uitgaande pendel is het negatieve pendelsaldo verder toegenomen naar 1.900. Sinds 2000 is de stijging van de werkloze beroepsbevolking (+1.100) het gevolg van de volgende ontwikkelingen op de (Dordtse) arbeidsmarkt: een groei van de beroepsbevolking met 2.100, een groei van de werkgelegenheid met 100 en een per saldo met 900 toegenomen negatief pendelsaldo. Toekomstige ontwikkelingen arbeidsmarkt
Op basis van het middenscenario van het Centraal Planbureau (economische groei van 1% in 2005 en daarna van 2,25% per jaar tot en met 2010) groeit de Dordtse beroepsbevolking van 57.000 in 2004 naar 59.600 in 2010, een groei van 5%. Deze groei is vooral het gevolg van de stijging van de arbeidsparticipatie. Mede door het aantrekken van de economie zal de arbeidsdeelname van vrouwen blijven toenemen. Daarnaast wordt een groei verwacht van de arbeidsdeelname van mannen ouder dan 55 jaar. Op basis van hetzelfde scenario groeit de werkgelegenheid de komende jaren met 4.000 (+8%) tot 54.400 in 2010. De verwachting voor de komende jaren is dus dat de werkgelegenheid sterker groeit dan de beroepsbevolking, waardoor de werkloosheid (uitgaande van een gelijk blijvende pendelsaldo) in Dordrecht met 1.400 zal afnemen. Monitor Economie Dordrecht 2004 9
Ruimte voor bedrijvigheid
Bedrijventerreinen
Begin 2004 heeft Dordrecht 543,5 hectare aan bedrijventerreinen waarvan ruim de helft bestaat uit zeehaventerrein. Van de totale voorraad is 454,9 hectare in gebruik (84%). Het aanbod bedraagt 88,6 hectare waarvan alles direct uitgeefbaar. Dit aanbod bevindt zich vooral op Dordtse Kil III (61,3 ha) en Amstelwijck (20,3 ha).
In 2003 is in Dordrecht slechts 1,5 hectare aan bedrijventerrein uitgegeven. Het laagste in de afgelopen 10 jaar. Tussen 1994 en 2003 is er in Dordrecht in totaal 69,2 hectare uitgegeven met 1999 (13,5 ha) en 2001 (14,5 ha) als beste jaren. De prijs per m2 bedrijventerrein bedraagt in Dordrecht en de regio gemiddeld ¤157. Hiermee behoort de Dordtse regio bij de top 5 van alle stadsgewesten in Nederland.
Sinds 2000 groeit het aantal bedrijven op bedrijventerreinen. Deze groei gaat gepaard met een groei van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen. Sinds 2000 is de werkgelegenheid op bedrijventerreinen met 4% gegroeid, terwijl de totale werkgelegenheid in Dordrecht nagenoeg gelijk is gebleven. Bedrijfsruimte
In de afgelopen jaren is het aanbod aan bedrijfsruimte in Nederland fors toegenomen. Zo ook in deze regio. Begin 2005 bedraagt het aanbod aan bedrijfsruimte in Dordrecht in totaal 134.000 m2 en in de overige Drechtsteden nog eens 86.000 m2. Door de verruiming van de markt staat het huurprijsniveau van bedrijfsruimte onder druk. In Dordrecht bedraagt de tophuur voor bedrijfsruimte momenteel zo'n ¤ 57 per m2, even hoog in steden als Eindhoven en Breda en hoger dan gemiddeld in Nederland (¤ 47).
Kantoorruimte
De totale voorraad aan zelfstandige kantoorruimte in Dordrecht heeft een omvang van 266.000 m2 (peildatum eind 2003). Afgezet tegen het aantal inwoners is de voorraad in Dordrecht gering in vergelijking met de G26. Begin 2005 bedraagt het directe aanbod aan kantoorruimte in Dordrecht 45.000 m2. In de overige Drechtsteden is het aanbod 40.000 m2. Gelijk aan de landelijke ontwikkeling is ook in Dordrecht de leegstand van kantoorruimte toegenomen, van 7,7% in 2003 naar 10,5% in 2004. De leegstand in Dordrecht ligt onder het landelijke gemiddelde van 12,1%.
Het opnameniveau van kantoorruimte in Dordrecht en de Drechtsteden is na het slechte jaar 2003 weer enigszins hersteld. In 2004 is er in Dordrecht 8.900 m2 opgenomen en in de overige Drechtsteden 4.400 m2. Het ging hier vooral om bedrijven en instellingen in de non-profit sector.
De huurprijzen voor kantoorruimte staan in Nederland onder druk. In Dordrecht bedraagt de huurprijs voor eersteklas kantoorruimte ¤ 135 per m2. Een gemiddeld niveau ten opzichte van veel andere vergelijkbare steden. Winkelruimte
In 2004 heeft het winkelbestand in Dordrecht een omvang van 160.000 m2 winkelvloeroppervlak. Sinds 2001 is deze voorraad met ruim 13.000 m2 gegroeid. De groei heeft hoofdzakelijk plaatsgevonden in de niet-dagelijkse sector. In de Drechtsteden is het winkelbestand voor de niet-dagelijkse artikelen sterker gegroeid. Hierdoor is het aandeel van Dordrecht in de Drechtsteden aanmerkelijk gedaald, van 43,8% in 2001 naar 39,7% in 2004.
Monitor Economie Dordrecht 2004 10
In vergelijking met andere steden en afgezet tegen de omvang van de bevolking heeft Dordrecht weinig winkelruimte.
Begin 2005 bedroeg het aanbod aan winkelruimte in Dordrecht bijna 15.000 m2 en in de overige Drechtsteden nog eens 7.000 m2.
De huurprijs voor eersteklas winkelruimte in Dordrecht bedraagt momenteel ¤ 550 per m2. Dit is laag in vergelijking met veel andere steden in Nederland. Noten:

1 Inclusief banen met een arbeidsduur van minder dan 12 uur per week Monitor Economie Dordrecht 2004 11

1 Inleiding
Wat zijn de kenmerken en ontwikkelingen van de economie, bedrijvigheid, arbeidsmarkt en de diverse markten voor bedrijfsvastgoed in Dordrecht? Hoe verhoudt dit zich tot de Drechtsteden, de andere steden die deel uitmaken van het Grotestedenbeleid en Nederland? Aan de hand van een grote hoeveelheid bronnen geeft de Monitor Economie antwoord op al deze vragen.
1.1 Algemeen
De Nederlandse economie krabbelt langzaam uit
een diep dal omhoog. Tot eind 2001 heeft de
Nederlandse economie een zeer gunstige ontwikkeling doorgemaakt. De economische groei
bedroeg meer dan 3%. Sindsdien is dit beeld
sterk veranderd. In 2001 is de economische
groei al verminderd en in 2002 vrijwel tot stilstand gekomen. In 2003 verkeert Nederland
officieel in een recessie, een krimp van de economie met -1,2% in het tweede kwartaal van
2003. Een krimp van de economie is in Nederland
voor het laatst gemeten in de periode
1982-1983. In 2004 herstelde de economie zich
enigszins met een groei van 1,25%. In haar
Economische Verkenningen 2005 geeft het Centraal
Planbureau aan in 2005 uit te zullen komen
op een economische groei van 1,5%. De verwachting
is ook dat na ongunstige ontwikkelingen
op de arbeidsmarkt in 2004, een fors werkgelegenheidsverlies en een sterk oplopende
werkloosheid, de arbeidsmarkt in 2005 weer
aantrekt.1
Hoe heeft Dordrecht zich in economisch opzicht
de afgelopen jaren ontwikkeld? Deze Monitor
Economie Dordrecht 2004 biedt een actuele
beschrijving van de kenmerken en ontwikkelingen
van de Dordtse economie en arbeidsmarkt.
Hiervoor is een groot aantal gegevens verzameld
over de economie en de arbeidsmarkt in Dordrecht.
Veelal is daarbij een vergelijking gemaakt
met andere gebieden zoals de Drechtsteden, de
G262 en Nederland. Deze cijfers en trends bieden
voor marktpartijen inzicht in de economische
kansen en ontwikkelingen in de stad.
Daarnaast vormt de rapportage een instrument
voor het monitoren van beleidsdoelstellingen.
In vergelijking met de Monitor Werk 20023, die
vooral inzicht gaf in de structuur en ontwikkelingen van de Dordtse arbeidsmarkt, is deze versie
van de monitor verder uitgebreid met onderwerpen
als de regionale economie, bedrijvigheid,
startende ondernemers, ondernemingsklimaat en
de ruimte voor bedrijvigheid. Bij dit laatste moet worden gedacht aan bedrijventerreinen, bedrijfsruimte, kantoor- en winkelruimte. Daarnaast
wordt Dordrecht meer als onderdeel van de regio
neergezet door ook, daar waar mogelijk,
gegevens te presenteren van de Drechtsteden.
Door het verbreden van de monitor is ook de
naam veranderd in "Monitor Economie Dordrecht".

1.2 Opzet monitor
In het volgende hoofdstuk van deze monitor
wordt allereerst aan de hand van diverse externe
onderzoeken een beeld geschetst van de regionale
economie. Vervolgens gaan we in op de
economische structuur. Hoeveel bedrijven en
wat voor bedrijven bevinden zich in Dordrecht.
Startende ondernemers stimuleren de economie.
Ook zij komen uitgebreid aan bod. Hoofdstuk 2
sluit af met de belangrijkste uitkomsten van de
Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat
waarin Dordtse ondernemers hun oordeel geven
over verschillende aspecten van het ondernemingsklimaat in Dordrecht. Hoofdstuk 3 gaat
uitvoerig in op de structuur van en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Deze komt tot uiting in
de opbouw en ontwikkelingen van de werkgelegenheid, van de beroepsbevolking en de werkloosheid.
Een belangrijke indicator voor het welvaartsniveau van een stad vormt het inkomen
van de bevolking. Ontwikkelingen in de omvang
en samenstelling van de vraag en het aanbod op
de arbeidsmarkt resulteren in verschillende pendelstromen. Hoofdstuk 3 sluit af met een raming
van de toekomstige ontwikkeling van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid in Dordrecht.
Hoofdstuk 4 behandelt de ruimte voor
bedrijvigheid. Hierin presenteren we gegevens
over bedrijventerreinen en bedrijfsruimte, kantoorruimte en winkelruimte. De samenvatting,
met daarin een overzicht van de belangrijkste
bevindingen van deze monitor, treft u voor in dit
rapport.
Voor de Monitor Economie is gebruik gemaakt
van een groot aantal verschillende bronnen. De
belangrijkste zijn ons eigen Bedrijvenregister
Dordrecht en het LISA voor bedrijvigheid en
werkgelegenheid, de periodieke SGB-Enquête
beroepsbevolking Dordrecht, Kamer van Koophandel
voor startende ondernemers, Benchmark
Gemeentelijk Ondernemingsklimaat van Ecorys,
CWI en UWV voor werkloosheid, Provincie Zuid-
Holland voor bedrijventerreinen en diverse grote
makelaars voor gegevens over bedrijfs-, kantoor-
en winkelruimte.
Monitor Economie Dordrecht 2004 12
Noten:

1 Macro Economisch Verkenning 2005, Centraal Planbureau, september 2004
2 Alkmaar, Almelo, Amersfoort, Arnhem, Breda, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, 's Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Lelystad, Maastricht, Nijmegen, Schiedam, Tilburg, Venlo, Zaanstad en Zwolle

3 Monitor Werk 2002, Sociaal Geografisch Bureau, juli 2003 Monitor Economie Dordrecht 2004 13

2 Economie van Dordrecht
De afgelopen jaren zijn er veel onderzoeken uitgevoerd naar het economisch presteren van steden en regio's. In dit hoofdstuk kijken we vanuit Dordts oogpunt en dat van de regio naar de uitkomsten daarvan. Daarna gaan we in op de structuur en ontwikkelingen van de bedrijvigheid, zoomen we in op de startende ondernemers en komt het oordeel van de Dordtse ondernemers over het ondernemingsklimaat in Dordrecht aan bod.

2.1 Regionale economie
In 2004 laat de economie in de Drechtstreek een
wisselend beeld zien (zie tabel 2.1). Export en
investeringen ontwikkelen zich positief. Omzet,
werkgelegenheid en winst laten een daling zien.
Het rendement is vrijwel gelijk gebleven. Landelijk en in het kamergebied Rotterdam als geheel
is over het algemeen een positievere ontwikkeling
van de economie te zien. Alleen de ontwikkeling
van de werkgelegenheid was in het hele
kamergebied Rotterdam nog ongunstiger dan in
de Drechtstreek. Weliswaar is het vertrouwen
onder de ondernemers in de regio toegenomen,
de ondernemers in de Drechtstreek hebben minder
vertrouwen voor 2005 dan hun collega's in
de hele kamerregio en Nederland1.
Een onderzoek van Rabobank Nederland naar de
economische groei en kracht van Nederlandse
regio's toont aan dat de regio waarvan Dordrecht
deel uitmaakt, Zuidoost-Zuid-Holland, in
vergelijking met andere regio's laag scoort op
economische groei. Van de 40 onderscheiden
coropregio's staat deze regio op een 31e positie.
Wel een verbetering ten opzichte van het jaar
ervoor. Toen stond deze regio nog op een 40e
en laatste positie. De 'economische groei' in dit
onderzoek wordt bepaald op basis van de groei
van de winst, de export, de omzet en de werkgelegenheid in het bedrijfsleven in de verschillende
regio's. De 'economische kracht' van deze
regio is ten opzichte van andere regio's duidelijk sterker: een 13e positie. Een jaar eerder stond
deze regio iets hoger (10e plaats). De 'economische kracht' is beoordeeld aan de hand van de
bedrijfsdynamiek, de productiestructuur, de exportgerichtheid en de investeringsbereidheid van
de bedrijven2. Dit zou goede perspectieven moeten
bieden als de economie weer op gang komt.
Belangrijk voor de economische groei en het
concurrentievermogen van het regionale bedrijfsleven is innovatie. De ING Bank heeft een zogeheten
"Innovatie Monitor" ontwikkeld. Dit instrument
meet de innovatiepotentie van een
regio ten opzichte van die van Nederland. Volgens
deze monitor ligt het 'innovatiepotentieel'
van deze regio onder het landelijke gemiddelde3.
Op 'economische vitaliteit', een score die is samengesteld op basis van indicatoren van de economische
structuur, de economische groei en het
vestigingsklimaat, scoort Dordrecht met een 7,22
relatief gunstig4. Zeker wanneer Dordrecht wordt
vergeleken met de G26 in figuur 2.1. Van deze
26 gemeenten hebben er maar acht een hogere
economische vitaliteit (Amersfoort, Breda, Eindhoven, 's Hertogenbosch, Lelystad, Tilburg, Venlo,
Zwolle). Binnen de G26 heeft 's Hertogenbosch
(7,85) de hoogste economische vitaliteit.
De Nederlandse gemeente met de hoogste economische vitaliteit is Haarlemmermeer (7,99), een
gemeente die geen deel uitmaakt van de G26.
Tabel 2.1 Ontwikkeling economie, 2004
Kring Drechtstreek KvK Rotterdam Nederland
omzet1 -0,9 0,7 -0,1
export2 2,2 2,3 1,5
winst3 -3,6 -2,5 -1,1
rendement4 60 60 60
werkgelegenheid5 -1,4 -1,7 -0,6
investeringen6 59 57 59
verwachtingen7 40 44 46
Toelichting:

1 groei reële omzet 2004 t.o.v. 2003 in %

2 groei reële export 2004 t.o.v. 2003 in %

3 groei aantal bedrijven met winst in 2004 in %
4 bedrijven met voldoende rendement in 2004 in %
5 werkgelegenheidsgroei 2004 t.o.v. 2003 in %

6 bedrijven met investeringen in 2004 in %

7 index omdernemersvertrouwen 2005
Bron: Enquête Regionale Bedrijfsontwikkeling 2004, Kamer van Koophandel Monitor Economie Dordrecht 2004 14
Figuur 2.1 Economische vitaliteit G26, 2003
Bron: Bureau Louter

2.2 Economische structuur
In 2004 telt Dordrecht ruim 4.300 vestigingen
van bedrijven en instellingen. De grootste bedrijfstak in Dordrecht, uitgedrukt in aantal vestigingen,
is de handel met bijna 30% van alle vestigingen,
gevolgd door de zakelijke dienstverlening
(22%) en de overige dienstverlening (21%).
In vergelijking met de hele Drechtsteden zijn de
verschillen niet bijzonder groot. Ten opzichte van Nederland heeft Dordrecht, en de Drechtsteden,
veel bedrijven in de handel en de sector vervoer
en opslag (zie figuur 2.3). Daarnaast valt Dordrecht op met een sterke vertegenwoordiging
van bedrijven en instellingen in de overige
dienstverlening.
Figuur 2.2 Aantal vestigingen naar bedrijfstak
Dordrecht, 2004
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
Figuur 2.3 Aandeel vestigingen naar bedrijfstak Dordrecht, Drechtsteden en Nederland, 2004 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA

0 2 4 6 8 10
gem. G-26
Zwolle
Zaanstad
Venlo
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Lelystad
Leiden
Leeuwarden
's-Hertogenb.
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Emmen
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Almelo
Alkmaar
0 500 1000 1500
ove
rige diensten
zakelijke
diensten
v
ervoer/
opslag
horeca
hande
l
bou
w
industrie
la
ndbouw/delfstoffen

0 5 10 15 20 25 30 35
overige diensten
zakelijke diensten
vervoer/opslag
horeca
handel
bouw
industrie
landbouw/delfstoffen
%
Dordrecht Drechtsteden Nederland
Monitor Economie Dordrecht 2004 15
In tabel 1 in bijlage 1 is de ontwikkeling van het aantal vestigingen tussen 2000 en 2004 naar
bedrijfstak en grootteklasse weergegeven. In de
periode 2000-2004 is het aantal vestigingen in
Dordrecht met 1% (46 vestigingen) afgenomen.
In veel bedrijfstakken is het aantal vestigingen
gedaald. De grootste krimp zat in de handel, een
daling van 135 vestigingen, en in de industrie (-
43 vestigingen). In de bouw (+73) en de overige
dienstverlening (+105) is het aantal vestigingen
fors toegenomen. In de bouw gaat het
hoogstwaarschijnlijk vooral om zelfstandigen
zonder personeel.
In 2004 behoren ruim acht op de tien vestigingen
in Dordrecht tot het kleinbedrijf met minder
dan 10 werkzame personen, bijna twee op de
tien vestigingen tot het middenbedrijf met 10 tot
100 werkzame personen en tot het grootbedrijf
behoort 1,7% van alle Dordtse vestigingen (zie
figuur 2.4). Deze grootbedrijven met meer dan
100 werkzame personen vinden we vooral in de
industrie en de overige dienstverlening. Hetzelfde geldt voor het middenbedrijf.
Figuur 2.4 Vestigingen Dordrecht naar bedrijfsgrootte, 2004
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
De groei van het aantal vestigingen in de overige
dienstverlening en de bouw heeft zich vooral
voorgedaan in het kleinbedrijf. De krimp in de
handel is toe te schrijven aan een forse daling
van het aantal vestigingen in het kleinbedrijf. De krimp in de industrie vindt over de hele linie
plaats.
2.3 Startende ondernemers
Startende ondernemers zijn om diverse redenen
belangrijk. Ze genereren extra werkgelegenheid,
vaak ontwikkelen ze innovatieve activiteiten, ze
bevorderen de concurrentie en stimuleren de
economie. Jaarlijks zijn er in Nederland zo'n 60
duizend starters. Het aantal starters hangt samen
met de samenstelling van de bedrijvigheid.
Tussen de diverse economische sectoren zijn
grote verschillen in het aantal starters. In kapitaalintensieve sectoren is het lager dan in de
zakelijke dienstverlening. De voornaamste oorzaak
daarvan zijn de vereiste investeringen. Ook
bepaalde sociaal-culturele verschillen kunnen een
rol spelen. Zo hebben sommige regio's van
oudsher meer een 'starterstraditie' dan andere.
In Nederland is het aantal startende ondernemers
in 2004 gestegen tot een recordhoogte
van 65.000, 11.000 meer dan in 2003. In Dordrecht
zijn er in 2004 569 en in de Drechtsteden

