Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
9 januari 2006 ARBO/A&V/2006/3037
Kenmerk: 2050605990
Onderwerp Datum
Vragen van het lid De Wit 6 februari 2006
./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Wit over zieke werknemers en
mogelijke conflicten bij ziekte.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
2
Antwoorden op de vragen van het lid De Wit (SP) over zieke werknemers en mogelijke conflicten
bij ziekte, nr. 2050605990
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat er meer conflicten tussen werkgevers ontstaan als gevolg van
de verlenging van de loondoorbetalingplicht bij ziekte tot 2 jaar? 1)
Antwoord 1
Ziekteverzuimaanpak is een verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers, waar nodig
deskundig ondersteund zoals door een arbodienst. Er zijn mij geen systematische signalen bekend
dat de verlenging van de periode waarin het loon tijdens ziekte moet worden doorbetaald leidt tot
meer conflicten. De Wet verbetering poortwachter (Wvp) en de regeling procesgang bieden de
werkgever en de werknemer duidelijke handvatten voor een effectieve verzuimaanpak en
reïntegratie. Daarnaast bieden deze regelingen ook voorzieningen om gerezen conflicten te
beslechten of stagnerende reïntegratie weer vlot te trekken.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat ziek personeel steeds vaker te horen krijgt dat het een andere baan moet
zoeken en dat de werkgever overgaat tot pesterijen om te bewerkstelligen dat zieke werknemers
zelf ontslag nemen of dat ontslagname wordt geadviseerd bij mediation?
Antwoord 2
Genoemde stelling kan ik niet bevestigen. Ik signaleer dat de in het artikel geciteerde
woordvoerder van FNV Bondgenoten opmerkt geen aantallen te kunnen geven. Ook ziet hij
voordelen van betreffende regels omdat werkgevers een duidelijke taak hebben gekregen om ziek
personeel weer aan de slag te helpen.
Vraag 4
Hoeveel ontslagaanvragen zijn er in 2004 en 2005 bij het CWI ingediend waarin de werkgever
zich beroept op verstoring van het productieproces door afwezigheid door ziekte? Hoeveel van
deze aanvragen zijn goedgekeurd?
Antwoord 4
In 2004 zijn 117 aanvragen ingediend op grond van "regelmatig ziekteverzuim" en in 2005 101
aanvragen. In 2004 zijn hierop 51 ontslagvergunningen verleend, in 2005 37. Daarbij werd in 2004
de gevraagde toestemming voor opzegging 27 maal onthouden, in 2005 was dit 25 maal.
Totaal derhalve: 218 aanvragen ingediend waarvan 88 zijn verleend ofwel 41%. De onthoudingen
waren totaal 52, dit is 24%. Van alle aanvragen op deze grond zijn in 2004 en 2005 11 aanvragen
niet door het CWI in behandeling genomen, dit is 5%. De overige aanvragen (67 ofwel 31%) zijn
lopende de procedure ingetrokken.
3
Vraag 3
Is en/of wordt er onderzoek gedaan naar de gevolgen van de Wet Poortwachter op de verhouding
tussen de werkgever en zieke werknemers? Wat zijn de resultaten of wanneer worden deze
verwacht?
Vraag 5
Zal bij de evaluatie van de Wet Poortwachter ook aandacht worden besteed aan de conflicten
tussen werkgever en zieke werknemers, het verloop en de uitkomst van de conflicten en de rol van
arbodiensten, verzuimadviseurs en reïntegratiebedrijven? Zo neen, waarom niet?
Vraag 6
Wanneer kan de Tweede Kamer de evaluatie van de wet Poortwachter verwachten?
Antwoorden 3, 5 en 6
De Wet verbetering poortwachter, inwerking getreden per april 2002, bevat een verplichting tot
evaluatie binnen vier jaar. Het parlement kan evaluatie tegemoet zien vóór april 2006. Daarbij zal
aandacht worden besteed aan het geheel van de procesgang. De evaluatie zal worden gebaseerd
op enquêtes op statistieken en literatuurstudies.
1) NRC 3 januari 2006
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid