European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|Brussel, 3 februari 2006                                            |
|5997/06 (Presse 35)                                                 |
|(OR. en)                                                            |
|PERSMEDEDELING                                                      |
|Betreft: Wetgeving over de rij- en rusttijden van beroepsschauffeurs|
|en invoering van de digitale tachograaf                             |
|De Raad stelt wetgeving vast over de rij- en rusttijden van         |
|beroepschauffeurs en de invoering van de digitale tachograaf        |
De Raad heeft op 2 februari 2006 via de schriftelijke procedure in het bemiddelingscomité een akkoord met het Europees Parlement bereikt over de aanneming van:

een verordening strekkende tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de rijtijden, de onderbrekingen en de rusttijden en tot het verplicht stellen van het gebruik van een digitale tachograaf in wegvoertuigen om deze tijden te meten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3820/85 (PE-CONS 3671/3/05, 5408/06 ADD 1), en

een richtlijn tot bijwerking en intrekking van Richtlijn 88/599/EEG betreffende standaardprocedures voor de controle op de toepassing van voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PE-CONS 3672/2/05, 5406/06 ADD 1 + ADD 2).

Beide wetgevingsbesluiten zijn aangenomen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen; de Franse delegatie heeft tegen de richtlijn gestemd.

De verordening heeft tot doel de sociale omstandigheden van beroepschauffeurs en de verkeersveiligheid in het algemeen te verbeteren. Zij bouwt voort op de beperking van de dagelijkse rijtijd (tot 9 uur) en op de beperking van de tweewekelijkse rijtijd (tot 90 uur), waarin Verordening (EG) nr. 3820/85 al voorziet, door een maximale wekelijkse rijtijd van 56 uur in te voeren. De verordening voorziet in dagelijkse en wekelijkse rusttijden, waardoor chauffeurs onder meer gehouden zijn om ten minste één keer per periode van twee opeenvolgende weken een normale wekelijkse rusttijd van ten minste 45 uur te nemen, en bevat bepalingen die voorschrijven dat een dagelijkse rusttijd in geen geval minder dan 9 aaneengesloten uren mag duren.

De verordening schrijft voor dat alle nieuwe voertuigen die na de twintigste dag volgend op de bekendmaking van de verordening in het Publicatieblad van de EU (naar verwachting in april 2006) in gebruik worden genomen, met een digitale tachograaf moeten zijn uitgerust. Bijgevolg zullen digitale tachografen vanaf begin mei 2006 verplicht worden gesteld voor nieuwe voertuigen.

De richtlijn - waarbij voorwaarden worden vastgesteld voor de controle op de toepassing van Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en 3821/85 - is erop gericht het aantal controles en de kwaliteit ervan te vergroten en de samenwerking tussen de nationale voor de controles bevoegde instanties te bevorderen.

Door de invoering van de digitale tachograaf zullen de gegevens sneller en nauwkeuriger kunnen worden gecontroleerd. Het aantal door chauffeurs gewerkte dagen dat nu wordt gecontroleerd, te weten 1%, zal worden verhoogd tot ten minste 2% met ingang van 2008 en tot ten minste 3% met ingang van 2010. Voorts verplicht de richtlijn de lidstaten ertoe, statistieken over die controles bij te houden en deze om de twee jaar aan de Commissie voor te leggen. De richtlijn bepaalt welke elementen bij wegcontroles moeten worden gecontroleerd, welke elementen ter plaatse bij ondernemingen moeten worden gecontroleerd en over welke standaard-apparatuur het handhavingspersoneel moet beschikken, en bevat een voorts niet-uitputtende lijst van inbreuken.

(zie ook de persmededeling in doc. 15620/05)