1.173 startende ondernemers geteld5. In
2003 waren dat er respectievelijk 510 en 989.
Het lichte economische herstel heeft zich dus
vertaald in een stijging van het aantal startende
ondernemers (zie figuur 2.5). In Dordrecht en de
Drechtsteden zitten de meeste startende ondernemers in de zakelijke dienstverlening, detailhandel
en de verzorgende dienstverlening. Een
sector waarin ook veel ondernemers een bedrijf
zijn begonnen is de bouw (figuur 2.6).
Figuur 2.5 Aantal startende ondernemers Dordrecht
en Drechtsteden
Bron: Kamer van Koophandel
81%
17%

2%

1-9 werkzame personen
10-99 werkzame personen
> 100 werkzame personen
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1999 2000 2001 2002 2003 2004
Dordrecht Drechtsteden
Monitor Economie Dordrecht 2004 16
Figuur 2.6 Startende ondernemers Dordrecht en
Drechtsteden naar sector, 2004 (%)
Bron: Kamer van Koophandel
Figuur 2.7 Startende ondernemers G26, 2003 (% van
de beroepsbevolking)
Bron: Kamer van Koophandel en CBS
De afgelopen jaren heeft het ondernemerschap
in Dordrecht zich positief ontwikkeld. Zo werden
hier bovengemiddeld veel bedrijven gestart. Figuur
2.7 geeft het aantal startende ondernemers
in 2003 afgezet tegen de omvang van de beroepsbevolking in de G26. In vergelijking met
andere G26 gemeenten heeft Dordrecht veruit
de meeste startende ondernemers als aandeel
van de beroepsbevolking. Alleen Schiedam komt
wat dit betreft met 8,3 startende ondernemers
enigszins in de buurt van Dordrecht.
Helaas gaat een groot aantal starters vaak gepaard met een groot aantal opheffingen. Dit
wordt mede veroorzaakt doordat startende bedrijven in de eerste jaren van hun bestaan een
grote kans hebben het niet te redden. In figuur
2.8 zijn voor Dordrecht het aantal starters en
opheffingen sinds 1999 naast elkaar weergegeven.
Tot 2002 was het aantal starters duidelijk
hoger dan het aantal opheffingen. In 2002 ligt
het aantal starters nog maar iets boven het aantal opheffingen, in 2003 zijn er zelfs meer opheffingen dan starters. Het effect van de ontwikkeling
van hoogconjunctuur naar laagconjunctuur
is hierin duidelijk te zien. Benadrukt dient te
worden dat het hier om alle opheffingen gaat,
dus niet alleen van recente starters. De ontwikkeling van het aantal starters en opheffingen in
Dordrecht is vergelijkbaar met die in Nederland.
Figuur 2.8 Aantal starters en opheffingen Dordrecht Bron: Kamer van Koophandel
Kenmerken startende ondernemers
Wie zijn nu die startende ondernemers? Welke
etniciteit hebben ze? Hoe oud zijn ze? Tabel 2.2
geeft hiervan een overzicht. Ruim driekwart van
de startende ondernemers in Dordrecht is Nederlander. Dit aandeel ligt iets onder het gemiddelde
voor de Drechtsteden en Nederland (82%). Dordrecht heeft dus relatief wat meer allochtone
starters. Bijna een kwart (23%) van de startende
ondernemers in Dordrecht is van allochtone afkomst (zie figuur 2.9). Het aandeel allochtone
0 10 20 30 40
overige
verzorgende
diensten
zakelijke
diensten
detailhandel
groothandel
bouw
industrie
Drechtsteden Dordrecht
0
100
200
300
400
500
600
700
1999 2000 2001 2002 2003
starters opheffingen
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1
G26
Zwolle
Zaanstad
Venlo
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Lelystad
Leiden
Leeuwarden
's-Hertogenb.
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Emmen
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Almelo
Alkmaar
%
Monitor Economie Dordrecht 2004 17
starters in de Drechtsteden en Nederland is respectievelijk 17% en 18%. Onder de allochtone
startende ondernemers in Dordrecht zijn Turken
(4%) het sterkst vertegenwoordigd, gevolgd
door Marokkanen (3%)6.
Iets meer dan een derde deel van de startende
ondernemers in Dordrecht is tussen de 30 en de
39 jaar oud. Bijna drie op de tien startende ondernemers zijn jonger dan 30 jaar en iets minder
dan een kwart is tussen de 40 en de 49 jaar
oud. Het aandeel startende ondernemers van 50
jaar of ouder ligt in Dordrecht met 12% gelijk
aan het landelijke gemiddelde.
Minstens tweederde van de startende ondernemers
in Dordrecht is man, minstens een kwart is
vrouw. Deze verhouding komt overeen met die
in de Drechtsteden. In Nederland zijn er naar
verhouding iets meer vrouwelijke startende ondernemers. Figuur 2.9 Startende ondernemers naar etniciteit,
2004 (%)
Bron: Kamer van Koophandel
Tabel 2.2 Startende ondernemers, 2004
Dordrecht Drechtsteden Nederland
aantal % aantal % %
etniciteit
Nederlanders 437 77 970 83 82
Marokkanen 16 3 20 2 1
Turken 23 4 30 3 2
Surinamers 11 2 17 1 2
Antillianen 5 1 10 1 1
overig 77 14 126 11 12
leeftijd
tot 30 jaar 172 30 354 30 29
30-39 jaar 194 34 426 36 37
40-49 jaar 135 24 253 22 23
50 jaar e.o. 68 12 140 12 12
geslacht
mannen 377 66 793 68 63
vrouwen 143 25 303 26 29
onbekend 49 9 77 7 8
totaal 569 100 1.173 100 100
Bron: Kamer van Koophandel
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Dordrecht Drechtsteden Nederland
%
autochtonen allochtonen
Monitor Economie Dordrecht 2004 18
2.4 Ondernemersklimaat
Een goed ondernemingsklimaat is een belangrijke
randvoorwaarde voor een goed functionerende
economie met een krachtige en dynamische
marktsector. Van belang daarbij is dat bedrijven
optimaal kunnen worden gefaciliteerd en gestimuleerd in hun bedrijfsvoering. Uit de laatste
meting van het onderzoek Benchmark Gemeentelijk
Ondernemingsklimaat7 2004/2005 blijkt
dat de Dordtse ondernemers het ondernemingsklimaat in Dordrecht waarderen met een 6,5.
Hiermee scoort Dordrecht even hoog als de
G30. Sinds de nulmeting in 1999/2000 is de
waardering voor het Dordtse ondernemingsklimaat
volgens de eigen ondernemers iets toegenomen.
Naast het algemeen oordeel over het
ondernemingsklimaat staan in tabel 2.3 de ondernemingsoordelen op een aantal aspecten die
deel uitmaken van het ondernemingsklimaat.
Duidelijk is dat Dordrecht het best scoort op de
fysieke onderdelen met vooral positieve ontwikkelingen sinds de nulmeting. Alleen de autobereikbaarheid
is volgens de Dordtse ondernemers
minder geworden. Op de beleidsthema's starters,
acquisitie en arbeidsmarkt en de thema's
die te maken hebben met de gemeentelijke
dienstverlening is de waardering lager. Ondernemers zijn nog het meest positief over de kwaliteit
van de publieke diensten en het meest kritisch
over de lokale lasten. Van de niet-fysieke
onderdelen is er verbetering geboekt op startersbeleid en duidelijkheid van de gemeentelijke
organisatie en beleid/regelgeving.
Bij het beoordelen van het ondernemingsklimaat
hechten de Dordtse ondernemers de meeste
waarde aan verkeersbeleid en parkeren en
dienstverlening en vergunningverlening.
Tabel 2.3 Oordeel ondernemingsklimaat Dordrecht
1999/2000 2004/2005 ontwikkeling
algemeen oordeel ondernemingsklimaat 6,4 6,5 +
beschikbare ruimte 5,9 6,4 +
bereikbaarheid per auto 7,0 6,8 -
parkeermogelijkheden 5,9 6,2 +
bereikbaarheid per openbaar vervoer 5,1 6,3 +
veiligheid omgeving bedrijfspand 6,1 6,6 +
staat van openbare ruimte 6,6 6,4 =
startersbeleid 6,0 6,2 +
promotie- en acquisitiebeleid 6,1 6,2 =
arbeidsmarktbeleid 6,4 6,3 =
duidelijkheid gemeentelijke organisatie 5,9 6,1 +
kwaliteit gemeentelijke dienstverlening 5,9 5,8 =
duidelijkheid gemeentelijk beleid/regelgeving 5,6 5,9 + lokale lasten 5,4 5,5 =
Bron: BGO, Ecorys
Noten:

1 Enquête Regionale Bedrijfsontwikkeling 2004, Kring Drechtstreek; Kamer van Koophandel Rotterdam; 2005
2 Visie op provinciale dynamiek 2005; Rabobank Stafgroep Economisch Onderzoek; juni 2005
3 Regio in economisch perspectief; ING Bank; oktober 2004
4 Het Nederlands kampioenschap economisch vitale gemeenten 2003; Bureau Louter; november 2003
5 Een startende ondernemer is een persoon die in het jaar voorafgaande aan de start van de onderneming nog niet zelfstandig economisch actief was en die een nieuw bedrijf vestigt. Ondernemers die een bedrijf van een ander overnemen vallen hier niet onder.

6 De nationaliteit van ondernemers wordt sinds de nieuwe handelsregisterwet van 1998 niet meer geregistreerd. Dit gegeven kan enigszins benaderd worden via het geregistreerde geboorteland. Doordat allochtoon ondernemerschap slechts op geboorteland kan worden gesignaleerd geeft dit problemen voor de tweede en derde generatie allochtonen. Deze zijn vaak in Nederland geboren. De tweede en derde generatie allochtonen kunnen daardoor niet in de cijfers worden opgenomen. In de komende jaren zal het aantal ondernemers van allochtone afkomst daarom steeds grotere hiaten gaan vertonen.

7 Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat, Resultaten eindmeting gemeente Dordrecht; Ecorys Nederland BV; mei 2005
Monitor Economie Dordrecht 2004 19

3 Arbeidsmarkt
Bedrijven, organisaties en instellingen zorgen als vragers naar arbeid voor werkgelegenheid. De beroepsbevolking is het aanbod op de arbeidsmarkt. Verschillen tussen vraag en aanbod resulteren in werkloosheid en pendel. Al deze aspecten komen in dit hoofdstuk aan bod. We sluiten af met een raming van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid tot 2010.

3.1 Werkgelegenheid
Na een periode van aanhoudende economische
groei in Nederland sinds eind jaren negentig is in 2002 een einde gekomen aan de groei van de
werkgelegenheid. Tabel 3.1 en figuur 3.1 laten
zien hoe de werkgelegenheid in Dordrecht,
Drechtsteden en Nederland zich vanaf 2000
heeft ontwikkeld. In Dordrecht is in het laatste
jaar, tussen 2003 en 2004, het aantal personen
dat 12 of meer uur per week werkt met 1,5%
gedaald. In de Drechtsteden is de werkgelegenheid
nog sterker gedaald (-2,9%). Over dezelfde
periode is de landelijke werkgelegenheid maar
met 0,8% afgenomen.
Tussen 2000 en 2004 stijgt het aantal personen
dat 12 of meer uur per week werkt in Dordrecht
met ruim 100 personen. Dit betekent een groei
van 0,2%. De ontwikkeling in Dordrecht sinds
2000 blijft hiermee achter bij die in Nederland
(+1,8%). De GSB-doelstelling, een groei van de
werkgelegenheid in Dordrecht die minimaal gelijk
moet zijn aan de landelijke groei, wordt -
ondanks de relatief gunstige ontwikkeling in
Dordrecht tussen 2002 en 2003- dan ook niet
bereikt.
In 2004 is in Nederland 86% en in Dordrecht
95% van de werkzame personen 12 uur of meer
per week werkzaam. Het aantal banen van minder
dan 12 uur is ten opzichte van 2000 met
ruim 400 werkzame personen afgenomen, een
daling van ruim 12%. De oorzaak ligt vermoedelijk
bij een verschuiving van het aantal kleine
deeltijdbanen naar grotere deeltijdbanen. Overigens neemt in de laatste jaren het aantal kleine
deeltijdbanen weer toe.
In figuur 3.1 is duidelijk te zien dat de stijging van de werkgelegenheid in Nederland tot 2002
daarna wordt omgezet in een daling, terwijl de
werkgelegenheid in Dordrecht tussen 2002 en
2003 nog licht stijgt. Daarna daalt ook hier de
werkgelegenheid.
Tabel 3.1 Werkgelegenheid Dordrecht, Drechtsteden en Nederland Dordrecht Drechtsteden Nederland
absoluut index absoluut index absoluut index
2000 3.298 100,0 6.216 100,0 935.479 100,0
2001 2.608 79,1 6.904 111,1 948.973 101,4
2002 2.373 72,0 6.617 106,5 980.976 104,9
2003 2.476 75,1 6.715 108,0 1.017.846 108,8
2004 2.887 87,5 7.936 127,7 1.042.783 111,5
= 12 uur per week
2000 50.299 100,0 106.372 100,0 6.378.464 100,0
2001 50.510 100,4 106.961 100,6 6.544.171 102,6
2002 51.099 101,6 108.905 102,4 6.592.541 103,4
2003 51.200 101,8 109.043 102,5 6.541.817 102,6
2004 50.408 100,2 105.864 99,5 6.491.915 101,8
totaal
2000 53.597 100,0 112.588 100,0 7.313.943 100,0
2001 53.118 99,1 113.865 101,1 7.493.144 102,5
2002 53.472 99,8 115.522 102,6 7.573.517 103,5
2003 53.676 100,1 115.758 102,8 7.559.663 103,4
2004 53.295 99,4 113.800 101,1 7.534.698 103,0
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Monitor Economie Dordrecht 2004 20
Figuur 3.1 Ontwikkeling werkgelegenheid
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Sinds 2000 is de werkgelegenheid in Dordrecht
vrijwel gelijk gebleven, een zeer lichte groei van 0,2%. In de Drechtsteden1 is de werkgelegenheid
iets afgenomen (-0,5%). Landelijk is er een
groei van 1,8%. Deze ontwikkelingen zijn in
figuur 3.1 duidelijk zichtbaar.
Figuur 3.2 geeft een overzicht van de groei van
de werkgelegenheid in de G26-gemeenten en in
Nederland tussen 2000 en 2004 en in het laatste
jaar, tussen 2003 en 2004. De ontwikkeling
van de werkgelegenheid in Dordrecht tussen
2000 en 2004 (+0,2%) blijft achter bij die van
de G26 (+1,5%). Tussen 2003 en 2004 ontwikkelt
de werkgelegenheid in Dordrecht zich
met een krimp van 1,5% ongunstiger dan gemiddeld
in de G26-gemeenten (-0,8%).
In de meeste G26-gemeenten zien we tussen
2000 en 2004 een groei van de werkgelegenheid.
De grootste positieve uitschieters zijn
Leeuwarden (+8,3%), Lelystad (+7,7%), Haarlem
(+7,2%) en Alkmaar (+7,1%). Enkele negatieve
uitschieters zijn Helmond (-6,6%) en
Hengelo (-4,4%).
Tussen 2003 en 2004 vertoont het merendeel
van de G26-gemeenten een daling van het aantal
werkzame personen. Positieve uitschieters
zijn Alkmaar (+4,5%), Lelystad (+1,9%) en
Eindhoven (+1,6%).
Figuur 3.2 Ontwikkeling werkgelegenheid G26 (%)
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Werkgelegenheid naar bedrijfsgrootte
In Dordrecht komt een groot deel van de
werkgelegenheid voor rekening van bedrijven
met 10 tot 99 werkzame personen. Bijna vier op
de tien banen zijn in deze categorie, het
middenbedrijf, te vinden. Desalniettemin is het
grootbedrijf (vanaf 100 werkzame personen) de
grootste werkgever: in iets minder dan 2% van
alle Dordtse bedrijven en instellingen is 43% van
de werkgelegenheid geconcentreerd in het
grootbedrijf. Het kleinbedrijf (1 tot 10 werkzame
personen), zo'n 82% van alle vestigingen, is
goed voor 18% van de totale Dordtse
werkgelegenheid.
99
100
101
102
103
104
105
2000 2001 2002 2003 2004
Dordrecht Drechtsteden
Nederland

-10 -5 0 5 10
Nederland
G26
Zwolle
Zaanstad
Venlo
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Lelystad
Leiden
Leeuwarden
's-Hertogenbosch
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Emmen
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Almelo
Alkmaar
%
2003-2004
2000-2004
Monitor Economie Dordrecht 2004 21
Eerder zagen we dat de werkgelegenheid in Dordrecht sinds 2000 licht is toegenomen, een
groei van 0,2%. Deze ontwikkeling is vooral te
danken aan de groei van de werkgelegenheid in
het middenbedrijf (+1,7%). In het kleinbedrijf is
de werkgelegenheid gelijk gebleven en in het
grootbedrijf afgenomen (-1,1%).
Structuur werkgelegenheid
De meeste werkgelegenheid (37,6%) bevindt
zich in Dordrecht in de overige dienstverlening
(tabel 3.2, figuur 3.3). Hiermee is de overige
dienstverlening in Dordrecht sterker vertegenwoordigd dan in de Drechtsteden (28,5%) en
Nederland (30,8%). In de zakelijke dienstverlening ligt de werkgelegenheid in Dordrecht en de
Drechtsteden daarentegen met respectievelijk
13,6% en 13,9% onder het landelijk gemiddelde
(18,0%). Opvallend is de sterke vertegenwoordiging van de werkgelegenheid in de bouw en
handel in de Drechtsteden. Zowel in Dordrecht
als in de Drechtsteden is de horeca ondervertegenwoordigd. Tabel 3.2 Werkgelegenheid naar bedrijfstak, 2004
Dordrecht Drechtsteden Nederland
absoluut % absoluut % absoluut %
landbouw/delfstoffenwinning 173 0,3 1.037 1,0 238.377 3,7 industrie/nutsbedrijven 7.482 14,8 16.446 15,5 933.561 14,4 bouwnijverheid 4.156 8,2 13.021 12,3 457.502 7,0
handel/reparatie 8.236 16,3 20.460 19,3 1.071.745 16,5 horeca 1.050 2,1 2.124 2,0 191.303 2,9
vervoer/opslag/communicatie 3.500 6,9 7.970 7,5 432.463 6,7 zakelijke dienstverlening 6.846 13,6 14.679 13,9 1.166.510 18,0 overige dienstverlening 18.965 37,6 30.127 28,5 2.000.424 30,8 totaal 50.408 100,0 105.864 100,0 6.491.915 100,0
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en Lisa
Figuur 3.3 Aandeel werkgelegenheid naar bedrijfstak Dordrecht, Drechtsteden en Nederland, 2004 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
0 5 10 15 20 25 30 35 40
overige dienstverlening
zakelijke dienstverlening
vervoer/opslag
horeca
handel
bouwnijverheid
industrie/nutsbedrijven
landbouw/delfstoffenwinning
%
Dordrecht Drechtsteden Nederland
Monitor Economie Dordrecht 2004 22
Figuur 3.4 geeft een vergelijking tussen Dordrecht en de G26 wat betreft het aandeel van
de werkgelegenheid per bedrijfstak. In vergelijking met de andere G26 gemeenten zien we in
Dordrecht een wat grotere werkgelegenheid in
de bouwnijverheid, handel en vervoer/opslag.
Het aandeel werkgelegenheid in de zakelijke
dienstverlening ligt in Dordrecht daarentegen
duidelijk onder het gemiddelde voor de G26.
Werkgelegenheidsdichtheid
Het belang van de werkgelegenheidsfunctie kan
worden uitgedrukt in het aantal banen per 100
inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. Dordrecht
heeft momenteel een werkgelegenheidsdichtheid
van bijna 63. Dit betekent dat de werkgelegenheidsfunctie van Dordrecht minder sterk is dan
men qua bevolkingsomvang zou verwachten. In
de G26 is de werkgelegenheidsdichtheid gemiddeld
bijna 70.
In figuur 3.5 zien we de werkgelegenheidsdichtheid per bedrijfstak in Dordrecht en de G26. De
bedrijfstakken die in Dordrecht sterk vertegenwoordigd zijn (zie figuur 3.4), hebben ook een
hogere werkgelegenheidsdichtheid dan in de
G26 gemiddeld. Het gaat hier om de bouw en
vervoer/opslag. Kenmerkend voor de overige
dienstverlening is een hoge werkgelegenheidsdichtheid. Deze is in Dordrecht lager dan in de
G26.
Figuur 3.4 Aandeel werkgelegenheid naar bedrijfstak Dordrecht en G26, 2004 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Figuur 3.5 Werkgelegenheidsdichtheid per bedrijfstak Dordrecht en G26, 2004 (%) Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
0 5 10 15 20 25 30 35 40
overige diensten
zakelijke diensten
vervoer/opslag
horeca
handel
bouw
industrie
landbouw/delfstoffenw.
%
Dordrecht G26
0 5 10 15 20 25 30
overige diensten
zakelijke diensten
vervoer/opslag
horeca
handel
bouw
industrie
landbouw/delfstoffenw.
%
Dordrecht G26
Monitor Economie Dordrecht 2004 23
Werkgelegenheid per bedrijfsklasse
Tot dusver is in dit hoofdstuk gekeken naar de
werkgelegenheid op het niveau van bedrijfstakken.
Tabel 4 in bijlage 1 geeft een uitgebreid
overzicht van de werkgelegenheid op het niveau
van bedrijfsklassen. Uit deze tabel blijkt dat de
meeste werkgelegenheid in Dordrecht zich bevindt
in de zorgsector. Meer dan 9.200 personen
zijn werkzaam in de gezondheids- en welzijnszorg.
Van groot belang voor de werkgelegenheid
in Dordrecht zijn verder de overige zakelijke
dienstverlening (met 5.073 werkzame personen),
openbaar bestuur (4.036) en de bouw
(4.156).
Eerder zagen we ook dat tussen 2000 en 2004
in Dordrecht de werkgelegenheid, uitgedrukt in
aantal personen dat 12 of meer uur per week
werkt, met ruim 100 is toegenomen. Tussen de
verschillende bedrijfsklassen bestaan echter aanzienlijke verschillen. Uit tabel 4 in bijlage 1 blijkt
duidelijk dat de forse groei in de overige dienstverlening vooral is te danken aan de enorme
groei in de gezondheids- en welzijnszorg en het
onderwijs. In de zorgsector is de werkgelegenheid
met 1.526 banen toegenomen en in het
onderwijs met 604 banen. Buiten de dienstverlening constateren we een duidelijk positieve
ontwikkeling in de bouw (+192) en handel en
reparaties van auto's/benzinestations (+181).
De werkgelegenheid in de volgende bedrijfsklassen
is sterk gekrompen: aardolieverwerkende
industrie/chemische industrie (-264), metaal-
(producten)industrie (-497, Lips Nederland), auto- industrie/transportmiddelenindustrie (-248),
nutsbedrijven (-275), detailhandel (-176), computerservice bureau's (-201).
In het Regionaal Meerjaren Ontwikkelingsprogramma
voor 2005-2009 vormt het verbreden
van de economische structuur een van de (outcome)
doelstellingen op het terrein werk en inkomen2.
Met deze doelstelling wordt het vergroten
van de economische kracht van de stad beoogd.
De steden zijn belangrijke motoren van de
economie en daarom is het van belang de economische groei van de steden te versterken.
Samen met de overige Drechtsteden kiest Dordrecht
ervoor om de economische ontwikkeling
te richten op het versterken van de economische
sectoren waar de Drechtsteden zich al in bewezen
hebben, zoals de maritieme cluster en de
metalectro. Beide sectoren zijn echter onvoldoende banenmotor (zie tabel 3.3). Daarom
worden andere opkomende branches gestimuleerd
als de horeca en toerisme, detailhandel,
zakelijke dienstverlening, ICT en de zorgsector.
Het gaat er in de regio om de eenzijdige sectorstructuur te doorbreken, groei te realiseren in
nieuwe economische sectoren en aan te haken
bij de kenniseconomie met als gevolg dat de
sectorstructuur de komende jaren zichtbaar gaat
veranderen. Van bovengenoemde sectoren zien
we in tabel 3.3 dat in het toerisme en recreatie
en de zorg in de afgelopen jaren het aantal banen
is gegroeid. In de overige sectoren is sprake
van krimp. Vooral in de ICT is de werkgelegenheid
in Dordrecht - overigens net als landelijk -
fors gedaald. In de zakelijke dienstverlening is
het aantal banen in het laatste jaar wel weer
gegroeid.
Tabel 3.3 Werkgelegenheid economische clusters
Dordrecht
2000 2004 2000-2004
abs. %
ICT 1.346 553 -793 -59
metalectro 3.247 2.305 -942 -29
maritieme
cluster
5.690 4.552 -1.138 -20
detailhandel 3.678 3.502 -176 -5
horeca 1.175 1.050 -125 -11
zakelijke
dienstverlening
7.312 6.846 -466 -6
toerisme en
recreatie

1.622 1.677 55 3
zorg 7.726 9.252 1.526 20
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
Ontwikkeling per bedrijfstak vergeleken
Hoe verhoudt de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de diverse bedrijfstakken in Dordrecht
en de Drechtsteden zich tot de landelijke ontwikkelingen? In figuur 3.6 is deze vergelijking
weergegeven. Zowel in Dordrecht, de Drechtsteden
als Nederland daalt de werkgelegenheid
in de industrie. Verschil met de landelijke ontwikkeling is dat in Dordrecht, en in mindere mate
de Drechtsteden, de industrie sterker is afgenomen. In de bouw is de werkgelegenheid in
Dordrecht en in de Drechtsteden gegroeid. Landelijk gezien is in deze sector sprake van een
krimp. In de handel is de werkgelegenheid in
Dordrecht licht gegroeid, terwijl deze in de
Drechtsteden en Nederland iets is afgenomen. In
de regio, en vooral in Dordrecht, is de werkgelegenheid in de horeca afgenomen. De horeca in
Nederland vertoont daarentegen een lichte groei
in de werkgelegenheid. In de bedrijfstak vervoer
en opslag vertoont de werkgelegenheid in Dordrecht en de Drechtsteden een krimp. In Nederland
is de werkgelegenheid in deze bedrijfstak
gelijk gebleven. In tegenstelling tot de Drechtsteden, maar vooral Nederland, is de werkgelegenheid
in de zakelijke dienstverlening in Dordrecht
afgenomen. In de overige dienstverlening
ten slotte is de groei in Dordrecht gelijk aan de
landelijke groei.
Monitor Economie Dordrecht 2004 24
Figuur 3.6 Ontwikkeling werkgelegenheid per bedrijfstak, 2000-2004 (%) Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Figuur 3.7 Verandering werkgelegenheid Dordrecht naar oorzaak Bron: Bedrijvenregister Dordrecht (bewerking SGB)
Dynamiek werkgelegenheid
De ontwikkeling van de werkgelegenheid is een
per saldo ontwikkeling van een aantal tegengestelde bewegingen. Zo komen er jaarlijks arbeidsplaatsen
bij door oprichtingen, door uitbreiding
van bestaande bedrijvigheid of door vestiging
van bedrijven die van elders komen. Andersom
verdwijnen er ieder jaar ook arbeidsplaatsen
als gevolg van opheffingen, inkrimping
van bestaande bedrijvigheid en vertrek van vestigingen naar elders.
Figuur 3.7 laat zien hoe de verandering in de
werkgelegenheid in de laatste twee jaar, tussen
2002 en 2003 en tussen 2003 en 2004, tot
stand is gekomen. De tabellen 6 en 7 in bijlage 1
geven hiervan een volledig overzicht per bedrijfstak. Tussen 2002 en 2003 is de groei van de
werkgelegenheid (+101) voornamelijk tot stand
gekomen door een positief saldo van uitbreiding
en inkrimping (+175) van bestaande vestigingen.
Door oprichting en vestiging van nieuwe
bedrijven zijn er minder nieuwe banen gegenereerd
dan er door opheffing en vertrek van bedrijven
zijn verdwenen (-105). Tussen 2003 en
2004 zien we andere ontwikkelingen. De krimp
totaal
overige diensten
zakelijke diensten
vervoer/opslag
horeca
handel
industrie
bouw
landbouw/delfstoffen

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30
%
Dordrecht Drechtsteden Nederland

-1200 -1000 -800 -600 -400 -200 0 200 400
saldo oprichting/vestiging
en opheffing/vertrek
saldo verandering sbi-sectie
saldo uitbreiding en
inkrimping
totale groei
2003-2004 2002-2003
Monitor Economie Dordrecht 2004 25
in werkgelegenheid met 792 banen is vooral het
gevolg van een fors negatief saldo door uitbreiding en inkrimping (-946) van bestaande vestigingen.
Het saldo als gevolg van oprichting en
vestiging van nieuwe bedrijven enerzijds en opheffing en vertrek van bedrijven anderzijds is
licht positief (+25). Kijken we naar de afzonderlijke bedrijfstakken dan valt op de grote dynamiek
in de zakelijke dienstverlening en de handel
(en reparatie).
Vacatures
Wanneer werknemers vertrekken of wanneer
een organisatie uitbreidt, ontstaan er vacatures.
Het aantal ontstane vacatures zegt iets over de
personeeldynamiek. Een deel van de vacatures
die ont -staan bij werkgevers wordt aangemeld
bij de Centra voor Werk en Inkomen (CWI). In de
laatste 12 maanden voor oktober 2004 zijn er in
Dordrecht ruim 1.648 vacatures aangemeld. In
de Drechtsteden zijn in totaal 2.689 vacatures
aangemeld. Het voorzichtige herstel van de economie is al duidelijk te zien in de ontwikkeling
van het aantal vacatures in de afgelopen drie
jaar. Vooral in Dordrecht, en in mindere mate in
de Drechtsteden, is het aantal aangemelde vacatures fors gestegen (zie tabel 3.4). Meer dan de
helft van de vacatures ontstaan in de zakelijke
dienstverlening, 19% in de overige dienstverlening en 8% in de detailhandel.
Tabel 3.4 Ingediende vacatures laatste 12 maanden
per oktober
Dordrecht Drechtsteden
Nederland
2002 803 1.667 171.685
2003 875 1.554 174.314
2004 1.648 2.689 222.165
2002-2004 +105% +61% +29%
Bron: CWI

3.2 Beroepsbevolking
De beroepsbevolking is het aanbod op de arbeidsmarkt. Alle mensen van 15 tot en met 64
jaar die zich aanbieden op de arbeidsmarkt behoren tot de beroepsbevolking.
Voor de omvang en de samenstelling van de
Dordtse beroepsbevolking, en de ontwikkelingen
hierin, is gebruik gemaakt van uitkomsten van
de Enquête Beroepsbevolking Dordrecht (zie
bijlage 2). Om de twee jaar vindt dit onderzoek
via het Stadspanel plaats onder de Dordtse bevolking van 18 jaar en ouder. De laatste meting
heeft medio 2004 plaats gevonden. Deze paragraaf
doet verslag van de ontwikkeling van de
bruto en netto participatie op de arbeidsmarkt en
daarmee van de werkzame en werkloze beroepsbevolking. Tevens komen van de werkzame
beroepsbevolking het woon-werkverkeer en
het vervoermiddelgebruik in het woonwerkverkeer
aan de orde.
Potentiële beroepsbevolking
Om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen van
de beroepsbevolking is het raadzaam te kijken
naar de ontwikkelingen van de totale bevolking.
In het bijzonder zijn hierbij de ontwikkelingen in de leeftijdscategorie 15-64 jaar, de zogeheten
'potentiële beroepsbevolking' interessant. De
potentiële beroepsbevolking vormt immers de
basis voor de beroepsbevolking.
Dordrecht telde op 1 januari 2004 bijna
119.690 inwoners, 80.514 personen hiervan
maken deel uit van de potentiële beroepsbevolking. Na een periode van relatief sterke groei
tussen 1995 en 2002, heeft zich in 2003 een
daling van de potentiële beroepsbevolking in
Dordrecht ingezet. Tussen 2002 en 2004 is de
potentiële beroepsbevolking in Dordrecht met
0,5% afgenomen, van 80.866 in 2002 naar
80.514 in 2004. Op landelijk niveau is de potentiële beroepsbevolking tussen 2002 en 2004
echter met 0,8% toegenomen. De groei van de
potentiële beroepsbevolking in Dordrecht ten
opzichte van 1995 is hiermee anno 2004 nog
maar iets groter dan de groei in Nederland (zie
figuur 3.8).
Hoe verhoudt de potentiële beroepsbevolking
zich tot de overige leeftijdsgroepen (0-14 jaar en 65 jaar en ouder)? Tabel 3.5 laat dit zien,
evenals de ontwikkeling hierin vanaf 1995. In
2004 is in vergelijking met 2002 het aandeel 0-
14 jarigen in de Dordtse bevolking licht gedaald.
Het aandeel 15-64 jarigen en het aandeel 65-
plussers zijn in dezelfde periode licht gestegen.
Monitor Economie Dordrecht 2004 26
Figuur 3.8 Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking Bron: SGB en CBS
De 'demografische druk' is de verhouding tussen
de bevolking jonger dan 15 jaar en de bevolking
ouder dan 64 jaar ten opzichte van de potentiële
beroepsbevolking (ook wel aangeduid als 'afhankelijkheidsratio'). Deze 'demografische druk'
is sinds 1995 licht gedaald. De demografische
druk is een optelsom van de 'groene druk' en de
'grijze druk' (respectievelijk de verhouding tussen de 0-14 jarigen en de 65-plussers enerzijds
en de potentiële beroepsbevolking anderzijds). In
vergelijking met 2002 is de groene druk in Dordrecht in 2004 licht gedaald, terwijl de grijze
druk in 2004 juist iets is toegenomen.
Arbeidsparticipatie
Niet alle 15-64 jarigen worden tot de beroepsbevolking gerekend. Een deel van deze potentiële
beroepsbevolking wil of kan niet werken. Over
het algemeen behoren scholieren en studenten
en vrouwen die zich fulltime bezighouden met
de verzorging van hun kinderen niet tot de beroepsbevolking. Daarnaast is er een grote groep
mensen die zich van de arbeidsmarkt heeft teruggetrokken, vanwege bijvoorbeeld vervroegde
pensionering of arbeidsongeschiktheid. De beroepsbevolking bestaat dus uit alle mensen in de
leeftijdsgroep 15-64 jaar die werken of willen
werken. Het gaat daarbij om iedereen die minstens
12 uur per week betaald werk verricht of
daar actief naar op zoek is. Mensen met een
baantje van minder dan 12 uur worden dus niet
tot de beroepsbevolking gerekend.
De bruto arbeidsparticipatie geeft aan welk deel
van de potentiële beroepsbevolking zich ook
werkelijk aanbiedt op de arbeidsmarkt. Nederlandse vrouwen participeren nog altijd minder op
de arbeidsmarkt dan mannen, maar ze zijn wel
met een inhaalslag bezig. In Dordrecht is dat niet anders. In Dordrecht bedraagt de arbeidsdeelname
van mannen in 2004 80% en van vrouwen
61%. In de afgelopen jaren is de arbeidsparticipatie van vrouwen zowel in Dordrecht als
in Nederland toegenomen (zie tabel 3.6). De
arbeidsparticipatie van mannen en vrouwen in
Dordrecht ligt iets boven het landelijke gemiddelde. Tabel 3.5 Leeftijdsopbouw bevolking en demografische druk Dordrecht 1995 1999 2000 2002 2004
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %
0-14 jarigen 21.183 18,6 22.604 18,9 22.722 19,0 22.841 19,0 22.555 18,8 15-64 jarigen 76.607 67,1 80.314 67,2 80.547 67,2 80.866 67,2 80.514 67,3 65-plussers 16.304 14,3 16.555 13,9 16.537 13.8 16.550 13,8 16.621 13,9 groene druk1 27,7 28,1 28,2 28,2 28,0
grijze druk2 21,3 20,6 20,5 20,5 20,6
demograf. druk3 48,9 48,8 48,7 48,7 48,6
Toelichting:

1 groene druk is de verhouding tussen de 0-14 jarigen en de 15-64 jarigen
2 grijze druk is de verhouding tussen de 65-plussers en de 15-64 jarigen
3 demografische druk is de verhouding tussen de 0-14 jarigen en 65-plussers enerzijds en de 15-64 jarigen anderzijds Bron: SGB
Tabel 3.6 Bruto arbeidsparticipatie naar geslacht
Dordrecht Nederland
mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal

1995 77 52 64 75 48 62

1999 79 55 67 78 53 66

2000 80 56 68 79 55 67

2002 78 58 68 79 56 68

2004 80 61 71 79 58 69
Bron: Stadspanel en CBS

95

100

105

110
'95 '97 '99 '01 '03
Dordrecht Nederland
Monitor Economie Dordrecht 2004 1
Beroepsbevolking
De ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking en de participatie van die potentiële beroepsbevolking op de arbeidsmarkt bepalen samen
de ontwikkeling van de totale beroepsbevolking.
De beroepsbevolking van Dordrecht
bedraagt anno 2004 zo´n 57.000 personen (zie
tabel 3.7). Ten opzichte van 1995 betekent dit
een groei van 7.500 personen, een relatieve
groei van ruim 12%. Sinds 2002 is de beroepsbevolking met ongeveer 1.800 personen toegenomen
(3,2%).
Tabel 3.7 Beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht mannen vrouwen totaal

1995 29.800 19.700 49.500

1999 32.000 22.000 54.000

2000 32.400 22.500 54.900

2002 31.800 23.400 55.200

2004 32.400 24.600 57.000

1995-2004
absoluut +2.600 +4.900 +7.500
% +8,7 +24,9 +15,2

2002-2004
absoluut +600 +1.200 +1.800
% +1,9 +4,9 +3,2
Bron: Stadspanel
De beroepsbevolking bestaat uit 32.400 mannen
en 24.600 vrouwen (zie tabel 3.7). De vrouwelijke
beroepsbevolking vertoont sinds 1995 een
sterkere groei dan de mannelijke beroepsbevolking, respectievelijk 25% en 9%. Ook in vergelijking
met 2002 is de groei van de vrouwelijke
beroepsbevolking relatief gezien groter dan de
mannelijke beroepsbevolking.
Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking is
een belangrijke factor voor het goed functioneren
van de arbeidsmarkt. Bovendien is een hoog
opgeleide bevolking goed voor de economische
groei. Tabel 3.8 geeft het opleidingsniveau van
de mannelijke en vrouwelijke beroepsbevolking
in Dordrecht. Van de Dordtse beroepsbevolking
is 20% laag opgeleid (maximaal mavo of vbo),

40% heeft een middelbaar opleidingsniveau (havo/ vwo/mbo) en eveneens 40% van de beroepsbevolking
in Dordrecht is hoog opgeleid
(hbo of wo). In vergelijking met de mannelijke
beroepsbevolking bestaat de vrouwelijke beroepsbevolking uit relatief iets minder laag en
hoog opgeleiden en iets meer middelbaar opgeleiden. Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking
lijkt te stijgen. In vergelijking met 2002
is het aandeel laag opgeleiden in de beroepsbevolking afgenomen en dat van de middelbaar en
hoog opgeleiden toegenomen.
Een vergelijking met cijfers van het CBS uit de
Enquête beroepsbevolking toont aan dat het
totale aandeel middelbaar en hoog opgeleiden in
Dordrecht wellicht iets hoger respectievelijk lager zou moeten zijn. Een oververtegenwoordiging
van hoog opgeleiden in de respons van het
Stadspanelonderzoek is hiervoor een mogelijke
verklaring.
In plaats van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking is 'creativiteit' een belangrijke
voorwaarde voor de kenniseconomie. Gebleken
is dat steden waarvan het werk van een groot
deel van de beroepsbevolking bestaat uit het
bedenken van nieuwe ideeën en creatieve oplossingen ook een sterke groei van de werkgelegenheid
laten zien. De aanwezigheid van een
sterke creatieve klasse, bestaande uit kunstenaars, artiesten, ontwerpers, ICT-ers, wetenschappers,
onderzoekers, journalisten, architecten,
ingenieurs, etc., is van invloed op het innovatief en het creatief vermogen van de stad. In
Dordrecht behoort 18,4% van de beroepsbevolking
tot de creatieve klasse, waarmee Dordrecht
duidelijk achterblijft bij het gemiddelde van de 50 grootste gemeenten in Nederland3.
Werkzame beroepsbevolking
In 2004 heeft de werkzame beroepsbevolking
van Dordrecht een omvang van 52.300 personen
(zie tabel 3.9), bijna 60% hiervan bestaat
uit mannen. Tot 2002 vertoont de werkzame
beroepsbevolking een stijgende ontwikkeling,
tussen 2002 en 2004 is deze door de ongunstige
situatie op de arbeidsmarkt, met 300 personen
afgenomen. Deze daling komt geheel voor
rekening van de vrouwen.
Tabel 3.8 Beroepsbevolking naar geslacht en opleidingsniveau Dordrecht, 2004 mannen vrouwen totaal
absoluut % absoluut % absoluut %
laag 6.600 20 4.700 19 11.300 20
middelbaar 12.600 39 10.300 42 22.900 40
hoog 13.200 41 9.600 39 22.800 40
totaal 32.400 100 24.600 100 57.000 100
Bron: Stadspanel
Monitor Economie Dordrecht 2004 28
De werkzame beroepsbevolking als aandeel van
de potentiële beroepsbevolking is de netto arbeidsparticipatie. Deze is tot 2002 voor de
vrouwen sterk toegenomen, van 44% in 1995
naar 56% in 2002, maar neemt tussen 2002 en

2004 weer licht af tot 55%. Bij de mannen is er sprake van een stijging, van 69% in 1995 naar

75% in 2004.
Tabel 3.9 Werkzame beroepsbevolking Dordrecht
naar geslacht
mannen vrouwen totaal

1995 26.800 16.600 43.400

1999 29.700 19.900 49.600

2000 30.700 20.600 51.300

2002 30.300 22.300 52.600

2004 30.300 22.000 52.300

1995-2004
absoluut +3.500 +5.400 +8.900
% +13,1 +32,5 +20,5

2002-2004
absoluut 0 -300 -300
% 0,0 -1,3 -0,6
Bron: Stadspanel
Bijna negen op de tien personen behorend tot de
werkzame beroepsbevolking zijn in loondienst
(zie tabel 3.10). Daarnaast bestaat de werkzame
beroepsbevolking voor 6% uit zelfstandigen en
heeft eveneens 6% een flexibele arbeidsrelatie.
Verhoudingsgewijs werken vrouwen iets vaker
in loondienst dan mannen en oefenen mannen
iets vaker dan vrouwen een zelfstandig beroep
uit.
Woon-werkverkeer
In tabel 3.11 is de Dordtse werkzame beroepsbevolking onderverdeeld naar werkgemeente,
waardoor onder andere een beeld van de uitgaande
pendel wordt verkregen. Van de werkzame
beroepsbevolking van Dordrecht is 56%
werkzaam in de eigen stad. Dit betekent dat

44% van de werkzame beroepsbevolking naar
een werklocatie buiten de stad pendelt. In de
afgelopen jaren is de mobiliteit van de Dordtse
werkzame beroepsbevolking iets toegenomen. In

1992 werkte nog 62% van de werkzame beroepsbevolking in Dordrecht en bedroeg de uitgaande
pendel 38%4.
Van de Dordtse werkzame beroepsbevolking is

13% werkzaam in de overige ´Drechtsteden´;
Papen-drecht, Zwijndrecht, Sliedrecht, Hendrik-
Ido-Ambacht of Alblasserdam, 12% werkt in
Rotterdam en 19% is elders werkzaam.
De mannelijke werkzame beroepsbevolking van
Dordrecht pendelt beduidend meer dan de
vrouwelijke. Ongeveer tweederde van de vrouwen
is werkzaam in Dordrecht, terwijl dat bij de
mannen 48% is. Het aandeel mannen en vrouwen
dat vanuit Dordrecht naar Rotterdam pendelt,
is ongeveer gelijk.
Tabel 3.10 Werkzame beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht en positie, 2004 mannen vrouwen totaal
absoluut % absoluut % absoluut %
loondienst 26.200 86 19.900 90 46.100 88
zelfstandig 2.300 8 800 4 3.100 6
overig 1.800 6 1.300 6 3.100 8
totaal 30.300 100 22.000 100 52.300 100
Bron: Stadspanel
Tabel 3.11 Werkzame beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht en werkgemeente, 2004 mannen vrouwen totaal
absoluut % absoluut % absoluut %
Dordrecht 14.600 48 14.700 67 29.300 56
overig Drecht-steden 4.100 14 2.600 12 6.700 13
Rotterdam 3.900 13 2.600 12 6.500 12
elders 7.700 25 2.100 10 9.800 19
totaal 30.300 100 22.000 100 52.300 100
Bron: Stadspanel
Monitor Economie Dordrecht 2004 29
In 2004 is 56% van de werkzame beroepsbevolking
in Dordrecht werkzaam, een aandeel dat
vergelijkbaar is met dat in 2002 (57%). Tabel

3.12 geeft een overzicht van waar de 29.300
personen die behoren tot de werkzame beroepsbevolking van Dordrecht binnen deze stad werkzaam
zijn. Hieruit blijkt dat, net als in 2002, ongeveer één op de tien personen behorend tot de
Dordtse werkzame beroepsbevolking werkzaam
is in de Dordtse binnenstad. Het aandeel van de
werkzame beroepsbevolking dat werkt in de 19e
Eeuwse schil is gedaald van 7% in 2002 naar

4% in 2004. Op de twee grote industriegebieden werkt anno 2004 13% van de werkzame
beroepsbevolking, in vergelijking met 10% in

2002. De resterende 28% van de werkzame
beroepsbevolking werkt elders in Dordrecht.
Wanneer onderscheid wordt gemaakt tussen
mannen en vrouwen zien we dat relatief veel
vrouwen werkzaam zijn in de binnenstad en
elders in Dordrecht. Mannen werken relatief
vaker op de twee grote industriegebieden dan
vrouwen.
Vervoermiddelgebruik woon-werkverkeer
Tabel 3.13 geeft een overzicht van het
vervoermiddelgebruik in het woon-werkverkeer
van de totale Dordtse werkzame
beroepsbevolking. Dordtenaren die werkzaam
zijn in hun eigen stad maken vooral gebruik van
de fiets (48%). Ruim een derde gaat met de
een derde gaat met de auto of motor naar het
werk, terwijl 3% ´carpoolt´. Verder gaat 8% te
voet en maakt 5% gebruik van het openbaar
vervoer. Bij de overige werkbestemmingen
wordt meer gebruik gemaakt van de auto/motor
en het openbaar vervoer. Vooral de Dordtenaren
die in Rotterdam werken maken gebruik van het
openbaar vervoer (36%). Ook wordt meer gedaan
aan carpoolen. Logischerwijs gaat men
minder te voet of met de fiets. Toch maakt 22%
van de Dordtenaren die in de overige Drechtsteden
werken gebruik van de fiets.
In 2004 gaan er meer Dordtenaren die in de
overige Drechtsteden werken met de fiets
(22%) naar het werk dan in 2002 het geval was
(15%). Hiermee zijn we anno 2004 weer ongeveer
terug op het niveau van 2000 (24%). Het
gebruik van het openbaar vervoer door Dordtenaren
die in de overige Drechtsteden werken,
tussen 2000 en 2002 al gedaald van 12% naar

7%, daalt in 2004 nog verder naar 5%. De stijging van het gebruik van de fiets en daling van
het openbaar vervoer kan betekenen dat deze
groep pendelaars meer gebruik maakt van de
waterbus, toch ook een vorm van openbaar vervoer.
Omdat gevraagd is naar het vervoermiddel
waarmee de grootste afstand wordt afgelegd
kunnen we dit niet direct uit de cijfers afleiden. Tabel 3.12 Werkzame beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht en locatie in Dordrecht, 2004 mannen vrouwen totaal
absoluut % absoluut % absoluut %
Historische binnenstad 2.200 7 3.400 16 5.600 11

19e Eeuwse schil 1.300 4 1.000 4 2.300 4
industriegebied Staart 2.100 7 800 4 2.900 6
industriegebied West 2.800 9 1.100 5 3.900 7
elders in Dordrecht 6.200 20 8.400 38 14.600 28
totaal 14.600 48 14.700 67 29.300 56
Bron: Stadspanel
Tabel 3.13 Werkzame beroepsbevolking naar werkgemeente en vervoermiddel, 2004 (% van de werkzame beroepsbevolking)
auto/motor carpoolen te voet fiets openbaar vervoer anders totaal Dordrecht 35 3 8 48 5 2 100
overige Drechtsteden 64 7 0 22 5 2 100
Rotterdam 54 6 0 2 36 1 100
elders 69 8 0 5 17 2 100
Bron: Stadspanel
Monitor Economie Dordrecht 2004 2
Tabel 3.14 geeft een overzicht van het vervoermiddelgebruik van de in Dordrecht werkzame
beroepsbevolking. Dordtenaren die in de
binnenstad werken maken anno 2004, ondanks
een lichte daling ten opzichte van 2002, nog
steeds het meest gebruik van de fiets (56%).
Wel zien we onder deze Dordtenaren een lichte
toename van het gebruik van de auto/motor
(van 14% in 2002 naar 18% in 2004). Van de
Dordtenaren die in de binnenstad werken komt

14% met het openbaar vervoer naar het werk.
Onder Dordtenaren die in de 19e Eeuwse schil
werken zien we een sterke toename van het
gebruik van de fiets (van 39% in 2002 naar

50% in 2004). Een sterke daling zien we daarentegen in het aandeel Dordtenaren dat te voet
naar het werk in de 19e Eeuwse schil gaat (van

29% in 2002 naar 11% in 2004).
Tussen de twee industriegebieden zien we, in
tegenstelling tot in 2002, nauwelijks verschillen. Iets meer dan de helft van de Dordtenaren die
werkzaam zijn op één van beide industriegebieden
komt met de auto naar het werk. Sinds

2002 is dit aandeel voor industriegebied Staart sterk toegenomen (van 36% in 2002 naar 52%
in 2004). Dit lijkt vooral ten koste te gaan van
het gebruik van de fiets (van 42% in 2002 naar

33% in 2004) en het openbaar vervoer (van

19% in 2002 naar 6% in 2004).
Tabel 3.15 laat het verband zien tussen de af te
leggen afstand in het woon-werkverkeer en het
vervoermiddel. Tot een afstand van 5 km is de
fiets het meest gebruikte vervoermiddel en bij
grotere afstanden de auto (of motor). Het gebruik
van het openbaar vervoer neemt toe naarmate
de af te leggen afstand groter is.
Tabel 3.14 In Dordrecht werkzame beroepsbevolking naar locatie en vervoermiddel, 2004 (% van de werkzame beroepsbevolking) auto/motor carpoolen te voet fiets openbaar vervoer anders totaal Historische Binnenstad 18 1 11 56 14 0 100

19e Eeuwse schil 32 0 11 50 0 7 100
industriegebied Staart 52 6 3 33 6 0 100
industriegebied West 53 7 0 40 0 0 100
elders in Dordt 36 4 9 47 2 2 100
Dordrecht totaal 35 3 8 48 5 2 100
Bron: Stadspanel
Tabel 3.15 Werkzame beroepsbevolking naar afstand en vervoermiddel, 2004 (% van de werkzame beroepsbevolking) auto/motor carpoolen te voet fiets openbaar vervoer anders totaal
6-10 km 59 2 0 34 5 1 100

11-20 km 67 7 1 13 11 1 100
>20 km 65 9 0 1 24 1 100
Bron: Stadspanel
Monitor Economie Dordrecht 2004 31

3.3 Werkloosheid
Na een periode van gunstige ontwikkelingen op
de arbeidsmarkt tot 2002 treedt tussen 2002 en

2004 een sterke toename van de werkloosheid
in Dordrecht op. In 2004 bedraagt de werkloze
beroepsbevolking 4.700 personen (zie tabel

3.16), dit is 8,3% van de beroepsbevolking. In
2002 had de werkloze beroepsbevolking nog
een omvang van 2.600 personen (4,7% van de
beroepsbevolking). Tussen 1995 en 2002 daalde
de werkloze beroepsbevolking in Dordrecht
met meer dan 57%. Het jaar 2002 lijkt wat dit
betreft het keerpunt te vormen. Tussen 2002 en

2004 steeg de werkloze beroepsbevolking in
Dordrecht met ruim 80%. Vooral bij de vrouwen
nam de werkloze beroepsbevolking fors toe.
Tabel 3.16 Werkloze beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht
mannen vrouwen totaal

1995 3.000 3.100 6.100

1999 2.300 2.100 4.400

2000 1.700 1.900 3.600

2002 1.500 1.100 2.600

2004 2.100 2.600 4.700

1995-2004
absoluut -900 -500 -1.400
% -30,0 -16,1 -23,0

2002-2004
absoluut +600 +1.500 +2.100
% +40,0 +136,4 +80,8
Bron: Stadspanel
Tabel 3.17 geeft een overzicht van de werkloosheidspercentages in Dordrecht en Nederland.
De werkloosheid onder vrouwen is beduidend
groter dan onder mannen. In 2004 is 6,6% van
de mannelijke beroepsbevolking werkloos, bij de
vrouwen is 10,5% werkloos. Voor zowel de
mannen als de vrouwen ligt de werkloosheid in
Dordrecht beduidend hoger dan in Nederland
(5,7% resp. 7,3%).
Een van de doelen die de gemeente Dordrecht
zich in het kader van het GSB-beleid heeft gesteld is dat het werkloosheidspercentage in

2004 maximaal 50% boven het landelijk gemiddelde mag liggen. Ondanks de werkloosheid in
de laatste twee jaar in Dordrecht sterker is toegenomen dan landelijk is deze doelstelling toch
gehaald.
Andere indicatoren werkloosheid
Naast de werkloze beroepsbevolking zijn er nog
andere indicatoren voor de werkloosheid. Hierna
worden er een aantal besproken: WWuitkeringen
(volgens het UWV), bijstand (sociale
dienst), de niet-werkende werkzoekenden (CWI).
Tenslotte wordt ingegaan op de ontwikkeling
van de arbeidsongeschiktheid in Dordrecht.
WW-uitkeringen
De ontwikkeling van het aantal WW-uitkeringen
zegt het meest direct iets over de ontwikkeling
van - een deel van - de werkloosheid. De WWcijfers komen tot stand via registratie en zijn
afkomstig van het UWV die de uitkeringen registreert in het kader van de Wet Werkloosheid.
Het bestand is nauwelijks aan bestandsvervuiling
onderhevig. In het aantal WW-uitkeringen
zien we vanaf 2000 tot 2002 een duidelijke
daling (zie tabel 3.18). Hierna neemt het aantal
WW-uitkeringen in Dordrecht echter weer toe.
Vooral tussen 2003 en 2004 stijgt het aantal
WW-uitkeringen sterk, met 44% van 1.486 naar

2.134.
Tabel 3.18 laat ook zien dat in de periode van
2000 tot en met 2002 het aantal WWuitkeringen
in Nederland (-25,1%) sterker is afgenomen
dan in Dordrecht (-20,3%). Tussen
2002 en 2004 is het aantal WW-uitkeringen
weer aanzienlijk toegenomen. In Dordrecht zien
we een stijging van 61,1% tegenover een stijging
van 69,3% in Nederland. Zowel in Dordrecht
als in Nederland ligt het aantal WWuitkeringen
in 2004 weer ongeveer op het niveau
van 1999.
Tabel 3.17 Werkloze beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht (% van de beroepsbevolking) Dordrecht Nederland
mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal
1995 10,1 15,7 12,3 6,0 11,0 8,0
1999 7,2 9,5 8,1 3,0 6,1 4,3
2000 5,2 8,4 6,5 2,7 5,4 3,8
2002 4,9 4,6 4,7 3,4 5,0 4,1
2004 6,6 10,5 8,3 5,7 7,3 6,4
Bron: Stadspanel en CBS
Monitor Economie Dordrecht 2004 32
Tabel 3.18 Ontwikkeling aantal WW-uitkeringen
2000 2001 2002 2003 2004 2000-2002 2002-2004
absoluut % absoluut %
Dordrecht 1.663 1.471 1.325 1.486 2.134 -338 -20,3 +809 +61,1 Drechtsteden 3.368 2.990 2.577 2.806 3.955 -791 -23,5 +1.378 +53,5 Nederland (x 1.000) 221,1 193,5 165,6 204,9 280,3 56 -25,1 +115 +69,3 Bron: Lisv/UWV
Tabel 3.19 Ontwikkeling aantal ABW/WWB-uitkeringen 2000 2001 2002 2003 2004 2000-2003 2003-2004
absoluut % absoluut %
Dordrecht 4.956 4.558 4.216 4.160 4.371 -796 -16,1 +211 +5,1 Drechtsteden 6.940 6.390 6.180 6.220 6.460 -720 -10,4 +240 +3,9 Nederland (x 1.000) 363 335 322 316 335 47 -12,9 +19 +6,0 Bron: Sociale Dienst Dordrecht en CBS
Figuur 3.9 Aantal WW-uitkeringen per 1.000
inwoners 15-64 jaar, 1.1.2004
Bron: UWV
Afgezet tegen de bevolking hebben in Dordrecht
ruim 26 personen op de 1.000 inwoners van
15-64 jaar een WW-uitkering (zie figuur 3.9).
Hiermee ligt Dordrecht iets boven het landelijke
gemiddelde (25,5), maar duidelijk onder het gemiddelde van de G26 (30,0). In de Drechtsteden
hebben ruim 22 personen op de 1.000 15-64
jarigen een WW-uitkering.
Bijstandsgerechtigden
Na het aantal WW-uitkeringen zegt het aantal
bijstandsontvangers het meest direct iets over
de ontwikkeling van - een deel van - de werkloosheid. Ook dit bestand is nauwelijks aan bestandsvervuiling onderhevig.
Daling van de werkloosheid leidt tot een daling
van het aantal personen met een bijstandsuitkering. Omgekeerd leidt een stijging van de werkloosheid
tot meer bijstandsgerechtigden. In Dordrecht
vertoont het aantal bijstandsgerechtigden
(15-64 jaar) tussen 2000 en 2003 een dalende
ontwikkeling (zie tabel 3.19). Tussen 2003 en
2004 stijgt het aantal uitkeringsontvangers
ABW/WWB5 echter weer met 5,1% van 4.160
naar 4.371.
In dezelfde tabel zien we de ontwikkeling van
het aantal ABW/WWB-uitkeringen in Dordrecht
in vergelijking met de ontwikkeling in de Drechtsteden en Nederland. Tussen 2000 en 2003
daalt het aantal uitkeringsgerechtigden in Dordrecht met -16,1% sneller dan in de Drechtsteden
en landelijk. Tussen 2003 en 2004 stijgt het
aantal uitkeringsontvangers ABW/WWB weer.
De stijging in Dordrecht is kleiner dan in Nederland, maar groter dan in de Drechtsteden.
Ten opzichte van het gemiddelde voor de G26
en Nederland heeft Dordrecht een hoge uitkeringsdichtheid (zie figuur 3.10). Op elke 1.000
personen van 15-64 jaar ontvangen er in Dordrecht
56,8 een WWB-uitkering. Landelijk geldt
dit voor 32,6 op de 1000 personen en het gemiddelde van de G26 ligt op 45,3. De uitkeringsdichtheid
in de Drechtsteden ligt net boven
het landelijke gemiddelde.
Figuur 3.10 Aantal WWB-uitkeringen per 1.000
inwoners 15-64 jaar, 1.1.2004
Bron: Sociale Dienst Dordrecht en CBS
0
5
10
15
20
25
30
35
Dordrecht Drechtsteden G26 Nederland
0
10
20
30
40
50
60
Dordrecht Drechtsteden G26 Nederland
Monitor Economie Dordrecht 2004 33
Figuur 3.11 Aantal NWW-ers per 1.000 inwoners
15-64 jaar, 1.1.2005
Bron: CWI
Niet-werkende werkzoekenden
Het totale aantal (niet-werkende) werkzoekenden
geeft niet meer dan een globale indicatie van de
werkloosheidsontwikkeling en is vooral waardevol
voor een langere termijn beeld. Tabel 3.20
laat zien dat op 1 januari 2005 er 6.557 Dordtenaren als niet-werkende werkzoekende ingeschreven
stonden, 1.765 minder dan op 1 januari
2004. Opvallend in het laatste jaar is de daling
van het aantal niet-werkende werkzoekenden in
Dordrecht tegenover een stijging op landelijk niveau. Een deel van de daling in Dordrecht is te
verklaren door een aanpassing van de administratieve procedures in het district CWI Zuid West
Nederland, waardoor werkzoekenden in fase 2
t/m 4 zelf verantwoordelijk zijn voor de verlenging van hun inschrijving. Omdat het hier om een
eenzijdige wijziging gaat die elders in het land
(nog) niet is doorgevoerd kunnen de ontwikkelingen in Dordrecht helaas niet meer goed worden
vergeleken met ontwikkelingen elders.
Gelijk aan de G26 staan in Dordrecht zo'n 82
mensen per 1.000 inwoners van 15-64 jaar als
niet-werkend werkzoekend ingeschreven. In de
Drechtsteden bedraagt het aantal niet-werkende
werkzoekenden per 1.000 inwoners van 15-64
jaar 61, ongeveer gelijk aan het Nederlands gemiddelde. De knelpunten aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt concentreren zich vooral bij jongeren,
allochtonen en lager opgeleiden. Tabel 3.21
laat zien hoe deze kwetsbare groepen zijn vertegenwoordigd onder de niet-werkende werkzoekenden
in Dordrecht, Drechtsteden en Nederland.
In Dordrecht staan zes op de tien werkzoekenden
langer dan een jaar geregistreerd,
behoort een derde tot de etnische minderheden,
is één op de tien jonger dan 23 jaar en heeft
ruim de helft een laag opleidingsniveau (maximaal
vbo of mavo afgerond). In de Drechtsteden
zien we ongeveer hetzelfde beeld. Alleen is hier
het aandeel etnische minderheden lager dan
onder de Dordtse werkzoekenden. Ten opzichte
van Nederland zien we dat onder de nietwerkende
werkzoekenden de kwetsbare groepen
in Dordrecht, en in mindere mate in de regio,
sterker zijn vertegenwoordigd.
Arbeidsongeschiktheid
Begin 2004 hadden 6.140 Dordtenaren een
arbeidsongeschiktheidsuitkering6. Sinds 2000 is
het aantal arbeidsongeschikten in Dordrecht met
ruim 13% gegroeid. Pas in het laatste jaar is er
weer sprake van een krimp (-0,7%). In de
Drechtsteden zien we een vergelijkbare ontwikkeling. Tussen 2000 en 2003 was de groei in
Dordrecht en de Drechtsteden aanmerkelijk groter
dan in Nederland. In dezelfde periode nam
het aantal arbeidsongeschikten in Nederland met
maar 0,1% toe. De krimp in het laatste jaar in
Dordrecht, maar ook in de Drechtsteden, blijft
ook achter bij de landelijke ontwikkeling.
Tabel 3.20 Ontwikkeling niet-werkende werkzoekenden 2002 2003 2004 2005 2002-2004 2004-2005
absoluut % absoluut %
Dordrecht 5.350 6.477 8.322 6.557 +2.972 +55,6 -1.765 -21,2 Nederland 489.000 547.000 678.545 692.210 +189.545 +38,8 +13.665 +2,0 Bron: CWI
Tabel 3.21 NWW-ers naar diverse groepen, 1.1.2005
Dordrecht Drechtsteden Nederland
aantal % aantal % %
langer dan 1 jaar ingeschreven 3.972 61 6.466 59 54 etnische minderheid 2.083 32 2.881 26 24
jonger dan 23 jaar 672 10 1.013 9 7
laag opgeleid 3.480 53 5.609 51 49
Bron: CWI
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Dordrecht Drechtsteden G26 Nederland
Monitor Economie Dordrecht 2004 34
Tabel 3.22 Ontwikkeling aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen 2000 2001 2002 2003 2004 2000-2003 2003-2004
absoluut % absoluut %
Dordrecht 5.424 5.650 5.993 6.182 6.140 +758 +14,0 -42 -0,7 Drechtsteden 11.340 11.741 12.305 12.629 12.582 +1.289 +11,4 -47 -0,4 Nederland (x 1.000) 992,5 952,7 978,5 993,0 979,6 +0,5 +0,1 -13,4 -1,3 Bron: Lisv/UWV
Figuur 3.12 Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen per 1.000 inwoners 15-64 jaar, 1.1.2004
Bron: UWV
Afgezet tegen de omvang van de bevolking hebben
in Dordrecht 76 op de 1.000 inwoners van
15-64 jaar een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Hiermee ligt Dordrecht duidelijk onder de
gemiddelden van Nederland (89,1) en de G26
(93,5). De Drechtsteden ligt met 70,2 weer
onder het Dordtse gemiddelde.

3.4 Inkomen
Naast het hebben van werk vormt het welvaartsniveau van de inwoners een indicator voor
de economische positie van de stad. Het welvaartsniveau van de bevolking kan afgemeten
worden aan het (particulier) huishoudensinkomen.
In 2000 bedroeg het gemiddeld besteedbaar
inkomen per huishouden in Dordrecht ¤
24.500, lager dan het Nederlands gemiddelde.
Ook in de ontwikkeling van het inkomen blijft
Dordrecht achter bij Nederland (zie tabel 3.23).
In vergelijking met de overige Drechtsteden zien
we dat Dordrecht het laagste gemiddelde inkomen
per huishouden heeft en dat in de meeste
regiogemeenten het inkomen sterker is gestegen.
Tabel 3.23 Ontwikkeling besteedbaar inkomen per
huishouden
1998 2000 1998-
2000
Dordrecht 22.800 24.500 +7,5%
Alblasserdam 24.000 26.000 +8,3%
's-Gravendeel 25.700 27.300 +6,2%
Hendrik-Ido-
Ambacht
26.900 29.300 +8,9%
Papendrecht 26.000 28.200 +8,5%
Sliedrecht 24.300 26.400 +8,6%
Zwijndrecht 24.800 26.700 +7,7%
Nederland 23.900 25.900 +8,4%
Figuur 3.13 laat zien hoe het gestandaardiseerde7
inkomen per huishouden, ook wel aangeduid
als het koopkrachtinkomen, van Dordrecht zich
verhoudt tot de andere GSB-gemeenten. Binnen
de G26 staat Dordrecht op een 10e positie en
wordt omring door steden als Zwolle, Alkmaar,
Hengelo en Deventer. Het hoogste inkomen
heeft Amersfoort, het laagste Groningen.
In 2000 waren er in Dordrecht 6.000 huishoudens
met een inkomen onder of rond het sociaal
minimum. In de hele Drechtsteden bijna 10.000
huishoudens. Het armoedepercentage voor Dordrecht
bedraagt hiermee 11,8% en voor de
Drechtsteden 9,0%. Het aandeel huishoudens
onder of rond het sociaal minimum in Nederland
is 9,4%.
0
20
40
60
80
100
Dordrecht Drechtsteden G26 Nederland
Monitor Economie Dordrecht 2004 35
Figuur 3.13 Huishoudensinkomen G26
(gestandaardiseerd, x ¤ 1.000), 2000
Bron: CBS
3.5 Pendel
Inkomende pendel
In paragraaf 3.2 zagen we al dat 56% van de
werkzame Dordtse beroepsbevolking in de eigen
stad werkzaam is en dat 44% buiten Dordrecht
werkt. Dit is de uitgaande pendel. Bezien vanuit
de werkgelegenheid wordt meer dan de helft
(56%; peildatum 1.1.2003) van alle banen in
Dordrecht bezet door inwoners van Dordrecht,
een stijging van 1 procentpunt ten opzichte van
3 jaar doorvoor. Dit betekent dat 44% van de
banen in Dordrecht worden bezet door mensen
van buiten Dordrecht. Dit is de inkomende pendel.
De grootste groep in Dordrecht werkzame personen
van buiten Dordrecht is afkomstig uit de
overige Drechtsteden (17%). Dit aandeel is door
de jaren heen nauwelijks veranderd. Het aandeel
in Dordrecht werkzame personen uit de regio
Rijnmond ligt met 10% in 2003 2 procentpunten
hoger dan in 2000. Ook uit de Alblasserwaard/
Vijfheerenlanden is de pendel naar Dordrecht
met 1 procentpunt toegenomen. Alleen
vanuit Noord-Brabant is de pendel naar Dordrecht
tussen 2000 en 2003 gedaald. In 2000
werd nog 9% van de banen in Dordrecht bezet
door personen uit Noord-Brabant. In 2003 was
dit aandeel gedaald naar 6%.
Tabel 3.24 In Dordrecht werkzame personen naar herkomst woonomgeving/gebied 1990 1992 1994 1997 2000 2003
Dordrecht 60% 58% 57% 61% 55% 56%
overige Drechtsteden 17% 17% 17% 15% 17% 17%
Rijnmond 6% 7% 7% 6% 8% 10%
Hoeksche Waard 2% 2% 2% 2% 2% 2%
Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 3% 3% 3% 3% 2% 3%
overig Zuid-Holland 3% 3% 3% 2% 2% 2%
Noord-Brabant 7% 7% 7% 5% 9% 6%
elders 3% 3% 3% 6% 4% 4%
totaal aantal werkzame personen 45.557 49.157 48.347 50.544 53.807 53.919 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
0 5 10 15 20 25
Nederland
Groningen
Enschede
Almelo
Leeuwarden
Emmen
Heerlen
Helmond
Lelystad
Schiedam
Arnhem
Nijmegen
Venlo
Maast richt
Tilburg
Deventer
Hengelo
Dordrecht
Alkmaar
Zwolle
Eindhoven
Leiden
Zaanstad
Breda
Haarlem
's-Hertogenbosch
Amersfoort
Monitor Economie Dordrecht 2004 36
Werkgelegenheid versus beroepsbevolking
In de vorige paragrafen in dit hoofdstuk hebben
we laten zien hoe de werkgelegenheid en de
beroepsbevolking zich in de afgelopen jaren
hebben ontwikkeld. Via een confrontatie van
deze vraag- en aanbodontwikkelingen op de
Dordtse arbeidsmarkt kan meer inzicht worden
verkregen in de determinanten van de ontwikkeling
van de werkloosheid.
Sinds 2000 is de werkgelegenheid in Dordrecht
maar licht toegenomen (+100), terwijl de beroepsbevolking duidelijk in omvang is gegroeid
(+2.100). Door deze ontwikkelingen aan de
vraag- en aanbodzijde op de Dordtse arbeidsmarkt
steeg de werkloze beroepsbevolking (+1.100).
Pendelstromen benadrukken het verschil tussen
werkgelegenheid en beroepsbevolking. Bij werkgelegenheid gaat het om mensen die in een gebied
werken, bij de beroepsbevolking om mensen
die daar wonen. De beroepsbevolking is niet
uitsluitend georiënteerd op de Dordtse arbeidsmarkt, maar ook erbuiten. Andersom zijn er ook
veel mensen in Dordrecht werkzaam die van
buiten Dordrecht afkomstig zijn.
In welke mate de relatieve discrepantie tussen
vraag en aanbod op de lokale arbeidsmarkt leidt
tot een minder gunstige ontwikkeling van de
lokale werkloosheid, wordt mede bepaald door
de regionale arbeidsmarktsituatie en de concurrentiepositie van de Dordtse beroepsbevolking
op de regionale arbeidsmarkt. Aannemelijk is dat
ook de regionale beroepsbevolking zal worden
beïnvloed, zowel wat betreft ontwikkeling van
de werkloosheid als wat betreft werkgemeente.
In dit verband is de pendel een ´regulerende´
variabele. Per definitie geldt dat de absolute verandering van de werkloze beroepsbevolking gelijk
is aan de absolute verandering van de totale
beroepsbevolking, minus de absolute verandering
van de werkgelegenheid, plus de absolute
verandering van de inkomende pendel, minus de
absolute verandering van de uitgaande pendel.
In symbolen: wlb = bb - w + Pin - Puit
wlb = werkloze beroepsbevolking
bb = totale beroepsbevolking
w = werkgelegenheid
pin = inkomende pendel
puit = uitgaande pendel
= absolute verandering tussen t0 en t1
Tabel 3.25 geeft de situatie weer van de woonwerkbalans voor Dordrecht in 2004 en de ontwikkelingen
sinds 2000. Uit de tabel kunnen we
het volgende afleiden:

· in 2004 heeft 56% van de werkende Dordtenaren een werkkring in Dordrecht;

· 44% van de werkende Dordtenaren werkt
dus buiten de stad, dit is de uitgaande pendel;

· van de arbeidsplaatsen in Dordrecht wordt in 2004 58% bezet door de eigen bevolking;

· de resterende 42% wordt ingenomen door
mensen van buiten de stad: de inkomende
pendel;

· sinds 2000 is de uitgaande pendel met

1.000 personen afgenomen;

· onder invloed van de ontwikkeling van de
werkgelegenheid in Dordrecht (eerste geringe
groei, daarna daling) nam de inkomende pendel
(-1.900) nog meer af;

· hierdoor is het negatieve pendelsaldo (-1.000 in 2000) verder toegenomen tot -1.900 in

2004.
Tabel 3.25 laat ook de ontwikkeling van de
werkloze beroepsbevolking zien. In een open
arbeidsmarkt met de pendel als 'regulerende'
ruimtelijke variabele, is de werkloze beroepsbevolking met 1.100 gegroeid. Sinds 2000 is de
stijging van de werkloze beroepsbevolking het
gevolg van de volgende ontwikkelingen op de
(Dordtse) arbeidsmarkt: een groei van de beroepsbevolking met 2.100, een groei van de
werkgelegenheid met 100 en een per saldo met

900 personen toegenomen negatief pendelsaldo.
Tabel 3.25 Ontwikkeling van de woon- werkbalansen in Dordrecht 2000-2004
2000 2002 2004 2000-2004
abs. %
woont en werkt in Dordrecht 27.300 29.800 29.300 +2.000 +7,3 woont in Dordrecht, werkt elders (uitgaande pendel) 24.000 22.800 23.000 -1.000 -4,2 woont elders, werkt in Dordrecht (inkomende pendel) 23.000 21.300 21.100 -1.900 -8,3 pendelsaldo -1.000 -1.500 -1.900 -900 -90,0
werkgelegenheid 50.300 51.100 50.400 +100 +0,2
totale beroepsbevolking 54.900 55.200 57.000 +2.100 +3,8 werkzame beroepsbevolking 51.300 52.600 52.300 +1.000 +1,9 werkloze beroepsbevolking 3.600 2.600 4.700 +1.100 +30,6 Bron: SGB, Stadspanelonderzoek
Monitor Economie Dordrecht 2004 37

3.6 Verwachte ontwikkelingen
Hoe zal de Dordtse arbeidsmarkt zich de komende
jaren ontwikkelen? Hieronder gaan we eerst
in op de te verwachten ontwikkeling van het
arbeidsaanbod, de beroepsbevolking. Vervolgens
komt de ontwikkeling van de vraag naar arbeid,
de werkgelegenheid aan de orde. Daarna zetten
we vraag en aanbod tegen elkaar af.
Tabel 3.26 geeft een cijfermatig overzicht van
de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in Dordrecht
volgens het middenscenario van het
CPB8. Het middenscenario van het CPB gaat uit
van een economische groei van 1% in 2005 en
van 2,25% per jaar voor de periode 2006 tot en
met 2010.
Beroepsbevolking
De ontwikkeling van de beroepsbevolking is afhankelijk van de groei en leeftijdsopbouw van de
bevolking en van de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie. Volgens de meest recente bevolkingsprognose
van het SGB9 groeit de potentiële
beroepsbevolking in de periode 2004-2010
met 600 (+0,7%). Op grond van alleen de
ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking,
dat wil zeggen bij een constante arbeidsparticipatie (71%), zal de omvang van de Dordtse
beroepsbevolking tot 2010 met 400 personen
groeien.
Wanneer de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie in Dordrecht, uitgesplitst naar geslacht en
leeftijd, gelijk is aan de verwachte ontwikkeling
in Nederland dan groeit de Dordtse beroepsbevolking van 57.000 in 2004 naar 59.600 in

2010, een groei van 5%. Deze toename wordt
voornamelijk veroorzaakt door een toename van
de brutoparticipatiegraad, van 71% in 2004
naar 74% in 2010. Mede door het aantrekken
van de economie zal de arbeidsdeelname van
vrouwen blijven toenemen. Daarnaast wordt een
groei verwacht van de arbeidsdeelname van
mannen ouder dan 55 jaar.
Naast een 'feminisering' van de beroepsbevolking
zal door de vergrijzing van de gehele bevolking
en een toenemende participatiegraad in de
oudere leeftijdsgroepen de beroepsbevolking ook
gaan vergrijzen. Dit heeft ook negatieve gevolgen
voor het arbeidsaanbod. Dit zou de werkgelegenheidsontwikkeling remmen. De potentiële
beroepsbevolking zal afnemen en bovendien zal
ook nog eens een forse daling optreden in het
aantal 25-44 jarigen. Juist deze leeftijdsgroep
heeft momenteel de hoogste arbeidsparticipatie.
Van belang is dan ook dat de arbeidsparticipatie
van vooral de 45-plussers blijft toenemen.
Werkgelegenheid
Centraal in de ontwikkelingen aan de vraagkant
van de arbeidsmarkt staat de ontwikkeling van
de werkgelegenheid. Andere factoren zijn de
arbeidsproductiviteit en de mate van deeltijdarbeid. De ontwikkeling van de werkgelegenheid is
over het algemeen moeilijk te voorspellen. Deze
wordt namelijk vooral bepaald door de economische
ontwikkeling die weer sterk samenhangt
met ontwikkelingen die ook onzeker zijn (zoals
internationale handel, technologie, Europese
integratie, gevoerde overheidsbeleid, sociale
culturele trends). In tabel 3.26 wordt de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Dordrecht
weergegeven volgens het middenscenario van
het CPB voor de ontwikkeling in Nederland.
Wanneer het aantal banen in Dordrecht zich
ontwikkelt gelijk aan de verwachte ontwikkeling
voor Nederland volgens het middenscenario dan
stijgt de werkgelegenheid in 2004 met 0,1% en
in 2005 met 0,7%. Voor de periode 2006-2010
wordt een gemiddelde jaarlijkse procentuele
groei van 1,8% verwacht. Dit zou betekenen dat
de werkgelegenheid in Dordrecht de komende
jaren met 4.000 (+8%) groeit tot 54.400 personen
in 2010. Door de groei van het aantal
banen neemt ook de dynamiek op de arbeidsmarkt
toe.
Werkloosheid
In tabel 3.26 wordt ook de ontwikkeling van de
werkloosheid weergegeven. Op basis van de
verwachte ontwikkeling van de beroepsbevolking
en de werkgelegenheid en gelijkblijvende
pendelsaldo (-1.900) zal de werkloosheid in
Dordrecht afnemen.
De verwachting voor de komende jaren (volgens
het middenscenario) is dus dat tot 2010 de
werkgelegenheidsgroei (+4.000) in Dordrecht,
ondanks een verwachte toename van de arbeidsdeelname, hoger ligt dan de groei van de
beroepsbevolking (+2.600). Verwacht wordt
dat de werkloosheid zal afnemen (-1.400). Van
groot belang hierbij is dat de groei van de werkgelegenheid in kwalitatieve zin moet aansluiten
op het aanbod.
Monitor Economie Dordrecht 2004 38
Tabel 3.26 Toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen Dordrecht
2004 2010 2004-2010
absoluut %
beroepsbevolking 57.000 59.600 2.600 5
werkgelegenheid 50.400 54.400 4.000 8
werkloosheid 4.700 3.300 -1.400 -21
Bron: SGB en ECORYS-NEI
Noten:

1 Alblasserdam, Dordrecht, ´s-Gravendeel, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht
2 Regionaal Meerjaren Ontwikkelingsprogramma 2005-2009 Dordrecht/Drechtsteden; 2004
3 Atlas voor gemeenten 2004; Stichting Atlas voor gemeenten; april 2004
4 Beroepsbevolking, arbeid, pendel en woon-werkverkeer Dordrecht 1992; SGB; oktober 1993
5 per 1.1.2004 is WWB (Wet Werk en Bijstand) in werking getreden
6 WAO, WAZ of Wajong

7 Om inkomens van huishoudens van verschillende grootte en samenstelling vergelijkbaar te maken wordt het inkomen gestandaardiseerd. Het gestandaardiseerd inkomen wordt ook wel het koopkrachtinkomen genoemd. Het koopkrachtinkomen geeft niet het geldbedrag aan dat een huishouden besteden kan, maar geeft aan op welk welvaartsniveau de huishoudensleden zich bevinden, waarbij een eenpersoonshuishouden als standaardhuishouden gehanteerd wordt.

8 Arbeidsmarktprognose 2005-2010; Centrum voor Werk en Inkomen; 2005
9 Bevolkingsprognose per wijk Dordrecht 2004-2020; Sociaal Geografisch Bureau; oktober 2004 Monitor Economie Dordrecht 2004 39

4 Ruimte voor bedrijvigheid
Verspreid over de stad (en regio) liggen tal van bedrijventerreinen, kantoorparken en winkellocaties. Voor de toekomst van de stad (en regio) is het veiligstellen van voldoende kwalitatieve en kwantitatieve ruimte voor economische ontwikkelingen van het grootste belang. In dit hoofdstuk brengen we ontwikkelingen op de commerciële vastgoedmarkt in Dordrecht (en Drechtsteden) in kaart. Centraal staan de vastgoedontwikkelingen in de markt voor bedrijventerreinen en bedrijfsruimte, kantoorruimte en winkelruimte.
4.1 Bedrijventerreinen en bedrijfsruimte
Bedrijventerreinen
Voorraad
Een groot deel van de bedrijvigheid is gehuisvest
op bedrijventerreinen. Begin 2004 heeft Dordrecht
543,5 hectare aan bedrijventerreinen.
Ruim de helft, zo'n 290 hectare bestaat uit zeehaventerrein, de overige 253 hectare kan worden
getypeerd als gemengd. Op deze terreinen
zijn geen eisen gesteld aan het type bedrijvigheid dat op het terrein gevestigd is of zich wil vestigen1. Van de totale voorraad is 454,9 hectare
(=83,7%) in gebruik. Het aanbod bedraagt 88,6
hectare waarvan alles direct uitgeefbaar. Dit
aanbod bevindt zich vooral op Dordtse Kil III
(61,3 ha) en Amstelwijck (20,3 ha). Daarnaast
is er nog enige ruimte op Krabbegors (5 ha) en
Vissersdijk-Beneden (2 ha). Bedrijventerreinen
die volledig zijn uitgegeven zijn overigens niet
altijd vol in de zin dat er geen nieuwe bedrijvigheid op dat terrein meer mogelijk is. Vaak is op
deze terreinen sprake van enige leegstand. In
Dordrecht is in 2003 slechts 1,5 hectare aan
bedrijventerrein uitgegeven waarmee de dalende
trend sinds 2001 verder is doorgezet.
Figuur 4.1 Bedrijventerreinen Dordrecht naar type, 2004
Bron: Provincie Zuid-Holland
In de hele Drechtsteden bedraagt de voorraad
bedrijventerreinen 1150,4 hectare. Hiervan is
1000,5 hectare (87%) in gebruik. Het aanbod in
de Drechtsteden heeft een totale omvang van
149,9 hectare. Hiervan is 137,5 hectare direct
uitgeefbaar. Naast de 88,6 hectare in Dordrecht
is er in Alblasserdam veel aanbod in het distributiepark Polder Het Nieuwland (32 ha). Dit bedrijventerrein is specifiek bestemd voor transport,
distributie en groothandelsbedrijven. In 2003 is
in de Drechtsteden 20,8 hectare uitgegeven
waarvan 18 in het zojuist genoemde Polder Het
Nieuwland in Alblasserdam.
Figuur 4.2 laat zien hoeveel bedrijventerrein in
de afgelopen 10 jaar is uitgegeven. In de periode
1994-2003 is er in Dordrecht 69,2 hectare
uitgegeven met 1999 (13,5 ha) en 2001 (14,5
ha) als beste jaren. In de Drechtsteden (inclusief Dordrecht) is in dezelfde periode ongeveer het
dubbele (135,3 ha) uitgegeven. In 1998 en
2003 werd het meest uitgegeven, respectievelijk
24,6 en 20,8 hectare.
53,4
46,6
zeehaven gemengd
Monitor Economie Dordrecht 2004 40
Figuur 4.2 Uitgifte droge bedrijventerreinen Dordrecht en Drechtsteden Bron: IBIS
Figuur 4.3 Voorraad (netto) bedrijventerreinen per 1.000 inwoners G26, 2003 Bron: IBIS
0 2 4 6 8 10
G26
Zwolle
Zaanstad
Venlo
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Lelystad
Leiden
Leeuwarden
's-Hertogenbosch
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Emmen
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Almelo
Alkmaar
0

5
10
15
20
25
30
'94 '95 '96 '97 '98 '99 '00 '01 '02 '03
Dordrecht Drechtsteden
Monitor Economie Dordrecht 2004 41
Afgezet tegen de omvang van de totale bevolking
ligt er in Dordrecht 4,6 hectare bedrijventerrein
per 1.000 inwoners. Hiermee ligt Dordrecht
boven het gemiddelde van de G26 (zie figuur

4.3). Binnen de G26 zijn het vooral gemeenten
buiten de Randstad met veel ruimte die een relatief grote voorraad bedrijventerreinen hebben
(Almelo, Emmen, Lelystad en Venlo). Met bijna
10 hectare per 1.000 inwoners heeft Venlo de
grootste voorraad.
Prijzen
De prijs per vierkante meter bedrijventerrein bedraagt in Dordrecht en de regio gemiddeld zo'n
¤157 (peildatum 1.1.2003)2. Hiermee behoort
de Dordtse regio bij de top 5 van de 25 stadsgewesten in Nederland. Alleen in regio's als Rotterdam
(¤200), Den Haag (¤199), Leiden (¤195)
en Amersfoort (¤190) is de gemiddelde prijs
hoger. Er bestaat dus een duidelijk verband tussen bevolkingsdichtheid en daarmee druk op de
ruimte en de prijzen van bedrijventerreinen.
Werkgelegenheid
Sinds 2000 groeit het aantal bedrijven (vestigingen) op bedrijventerreinen in Dordrecht. Ook ten
opzichte van alle vestigingen in Dordrecht is er
sprake van een stijgende ontwikkeling. De groei
van het aantal bedrijven op bedrijventerreinen
gaat gepaard met een groei van de werkgelegenheid
op bedrijventerreinen. In de periode
2000-2004 is het aantal werkzame personen op
bedrijventerreinen met ruim 4% gegroeid, terwijl
de totale werkgelegenheid in Dordrecht nagenoeg
gelijk is gebleven, waardoor ook het aandeel
toeneemt. Bijna 42% van de werkgelegenheid
bevindt zich momenteel op bedrijventerreinen.
Tabel 4.1 Vestigingen en werkzame personen
bedrijventerreinen Dordrecht
vestigingen werkzame personen
aantal % aantal %
2000 749 17,2 20.266 40,3
2001 754 18,7 20.758 41,1
2002 792 19,2 20.727 40,6
2003 810 19,6 20.913 40,8
2004 835 19,3 21.117 41,9
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
Figuur 4.4 laat zien hoe de werkgelegenheid
over de bedrijventerreinen in Dordrecht is verdeeld. Tevens is hierin per bedrijventerrein de
ontwikkeling tussen 2000 en 2004 weergegeven.
Op Dordtse Kil I bevindt zich de meeste
werkgelegenheid (4.800 werkzame personen),
gevolgd door Dordtse Kil II (2.510 werkzame
personen) en de 2e Merwedehaven (2.440
werkzame personen). Op zowel Dordtse Kil I als
II is de werkgelegenheid sinds 2000 gegroeid.
De grootste groei is gerealiseerd op het nieuwe
bedrijventerrein Krabbepolder. De werkgelegenheid
op de bedrijventerreinen in de zeehavens is
over het algemeen gedaald.
Monitor Economie Dordrecht 2004 42
Figuur 4.4 Werkgelegenheid bedrijventerreinen Dordrecht Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
Toekomst
Momenteel is de voorraad beschikbare bedrijventerreinen in de regio aan de lage kant. In de komende
jaren zal er nieuw aanbod bijkomen en
vindt er bovendien een omvangrijk herstructureringsprogramma plaats. Dit zal nodig zijn omdat
verwacht wordt dat met het langzaam aantrekken
van de economie ook de vraag naar bedrijventerreinen weer zal toenemen. Volgens ramingen
van de provincie Zuid-Holland bedraagt de
toekomstige vraag (tot 2020) naar bedrijventerreinen in de Drechtsteden 230 hectare, terwijl
het aanbod niet meer dan 150 hectare bedraagt.
Een tekort van 80 hectare. Het aanbod van 150
hectare kan worden bestempeld als ´hard´ wat
betekent dat er geen knelpunten meer zijn en
dat het goedgekeurde/vastgestelde bestemmingsplan
hierin voorziet. Het 'zachte'aanbod
bedraagt 30 hectare. Ook als dit zachte aanbod
wordt verwezenlijkt is er dus nog een tekort om
in de totale behoefte te voorzien3. Hierin is echter geen rekening gehouden met mogelijke ontwikkelingen als het nog beter benutten van de
ruimte door bedrijven waardoor de behoefte aan
ruimte minder wordt én het opvangen van extensieve bedrijvigheid op nog te ontwikkelen
bedrijventerreinen buiten de Drechtsteden
(Moerdijk, Hoekse Waard). Als deze ontwikkelingen
zich gaan voordoen is er mogelijkerwijs in
de Drechtsteden niet of nauwelijks sprake van
een tekort aan bedrijventerreinen.
Naast groei van de voorraad bedrijventerreinen is
sprake van een ontwikkeling van een sterk toenemende werkgelegenheid op bedrijventerreinen.
Voor een deel door groei van de bestaande bedrijven op bedrijventerreinen, maar ook door de
voortdurende verplaatsing van bedrijven in de
industrie en distributie, maar ook de detailhandel. Bedrijfsruimte
In de afgelopen jaren is het aanbod aan bedrijfsruimten in Nederland fors toegenomen. Eind
2000 bedroeg het aanbod nog 3 miljoen m2, in
2004 is dat gestegen naar 7,5 miljoen m2. De
stijging van het aanbod is het gevolg van efficiencyslagen, het toenemende aantal faillissemen-
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000
Wieldrecht
Voltastraat e.o.
Maasstraat e.o.
Krabbegors
Weeskinderendijk-Dokweg
3e Merwedehaven
Wilhelminahaven
Bastionlokatie
Amstelwijck
Egstraat e.o.
Schotman terrein
Dordtse Kil III-Oostkil
Vissersdijk
Louterbloemen
Groene Zoom
Handelskade/'s Gravendeelsedijk
Amstelwijck-West

1e Merwedehaven
Krabbepolder
Julianahaven

2e Merwedehaven
Dordtse Kil II
Dordtse Kil I
2004 2000
Monitor Economie Dordrecht 2004 43
ten en verplaatsingen van productieactiviteiten
naar goedkopere productielanden. In combinatie
met een stagnerende nieuwbouwproductie heeft
dit er toe geleid dat het aanbod alleen in het
bestaande segment is toegenomen. In Nederland
werd in 2004 ongeveer 2 miljoen m2 bedrijfsruimte
opgenomen, ongeveer evenveel als in
voorgaande jaren4. Ondanks een ruim aanbod in
kwantitatieve zin is er sprake van een mismatch
tussen vraag en aanbod in kwalitatief opzicht.
Zo is veel van het aanbod inmiddels verouderd.
Daarnaast zijn bedrijfsruimten met een gebruikersspecifieke indeling en die met een hoge kantoorcomponent
moeilijk te verhuren.
Tabel 4.2 Aanbod bedrijfsruimte Drechtsteden,
januari 2005
aantal m2
Dordrecht 133.900
Alblasserdam 20.100
Hendrik-Ido-Ambacht 17.200
Papendrecht 3.200
Sliedrecht 8.700
Zwijndrecht 36.500
Drechtsteden 219.600
Bron: Rom-d, Property, Ooms, Jones Lang Lasalle
Aanbod
Begin 2005 bedraagt het aanbod van bedrijfsruimte
in Dordrecht in totaal 134.000 m2. Een
deel hiervan is bestaand, een deel hiervan betreft nog te realiseren nieuwbouw (wel al in
aanbouw). In de overige Drechtsteden is het
aanbod aan bedrijfsruimte 86.000 m2.
Huurprijzen
Door de verruiming van de markt staat het huurprijsniveau van bedrijfsruimten onder druk. Dit
geldt dan vooral voor de verouderde bedrijfspanden. In Dordrecht bedraagt de tophuur voor bedrijfsruimte momenteel zo'n ¤ 57 per m2. Hiermee
is de huur in Dordrecht even hoog als in
steden als Eindhoven en Breda en hoger dan
gemiddeld in Nederland. Gemiddeld liggen de
huren in Nederland op ¤ 47.
Figuur 4.5 Tophuren bedrijfsruimte Nederland,

1.1.2005
Bron: DTZ Zadelhoff

4.2 Kantoorruimte
In de afgelopen jaren heeft de kantorenmarkt in
Nederland te maken met een terugval van de
vraag en een toename van het aanbod. Uitstel
van verhuisbeslissingen, het afslanken van bedrijven en bedrijfsbeëindigingen zijn hiervoor
belangrijke oorzaken. Het laatste jaar valt op
door een stijging van zowel het aanbod als de
opname. Het aanbod in de belangrijkste kantorensteden5 steeg met 11% tot 4,9 miljoen vierkante
meter. Doordat zowel de opname als het
aanbod zijn toegenomen bleef de verhouding
tussen aanbod en opname ongeveer even groot:
het aanbod is vier keer zo groot als de opname.
De magere economische groei zorgt ervoor dat
de kantorenmarkt momenteel vooral bepaald

0 20 40 60 80 100
Amsterdam
Den Haag
Rotterdam
Utrecht
Zwolle
Zaanstad
Venlo
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Lelystad
Leiden
Leeuwarden
's-Hertogenbosch
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Emmen
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Almelo
Alkmaar
Monitor Economie Dordrecht 2004 44
wordt door de verhuismotieven concentratie en
verplaatsing6. Kenmerkend voor het huidige aanbod
is de daling van het aandeel nieuwbouw:
van 35% naar 25%. Deze trend, die al enkele
jaren geleden is ingezet, komt voort uit enerzijds opname van nieuwbouw (in ruil van oudere kantoorgebouwen naar nieuwere) en anderzijds uit
een zeer minimale toevoeging van nieuwbouw
aan de voorraad. In veel steden is de voorraad
niet of nauwelijks toegenomen. Deze ontwikkeling
heeft tot gevolg dat het aanbod steeds meer
bestaat uit oudere, incourante en moeilijk
verhuurbare objecten. Soms worden deze kantoren
herbestemd voor woonruimte.
Omdat de kantorenmarkt in de afgelopen jaren
een vragersmarkt is geworden zijn de huurprijzen
onder druk komen te staan, in het bijzonder in
de bestaande bouw. Door de verwachte geringe
groei van de Nederlandse economie in 2005 zal
de vraag voorlopig een vervangingsvraag blijven.
DTZ Zadelhoff verwacht dat op zijn vroegst in

2008 evenwicht op de kantorenmarkt wordt
bereikt, met andere woorden dat het aanbod
ongeveer anderhalf keer zo groot is als de opname
en de leegstand op het niveau ligt van 4
tot 5% van de voorraad. De ontwikkelingen op
de vastgoedmarkt lopen immers één tot anderhalf
jaar achter op de algemene economische
tendensen. De Nederlandse economie laat in

2004 de eerste voorzichtige tekenen van herstel zien, een herstel dat in 2005 een voorzichtig
vervolg krijgt.
Voorraad
Eind 2003 heeft Dordrecht een totale voorraad
aan zelfstandige kantoorruimte van 266.000
vierkante meter. Afgezet tegen het aantal inwoners is de voorraad aan kantoorruimte in Dordrecht
gering. Figuur 4.6 geeft dit duidelijk aan.
Alleen steden als Emmen, Helmond en Zaanstad
hebben relatief gezien een nog geringere voorraad
aan kantoorruimte.
In de Drechtsteden heeft de kantorenvoorraad
een omvang van meer dan 450.000 vierkante
meter waarvan ongeveer 60% in Dordrecht. Van
de andere Drechtsteden hebben Zwijndrecht,
Sliedrecht en Papendrecht de grootste voorraad
(zie tabel 4.3).
Aanbod
Begin 2005 bedraagt het totale directe aanbod
aan kantoorruimte in Dordrecht 45.000 vierkante
meter en in de Drechtsteden bijna het dubbele.
Figuur 4.6 Kantorenvoorraad per inwoner G26,

2003 (in m2 vvo)
Bron: KFN
Tabel 4.3 Voorraad kantoorruimte, ultimo jaar (in m2 vvo)
1999 2000 2001 2002 2003
Dordrecht 221.000 233.000 242.000 255.000 266.000
Alblasserdam - - - 13.000 -
Hendrik-Ido-Ambacht - - - - -
Papendrecht 46.000 46.000 46.000 47.000 -
Sliedrecht 37.000 46.000 46.000 56.000 -
Zwijndrecht 62.000 62.000 65.000 72.000 -
Bron: Bak

0 2 4 6 8
G26
Zwolle
Zaanstad
Venlo
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Lelystad
Leiden
Leeuwarden
's-Hertogenbosch
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Emmen
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Almelo
Alkmaar
Monitor Economie Dordrecht 2004 45
Tabel 4.4 Aanbod kantoorruimte Drechtsteden,
januari 2005
aantal m2
Dordrecht 45.700
Alblasserdam 6.100
Hendrik-Ido-Ambacht 200
Papendrecht 1.500
Sliedrecht 17.400
Zwijndrecht 15.500
Drechtsteden 86.500
Bron: Rom-d, Property, Ooms, Jones Lang Lasalle
Al enige jaren houdt DTZ Zadelhoff de fysieke
leegstand bij. Leegstand wordt gedefinieerd als:
aangeboden ruimte in opgeleverde gebouwen,
die op het moment van inventarisatie niet (meer)
in gebruik is. Het verschil tussen aanbod en
leegstand wordt dan ook gevormd door aangeboden
panden die nog in gebruik zijn en door de
beschikbare in aanbouw zijnde kantoren. In Dordrecht is de leegstand van kantoorruimte toegenomen,
van 7,7% in 2003 naar 10,5% in 2004.
Hierin volgt Dordrecht de landelijke ontwikkeling. De leegstand in Dordrecht ligt onder het landelijke gemiddelde van 12,1%7.
Opname
Het opnameniveau van kantoorruimte in Dordrecht
en de Drechtsteden is na het slechte jaar

2003 weer enigszins hersteld. Het afgelopen
jaar is er in Dordrecht 8.900 vierkante meter
kantoorruimte opgenomen. In de Drechtsteden is

13.300 vierkante meter opgenomen. Veel gerealiseerde transacties betroffen kleinere metrages.
In 2003 werd in de hele Drechtsteden nog geen

4.000 vierkante meter opgenomen8. Vooral de
non-profit sector was verantwoordelijk voor de
opname in de Drechtsteden.
Het aandeel van de opname in het aanbod, de
kantorenmarktratio, bedraagt voor Dordrecht

22% en voor de Drechtsteden 17%. Evenals in
Nederland (een ratio van 26%) hebben we hier
te maken met een ruime kantorenmarkt. Voor
zowel Dordrecht als Drechtsteden geldt dat deze
ratio het afgelopen jaar is toegenomen. Dit betekent dat de markt iets krapper is geworden,
maar nog niet zo krap als in 2003 (zie figuur

4.8).
Figuur 4.7 Leegstand van de kantorenvoorraad
Bron: DTZ Zadelhoff
Figuur 4.8 Kantorenmarktratio
Bron: Dynamis
0

10

20

30

40

50

60

70
Dordrecht Drechtsteden Nederland

2003 2004 2005

0 5 10 15 20 25
Nederland
Amsterdam
Den Haag
Rotterdam
Utrecht
Zwolle
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Leeuwarden
's-Hertogenb.
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Alkmaar

2004 2003
Monitor Economie Dordrecht 2004 46
Huurprijzen
De huurprijzen voor eersteklas kantoorruimte
staan in Nederland licht onder druk, zo ook in
Dordrecht. Momenteel bedraagt de huurprijs
voor eersteklas kantoorruimte in Dordrecht ¤

135 per vierkante meter. Ten opzichte van veel andere vergelijkbare steden is dit een gemiddeld
niveau (zie figuur 4.9).
Toekomst
Alle gemeenten binnen de Drechtsteden hebben
plannen voor nieuwbouw van kantoren in de
toekomst. Na inventarisatie van al deze plannen9,
zowel hard als zacht, blijkt dat in de
Drechtsteden meer dan 400.000 m2 aan nieuwe
kantoorruimte staat gepland. Een deel, zo'n

160.000 m2, betreft zogeheten 'harde' planvoorraad, waarvan ruim 100.000 m2 in Dordrecht:
Amstelwijck (100.000 m2), Rivierstaete
(2.143 m2) en Spuiboulevard/Sluisweg (1.200
m2). Verder bestaan er voor Dordrecht de volgende
'zachte' plannen voor nieuwe kantoorruimte:
Leerpark (10.000 m2), Gezondheidspark
(10.000 m2), Stadswerven (25.000 m2) en de
Spoorzone (75.000 m2).

4.3 Winkelruimte
De afgelopen jaren is de koopkracht van Nederlandse huishoudens door de zwakke economische
conjunctuur sterk onder druk komen te
staan. Hierdoor kwam het consumentenvertrouwen
in 2003 op het laagste niveau in de
laatste 20 jaar. In 2004 echter zijn de consumptieve bestedingen weer licht toegenomen en is
het consumentenvertrouwen weer gegroeid.
In Nederland is het afgelopen jaar de winkelmarkt
verruimd. De opname van winkelvastgoed
is in 2004 met 1,5% gestegen naar iets meer
dan 700.000 vierkante meter verhuurbaar winkeloppervlak. Het aanbod aan winkelruimte is
echter met een kwart gestegen tot een recordniveau van meer dan 1 miljoen m2 verhuurbaar
winkeloppervlak. In Nederland staat bijna 8%
van de winkelruimte leeg, waarvan de helft al
meer dan twee jaar. De leegstand en met name
winkelruimte die al wat langer leegstaat, bevindt
zich hoofdzakelijk op B en C locaties.
Figuur 4.9 Tophuren kantoorruimte Nederland,

1.1.2005
Bron: DTZ Zadelhoff

0 100 200 300 400
Amsterdam
Den Haag
Rotterdam
Utrecht
Zwolle
Zaanstad
Venlo
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Lelystad
Leiden
Leeuwarden
's-Hertogenb.
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Emmen
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Almelo
Alkmaar
Monitor Economie Dordrecht 2004 47
In diverse branches (supermarkten, drogisterijen,
sportzaken, elektronicaspeciaalzaken, telecombranche) in de detailhandel is momenteel sprake
van schaalvergroting met een toenemende vraag
naar grotere winkelpanden tot gevolg. Naast
deze schaalvergroting spelen nog enkele andere
ontwikkelingen die van invloed zijn op het winkelvastgoed, zoals het herstel van de uitzendbranche
en de tendens van banken om meer
klantgericht te opereren door het openen van
bankshops op A2 winkelstraten.
Voorraad
In 2004 heeft het winkelbestand in Dordrecht
een omvang van 160.000 vierkante meter winkel
vloeroppervlakte. Sinds 2001 is deze voorraad
met ruim 13.000 m2 (+9%) gegroeid. De
groei heeft hoofdzakelijk plaatsgevonden in de
niet-dagelijkse sector, waarmee het aandeel van
de niet-dagelijkse sector verder is gestegen naar

78,3% van het totale winkelbestand.
Het totale winkelbestand in de Drechtsteden
bedraagt 394.000 vierkante meter winkelvloeroppervlak, waarvan 80% voor niet-dagelijkse
artikelen. In de Drechtsteden is de winkelvoorraad gegroeid met 18%. Opvallend is de geringe
groei van het winkelbestand voor de nietdagelijkse artikelen in Dordrecht in vergelijking
met het winkelbestand in de Drechtsteden.
Hierdoor is het aandeel van Dordrecht in de
Drechtsteden aanmerkelijk gedaald, van 43,8%
in 2001 naar 39,7% in 2004. Het aandeel van
de winkelruimte in Dordrecht voor de dagelijkse
artikelen blijft redelijk stabiel (44%).
Tabel 8 in bijlage 1 geeft voor de periode 2001-

2004 een volledig overzicht van het totale winkelbestand in de Drechtsteden per gemeente en
uitgesplitst naar dagelijkse en niet-dagelijkse
artikelen. Opvallend is de enorme groei in gemeenten als Hendrik-Ido-Ambacht en Sliedrecht.
Laatstgenoemde gemeente heeft in vergelijking
met de andere gemeenten veel winkelruimte op
niet-dagelijks niveau. Een belangrijke verklaring
hiervoor is de sterke vertegenwoordiging van
meubelzaken in deze gemeente. Het verzorgingsniveau, uitgedrukt in de verzorgingsindex10,
is voor Sliedrecht dan ook zeer hoog. Dordrecht
scoort in dit opzicht gemiddeld.
Figuur 4.10 Winkelbestand Dordrecht (in m2 vvo)
Bron: Basisregister Verkooppunten van Locatus
Tabel 4.5 Groei winkelbestand, 2001-2004
Dordrecht Drechtsteden
dagelijks +1% +4%
niet-dagelijks +11% +23%
totaal +9% +18%
Bron: Locatus
0

100000

200000

300000

400000

500000

2001 2002 2003 2004
m2 vvo
Dordrecht Drechtsteden
Monitor Economie Dordrecht 2004 48
Figuur 4.11 Winkelvoorraad per1.000 inwoners G26,

2004 (in m2 wvo)
Bron: Locatus
In vergelijking met andere steden en afgezet
tegen de omvang van de bevolking moeten we
constateren dat Dordrecht weinig winkelruimte
heeft (zie figuur 4.11). Alleen Leiden en Schiedam scoren hierop nog lager.
Aanbod
Begin 2005 bedroeg het aanbod aan winkelruimte
in Dordrecht bijna 15.000 m2 en in de
Drechtsteden ruim 22.000 m2. Een groot deel
van het aanbod in Dordrecht bevindt zich in de
binnenstad. De leegstand in de Dordtse Binnenstad
is de afgelopen jaren gestegen en is net als
in Breda vrij fors vergeleken met een aantal andere gemeenten. Volgens Locatus stonden per
april 2004 105 verkooppunten in de binnenstad
leeg. Dit is 9% van het totale aantal verkooppunten11. Tabel 4.6 Aanbod winkelruimte Drechtsteden, januari
2005
aantal m2
Dordrecht 14.950
Alblasserdam 530
Hendrik-Ido-Ambacht -
Papendrecht 70
Sliedrecht 6.790
Zwijndrecht -
Drechtsteden 22.330
Bron: Rom-d, Property, Ooms, Jones Lang Lasalle
Huurprijzen
Huurprijzen van winkelvastgoed zijn over het
algemeen gestabiliseerd. De huurprijs voor eersteklas winkelruimte in Dordrecht bedraagt begin

2005 ¤ 550 per vierkante meter verhuurbaar
oppervlak. In vergelijking met veel andere steden
in Nederland is de huurprijs van winkelruimte in
Dordrecht laag. De binnensteden van Amsterdam
(¤1.600) en Maastricht (¤1.350) hebben
gemiddeld de hoogste winkelhuurprijzen in Nederland.
0 500 1000 1500 2000 2500 3000
G26
Zwolle
Zaanstad
Venlo
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Lelystad
Leiden
Leeuwarden
's-Hertogenb.
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Emmen
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Almelo
Alkmaar
Monitor Economie Dordrecht 2004 49
Figuur 4.12 Tophuren winkelruimte Nederland, 1.1.2005 Bron: DTZ Zadelhoff
Noten:

1 Gemengde terreinen zijn terreinen met een hindercategorie 1,2,3 of 4 bestemd voor reguliere bedrijvigheid en niet behorend tot de terreinen die zijn getypeerd als hoogwaardige bedrijvenpark of distributiepark. Deze terreinen kennen een gevarieerd aanbod aan bedrijvigheid voornamelijk bestaande uit licht moderne industrie en overige ("modale") industrie.

2 Economische monitor Zuid-Holland 2004; Provincie Zuid-Holland; september 2004
3 Meerjarenprogramma Bedrijventerreinen 2004-2007 Stappen vooruit!; Provincie Zuid-Holland; november 2004
4 De Nederlandse markt voor commercieel vastgoed 2005; DTZ Zadelhoff; januari 2005
5 Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Rotterdam, Eindhoven, Arnhem, Almere, Amersfoort, Maastricht, Den Bosch, Apeldoorn, Breda, Nijmegen, Groningen, Drechtsteden, Enschede, Deventer, Zwolle, Hengelo, Heerlen, Leeuwarden, Tilburg, Assen

6 Sprekende Cijfers 2005; Dynamis; januari 2005
7 Cijfers in perspectief, De Nederlandse markt voor commercieel vastgoed 2005; DTZ Zadelhoff; januari 2005
8 Sprekende Cijfers 2005 Kantorenmarkten; Dynamis; januari 2005
9 Het gaat hier om solitaire gebouwen, bedrijfsgebonden kantoorruimten zijn hierin niet meegenomen.
10 De verzorgingsindex geeft de verhouding weer tussen het totaal winkelverkoopvloeroppervlak en het aantal inwoners.

11 Monitor Binnenstad 2004; Sociaal Geografisch Bureau; augustus 2005
0 500 1000 1500 2000
Amsterdam
Den Haag
Rotterdam
Utrecht
Zwolle
Zaanstad
Venlo
Tilburg
Schiedam
Nijmegen
Maastricht
Lelystad
Leiden
Leeuwarden
's-Hertogenb.
Hengelo
Helmond
Heerlen
Haarlem
Groningen
Enschede
Emmen
Eindhoven
Dordrecht
Deventer
Breda
Arnhem
Amersfoort
Almelo
Alkmaar
Monitor Economie Dordrecht 2004 50
Monitor Economie Dordrecht 2004 51
Bijlagen
Monitor Economie Dordrecht 2004 52
Monitor Economie Dordrecht 2004 53
Bijlage 1 Overzichtstabellen
Tabel 1 Vestigingen naar bedrijfstak en grootteklasse in Dordrecht, 2000 en 2004
1-9 werkzame
personen

10-99 werkzame
personen
> 100 werkzame
personen
totaal
bedrijfstak 2000 2004 2000 2004 2000 2004 2000 2004 landbouw/delfstoffenwinning 76 58 2 3 - - 78 61
industrie/nutsbedrijven 179 152 73 60 12 9 264 221 bouwnijverheid 243 312 57 59 7 9 307 380
handel 1.218 1.076 186 191 5 7 1.409 1.274
horeca 197 185 29 19 - 1 226 205
vervoer/opslag 267 255 40 40 9 7 316 302
zakelijke dienstverlening 809 823 122 115 12 11 943 949 overige dienstverlening 584 658 204 238 31 28 819 924 totaal 3.573 3.519 713 725 76 72 4.362 4.316
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
Tabel 2 Startende ondernemingen in Dordrecht en de Drechtsteden, 2004 Dordrecht Drechtsteden
aantal aandeel aantal aandeel
landbouw en visserij 5 0,9 12 1,3
industrie 28 4,9 32 3,4
bouw 65 11,4 111 11,8
groothandel 71 12,5 93 9,9
detailhandel 115 20,2 142 15,1
horeca 25 4,4 37 3,9
vervoer 33 5,8 63 6,7
financiën 10 1,8 11 1,2
adviesdiensten 66 11,6 141 15,0
facilitaire diensten 68 12,0 153 16,3
persoonlijke diensten 63 11,1 111 11,8
algemene diensten 20 3,5 35 3,7
totaal 569 100,0 941 100,0
Bron: Kamer van Koophandel
Tabel 3 Werkgelegenheid naar bedrijfstak en grootteklasse in Dordrecht, 2000 en 2004
1-9 werkzame
personen

10-99 werkzame
personen
> 100 werkzame
personen
totaal
bedrijfstak 2000 2004 2000 2004 2000 2004 2000 2004 landbouw/delfstoffenwinning 172 124 37 49 - - 209 173 industrie/nutsbedrijven 503 416 2.019 1.767 6.607 5.299 9.129 7.482 bouwnijverheid 580 610 2.031 1.731 1.353 1.815 3.964 4.156 handel 3.196 3.059 4.319 4.382 632 795 8.147 8.236 horeca 569 602 606 348 - 100 1.175 1.050
vervoer/opslag 701 652 1.252 1.382 1.659 1.466 3.612 3.500 zakelijke dienstverlening 1.790 1.840 3.331 3.120 2.198 1.886 7.312 6.846 overige dienstverlening 1.567 1.772 5.961 7.115 9.223 10.078 16.751 18.965 totaal 9.078 9.075 19.556 19.894 21.672 21.439 50.299 50.408 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
Monitor Economie Dordrecht 2004 54
Tabel 4 Werkgelegenheid naar bedrijfstak in Dordrecht, Drechtsteden en Nederland, 2000 en 2004 Dordrecht Drechtsteden Nederland
bedrijfstak 2000 2004 2000 2004 2000 2004
landbouw/delfstoffenwinning 209 173 830 1.037 272.466 238.377 industrie/nutsbedrijven 9.129 7.482 19.085 16.446 1.039.581 933.561 bouwnijverheid 3.964 4.156 12.639 13.021 475.445 457.502 handel 8.147 8.236 20.640 20.460 1.082.766 1.071.745 horeca 1.175 1.050 2.182 2.124 190.304 191.303
vervoer/opslag 3.612 3.500 8.154 7.970 432.574 432.463 zakelijke dienstverlening 7.312 6.846 14.486 14.679 1.116.066 1.166.510 overige dienstverlening 16.751 18.965 28.356 30.127 1.769.262 2.000.424 totaal 50.299 50.408 106.372 105.864 6.378.464 6.491.915 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en Lisa
Tabel 5 Werkgelegenheid in Dordrecht per bedrijfsklasse, 2000-2004
2000 2002 2004 2000 - 2004
sbi-code bedrijfsklasse absoluut index (2000

01/14 landbouw/zand, grind en kleiwinning 209 168 173 -36 83
15/16 voedingsmiddelenindustrie 515 348 451 -64 88
17/18/19 textiel en kledingindustrie 25 21 18 -7 72
20/21 houtindustrie (excl. meubels)/ papier- en kartonindustrie 83 51 49 -34 59
22 uitgeverijen 902 793 755 -147 84

23/24 aardolieverwerkende industrie, chemische industrie 1.740 1.676 1.476 -264 85
25 rubber- en kunststofindustrie 59 47 47 -12 80
26 glas, aardewerk en cement industrie 125 123 99 -26 79
27/28 metaalindustrie/metaalproductenindustrie 1.019 815 522 -497 51
29 machines en apparatenindustrie 1.115 1.139 1.003 -112 90
30/31/32 elektrische machines en apparatenindustrie/ audio, 94 60 62 -32 66
33 medische apparatenindustrie 650 539 597 -53 92
34/35 auto-industrie/transportmiddelenindustrie 369 131 121 -248 33
36/37 overige industrie 2.148 2.097 2.272 +124 106
40/41 productie elektriciteit, gas, water en stroom/ winning, 285 171 10 -275 4
45 bouwnijverheid 3.964 3.906 4.156 +192 105

50 handel en reparatie auto's, benzinestations 815 952 996 +181 122
51 groothandel 3.654 3.986 3.738 +84 102

52 detailhandel en reparatie 3.678 3.787 3.502 -176 95
55 horeca 1.175 1.217 1.050 -125 89

60 vervoer over land 1.133 1.042 1.032 -101 91
61 vervoer over water 1.052 969 919 -133 87

62 vervoer door de lucht - - 2 +2 -

63 dienstverlening t.b.v. vervoer 623 649 693 +70 111
64 post en telecommunicatie 804 983 854 +50 106
65/66 financiële instellingen, verzekeringswezen en pensioen 522 378 424 -98 81
67 aanverwante financiële instellingen 296 262 237 -59 80
70 verhuur, handel in onroerend goed 517 465 511 -6 99
71 verhuur roerende goederen 260 204 180 -80 69
72 computerservice bureau 612 579 411 -201 67

73 speur en ontwikkelingswerk 4 5 10 +6 250

74 overige zakelijke dienstverlening 5.101 4.862 5.073 -28 99
75 openbaar bestuur 3.920 4.066 4.036 +116 103
80 onderwijs 2.796 3.244 3.400 +604 122

85 gezondheidszorg en welzijnszorg 7.726 8.931 9.252 +1.526 120
90 milieudienstverlening 858 905 896 +38 104

91 beroepsorganisaties 372 509 393 +21 106

92 cultuur, sport & recreatie 665 599 524 -141 79
93 overige dienstverlening 414 420 464 +50 112 totaal 50.299 51.099 50.408 +109 100
Bron: SGB, Bedrijvenregister Dordrecht
Monitor Economie Dordrecht 2004 55
Tabel 6 Verandering werkgelegenheid in Dordrecht naar oorzaak en sector, 2002-2003 stand

2002
oprichting/
vestiging
(+)

bedrijfssectie
(+)
uitbrei-
ding
(+)
opheffing/
vertrek
(-)

bedrijfssectie
(-)
inkrimping
(-)
stand

2003
land/bosbouw/
visserij/delfstoffen

168 5 0 7 6 0 4 170
industrie 7.840 51 48 161 80 0 329 7.691
nutsbedrijven 171 0 146 2 0 146 0 173
bouwnijverheid 3.906 149 0 211 93 0 110 4.063
handel/reparatie 8.725 266 16 617 351 8 690 8.575
horeca 1.217 33 0 84 95 0 94 1.145
vervoer/opslag/
communicatie

3.643 209 0 229 105 0 362 3.614
financiële instellingen 640 37 0 61 45 0 44 649
zakelijke dienstverlening

6.115 434 0 640 613 0 529 6.047
overheid/verplichte
sociale verzekeringen
4.066 68 0 313 50 0 256 4.141
onderwijs 3.244 110 0 145 36 0 213 3.250
gezondheid/welzijn 8.931 125 0 1.162 122 13 691 9.392 cultuur/recreatie/
overige diensten
2.433 61 28 87 57 40 222 2.290
totaal 51.099 1.548 238 3.719 1.653 207 3.544 51.200 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht (bewerking SGB)
Tabel 7 Verandering werkgelegenheid in Dordrecht naar oorzaak en sector, 2003-2004 stand
2003
oprichting/
vestiging
(+)

bedrijfssectie
(+)
uitbrei-
ding
(+)
opheffing/
vertrek
(-)

bedrijfssectie
(-)
inkrimping
(-)
stand
2004
land/bosbouw/
visserij/delfstoffen
170 3 0 16 4 0 12 173
industrie 7.691 128 52 344 435 54 254 7.472
nutsbedrijven 173 1 0 0 146 0 18 10
bouwnijverheid 4.063 226 1 206 44 0 297 4.156
handel/reparatie 8.575 371 35 486 252 42 937 8.236 horeca 1.145 32 0 57 32 0 152 1.050
vervoer/opslag/
communicatie
3.614 74 0 204 185 4 203 3.500
financiële instellingen 649 15 0 61 13 22 29 661
zakelijke dienstverlening

6.047 345 43 727 334 175 467 6.185
overheid/verplichte
sociale verzekeringen
4.141 0 97 102 119 0 185 4.036
onderwijs 3.250 103 138 134 67 17 141 3.400
gezondheid/welzijn 9.392 425 74 629 96 12 1.160 9.252 cultuur/recreatie/
overige diensten
2.290 59 40 97 30 25 154 2.277
totaal 51.200 1.782 480 3.063 1.757 351 4.009 50.408 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht (bewerking SGB)
Monitor Economie Dordrecht 2004 56
Tabel 8 Winkelbestand in Dordrecht en de Drechtsteden, 2001-2004 (m2 wvo) 2001 2002 2003 2004 2001-2004 index
dagelijks
Dordrecht 34.182 33.886 34.449 34.633 +451
Alblasserdam 4.756 4.200 4.095 4.423 -333
's-Gravendeel 2.591 2.723 2.723 2.720 +129
HI-Ambacht 5.353 7.182 7.260 7.560 +2.207
Papendrecht 7.534 8.068 8.113 8.029 +495
Sliedrecht 6.867 5.828 6.056 6.610 -257
Zwijndrecht 14.907 15.639 15.762 15.252 +345
Drechtsteden 76.190 77.526 78.458 79.227 +3.037
niet-dagelijks
Dordrecht 112.440 119.007 124.009 125.082 +12.642
Alblasserdam 11.127 14.071 13.298 14.258 +3.131
's-Gravendeel 7.456 12.270 12.270 11.339 +3.883
HI-Ambacht 11.615 16.067 23.866 24.084 +12.469
Papendrecht 23.560 26.156 26.085 28.137 +4.577
Sliedrecht 64.873 69.938 79.050 82.419 +17.546
Zwijndrecht 25.746 28.171 29.684 29.839 +4.093
Drechtsteden 256.817 285.680 308.262 315.158 +58.341 totaal
Dordrecht 146.622 152.893 158.458 159.715 +13.093 gemiddeld Alblasserdam 15.883 18.271 17.393 18.681 +2.798 laag 's-Gravendeel 10.047 14.993 14.993 14.059 +4.012 hoog HI-Ambacht 16.968 23.249 31.126 31.644 +14.676 gemiddeld Papendrecht 31.094 34.224 34.198 36.166 +5.072 laag Sliedrecht 71.740 75.766 85.106 89.029 +17.289 zeer hoog Zwijndrecht 40.653 43.810 45.446 45.091 +4.438 laag Drechtsteden 333.007 363.206 386.720 394.385 +61.378 Bron: Locatus
Monitor Economie Dordrecht 2004 57
Bijlage 2 Vragen Enquête beroepsbevolking Dordrecht B. ARBEIDSMARKT
Inzicht in de samenstelling van de beroepsbevolking is belangrijk voor het arbeidsmarktbeleid. De volgende vragen gaan over het verrichten van betaald werk. Wilt u onderstaande vragen ook invullen als het gaat om een baantje voor een paar uur per week? En ook als u niet werkt is een aantal vragen van toepassing.
1. Hebt u op dit moment betaald werk, in loondienst of als zelfstandige of meewerkende in eigen bedrijf? (ook een paar uur per week telt mee)
ja ---> gaat u verder met vraag 2
nee ---> gaat u verder met vraag 6

2. In wat voor soort dienstverband werkt u op dit moment? in loondienst
uitgezonden via een uitzendbureau
via een detacheringsbedrijf
voor eigen rekening of risico in eigen bedrijf of praktijk (zelfstandige) meewerkend in bedrijf of praktijk van echtgeno(o)t(e) of partner als freelancer
via de WIW
anders, namelijk:

3a. In welke gemeente is het bedrijf/de instelling waarbij u formeel in dienst bent, of - indien van toepassing
- uw eigen bedrijf gevestigd?
Dordrecht Alblasserdam
Zwijndrecht Sliedrecht
Papendrecht Rotterdam
Hendrik-Ido-Ambacht elders, namelijk:
3b. Is die gemeente ook uw vaste werkadres?
ja ---> gaat u verder met vraag 3d
nee ---> gaat u verder met vraag 3c
3c. In welke gemeente werkt u daadwerkelijk? (als u in meerdere gemeenten werkt, a.u.b. de gemeente aankruisen waar u momenteel werkt)
Dordrecht Alblasserdam
Zwijndrecht Sliedrecht
Papendrecht Rotterdam
Hendrik-Ido-Ambacht elders, namelijk:
3d. Indien u in Dordrecht werkt, in welk deel van Dordrecht is dat? Historische Binnenstad Industriegebied West
19e Eeuwse Schil ergens anders in Dordrecht
Industriegebied Staart
Monitor Economie Dordrecht 2004 58

4a. Hoe gaat u meestal naar uw werk? (als u meerdere vervoermiddelen gebruikt, a.u.b. het vervoermiddel aankruisen waarmee u de grootste afstand aflegt)
auto, rij alleen hele afstand per fiets/bromfiets motor/scooter met de bus
auto, carpoolen met de trein
hele afstand te voet anders/bedrijfsvervoer
4b. Wat is bij benadering de afstand die u moet afleggen om op uw werk te komen? (enkele reis)
5 km of minder 11-20 km

6-10 km meer dan 20 km
5. Hoeveel uur per week werkt u gemiddeld?

1-11 uur per week ---> gaat u verder met vraag 6
12 uur of meer per week, namelijk: uur per week ---> gaat u verder met vraag 9a
6. Zou u betaald werk willen hebben voor 12 uur of meer per week? ja ---> gaat u verder met vraag 7a
reeds gevonden, maar nog niet begonnen ---> gaat u verder met vraag 9a nee ---> gaat u verder met vraag 9a

7a. Als u nu een geschikte baan zou vinden, zou u dan binnen 2 weken kunnen beginnen? ja ---> gaat u verder met vraag 8a
nee ---> gaat u verder met vraag 7b

7b. Indien nee, waarom zou u dan niet binnen 2 weken kunnen beginnen? wegens opzegging huidige betaalde werkkring van minder dan 12 uur per week wegens afronden vrijwilligerswerk
wegens het volgen van een opleiding/een studie
om kinderopvang te regelen
wegens vakantie
wegens ziekte
wegens iets anders, namelijk:

7c. Is het waarschijnlijk dat u wèl binnen 3 maanden kunt beginnen? ja
nee

8a. Hebt u de afgelopen 4 weken iets gedaan om aan werk te komen van 12 uur of meer per week? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
ja, gesolliciteerd
ja, geïnformeerd bij werkgever(s) en/of bekenden
ja, krantenadvertenties bekeken
ja, zelf advertentie laten zetten
ja, geïnformeerd en/of gezocht bij het Arbeidsbureau ja, geïnformeerd bij een uitzendbureau
ja, iets anders, namelijk:
nee, want wacht op uitslag sollicitatieprocedure
nee, niets gedaan ---> 8b. Waarom niet?
Monitor Economie Dordrecht 2004 59

9a. Staat u als werkzoekend ingeschreven bij het Arbeidsbureau? nee
ja ---> 9b. Hoelang? maanden
Monitor Economie Dordrecht 2004 60
Monitor Economie Dordrecht 2004 61
Bijlage 3 Begrippen en definities
Algemene Bijstandswet (ABW)
Betreft personen die in zodanige omstandigheden verkeren dat niet in de noodzakelijke kosten van het bestaan kan worden voorzien. Sinds 1 januari 1996 valt hier ook de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (RWW) onder.
Arbeidsparticipatie (bruto en netto)
De bruto arbeidsparticipatie is het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de totale potentiële beroepsbevolking (=bevolking van 15-64 jaar). De netto arbeidsparticipatie is het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de totale potentiële beroepsbevolking. Beroepsbevolking
Alle mensen die minstens twaalf uur per week werken, of minstens twaalf uur per week willen werken, daarvoor direct beschikbaar zijn en bovendien actief zoeken naar werk. EBB
Enquête beroepsbevolking. Een doorlopende enquête op steekproefbasis van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In deze enquête worden naast persoons- en huishoudenskenmerken gegevens verzameld over de arbeidssituatie, uitkeringen, opleiding en woon-werk verkeer. Weergegeven aantallen zijn jaargemiddelden waarbij rekening moet worden gehouden met een onnauwkeurigheid door het steekproefkarakter van het onderzoek. Deze onnauwkeurigheid wordt meestal beschreven aan de hand van de 95%- betrouwbaarheidsmarges.
I/A-ratio
Het aantal niet-actieven gedeeld door het aantal actieven. LISA
LISA staat voor Landelijk Informatiesysteem van Arbeidsplaatsen en vestigingen. Het betreft een databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland waar betaald werk wordt verricht. Gegevens uit alle regionale bedrijvenregisters worden hier ingebracht. Dit landsdekkende bestand biedt mogelijkheden tot vergelijking met andere regio's. De kerngegevens per vestiging hebben een ruimtelijke component (adresgegevens) en een sociaal-economische component (werkgelegenheid en economische activiteit). LISV
Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen
Potentiële beroepsbevolking
Bevolking van 15 t/m 64 jaar
Standaard bedrijfsindeling (SBI 1993)
De indeling van bedrijven en instellingen naar hun economische activiteit. De indeling is overeenkomstig de Standaard bedrijfsindeling 1993. De SBI 1993 kent bedrijfstakken, die onderverdeeld zijn in bedrijfsklassen. UWV
Uitvoering Werknemersverzekeringen
Vestiging
Elk(e) afzonderlijk gelegen fabriek, werkplaats, winkel, kantoor of andere bedrijfsruimte c.q. complex van bedrijfsruimten waar minimaal 1 persoon werkzaam is. WW
Werkloosheidswet
Werkloze beroepsbevolking
Alle mensen zonder werk (of met werk van minder dan twaalf uur per week) die minstens twaalf uur per week willen werken, daarvoor direct beschikbaar zijn en bovendien actief zoeken naar werk. Monitor Economie Dordrecht 2004 62
Werkzame beroepsbevolking
Alle mensen die tenminste twaalf uur per week werken (werknemers en zelfstandigen). Werkzame personen
Werkzame personen volgens het Bedrijven- en Instellingen Register. Personen die op 1 januari van het betreffende jaar vanuit het vestigingsadres 12 uur of meer per week werkzaam zijn. Meegeteld worden meewerkende eigenaren en meewerkende gezinsleden en thuiswerkers voor zover zij voorkomen op de loonlijst van de vestiging. Niet meegeteld worden langdurig zieken (langer dan 1 jaar), militairen op eerste oefening, stagiair(e)s, uitzendkrachten (voor zover ze geen arbeidsovereenkomst met een uitzendorganisatie hebben) en personen werkzaam in WSW-verband (Wet Sociale Werkvoorziening). Wet Werk en Bijstand (WWB)
Opvolger van de Algemene Bijstandswet (ABW). Per 1 januari 2004 in werking getreden. Monitor Economie Dordrecht 2004 63
Publicaties van het Sociaal Geografisch Bureau
Openbare orde en veiligheid
Leefbaarheid en veiligheid in Dordrecht 2003 2004
Benchmark leefbaarheid en veiligheid 2001 2002
Leefbaarheid en veiligheid in de Drechtsteden
anno 2002 2003
Overzicht bestaande leefbaarheidsonderzoeken 2000
Jeugdcriminaliteitskaart Zuid-Holland Zuid 2000 2001 Eind evaluatie Veiligheidsnetwerk Zwijndrecht 2002 Veiligheidsbeleving op school 2004 2004
Leefbaarheid en veiligheid in de Gemeente
Zwijndrecht anno 2002 2003
Verkeer en vervoer
Parkeerregulering Groenedijk/Oranjelaan 2003
Autobezit, verplaatsingsgedrag en vervoermiddel-
gebruik van de Dordtse bevolking anno 2001 2003
Sociaal-economisch beleid
Monitor Binnenstad Dordrecht 2000/2001 2002
Monitor werk 2002 2003
De Sociale Staat van Dordrecht 2003 2004
De markt voor benzinepompen in Dordrecht 2001
Horecabezoek en beoordeling van de Dordtse horeca
door de Dordtse bevolking anno 2004 2004
Onderzoek draagvlak vrijdagmiddagmarkt 2003
Monitor vraagzijde arbeidsmarkt havengebonden
cluster Rijnmond 2004
Onderwijs
Kiezen voor beroepsonderwijs 2005
ROC's Albeda College en Da Vinci College in
de Hoeksche Waard 2003
Behoefte onderzoek kinderopvang Dordrecht 2004
Integrale leerlingenprognose gemeente Dordrecht
2002-2018 2003
Vrije tijd, cultuur, sport en recreatie
Gebruikers en deelnemers over gemeentelijke sportvoorzieningen 2004
Dordtenaren over recreatie in het buitengebied 2004 Vrijwilligerswerk in Dordrecht 2003 2004
Meningspeiling theatervoorziening in Dordrecht 2004 Publieksonderzoek Wantijpop/Rainbowpark 2002 2002
Kerstmarkt Dordrecht 2001 2002
Boekenmarkt Dordrecht 2002 2002
Opinies over en waardering voor evenementen
in Dordrecht 2003
Toervaarders over Dordrecht 2004
Onderzoek Openbare Bibliotheek Dordrecht 2003
Publieksonderzoek Zomerkermis 2003 2003
Evaluatie Dordt in Stoom 2004
Evaluatie Rhythm & Blues Festival 2004
Sociale voorzieningen en maatschappelijk werk
Onze buurt aan zet, tussenevaluatie 2004
Jeugdbeleid in de Drechtsteden 2003
Behoefte-onderzoek Dubbeldam 2004
Jongeren Dordrecht 2003 2004
Monitor Sociaal Programma Oud-Krispijn Zuid-3 2004 Doelgroepenonderzoek Bureau Schuldhulp-
verlening Dordrecht deel III 2004
Uitvallersonderzoek Bureau Schuldhulpverlening
Dordrecht 2003
Evaluatie Gezondheidsmanagement 2004
Monitor ouderen 2003 2004
Wijkpanel Staart Groen 2004
Wijkpanel Staart Veilig 2005
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Woonmonitor Dordrecht 2004 2004
Woonmonitor Drechtsteden 2004 2004
Evaluatie project dynamisch wonen 2004
Evaluatie woonkeus Drechtsteden 2001
Verslag Geschikt Wonen 2003
Migratie-onderzoek 2002 2003
Algemeen bestuur en maatschappelijke verkenningen
Dit is Dordt 2004
Bekend maakt bemind Monitor Beeld van Dordrecht 2005 Vertrouwen in het bestuur en oordeel over raads-
communicatie 2004
Evaluatie inspraakbeleid 2002
Succesvol lokaal ouderenhuisvestingsbeleid 2001
Gezondheidsmonitor Zuid-Holland Zuid
hoofdrapport en deelrapport: Dordrecht 2001
Omnibusonderzoek Barendrecht 2000 2001
Prognose Essenhof 2000-2015 2000
(crematies en begravingen)
Bereik/waardering voor info gem. Dordrecht 2002
Herhalingsmeting beeld van en belangstelling
voor de Drechtsteden 2002
De stem van de burger 2002
Bezoekersonderzoek Dag van Dordt 2003
Evaluatie Dualisme 1e fase 2003
Feiten, belevingen en trends Papendrecht 2003
Milieu
Gebruik toegangssysteem ondergrondse containers 2004 Onderzoek naar achtergronden onkruidbestrijdings-
middelengebruik door particulieren 2003
Evaluatie proef mini-container papier 2005
Evaluatie hondenbeleid 2004
Milieumonitor Dordrecht 2003 2004
Ruimte voor de rivier 2003
Belevingswaardeonderzoek oppervlaktewater
Krimpenerwaard 2004
Belevingswaardeonderzoek oppervlaktewater Ridderkerk 2003
Bevolking
Bevolkingsprognose per wijk gemeente Dordrecht
2004-2020 2004
Huishoudenprognose 1998-2010 1998
Klanttevredenheid
Basisscholen over Weizigt NMC 2004
Klanttevredenheidsonderzoek Wijklijn 2003
Klanttevredenheidsonderzoek Maaltijdservice 2004
Klanttevredenheidsonderzoek Personenalarmering 2004 Klanttevredenheidsonderzoek Onderwijs en Welzijn 2004 Elektronische Dienstverlening Gemeente Dordrecht 2003 Klanttevredenheidsonderzoek Groenvoorziening 2003 2004 Klanttevredenheidsonderzoek WVG Dordrecht 2003
Klanttevredenheidsonderzoek WVG Zwijndrecht 2003
Klanttevredenheidsonderzoek Brandweer Dordrecht 2003 Klanttevredenheidsonderzoek Stafdiensten 2004
Medewerkerstevredenheidsonderzoek Stafdiensten 2004 Bovenstaande lijst bevat een selectie van publicaties van het SGB
Algemeen
Dordt op z'n droogst jaarlijks
Staat van de wijken meerjarig
Tabellenboek Bedrijvenregister Dordrecht jaarlijks Meer cijfers en trends kunt u vinden op onze website www.sociaalgeografischbureau.nl
Informatie/bestellen:
telefoon: (078) 639 64 65
schriftelijk: Sociaal Geografisch Bureau
Postbus 8 - 3300 AA DORDRECHT
e-mail SGB@dordrecht.nl
website www.sociaalgeografischbureau.nl
fax 078 -639 80 80