Antwoorden op kamervragen van Van Miltenburg over onvrede inzake verpleging
op Oosterhof
Kamerstuk, 6-2-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2650983
6 februari 2006
Antwoorden van staatssecretaris Ross op vragen van het Kamerlid Van
Miltenburg (VVD) over onvrede inzake verpleging op Oosterhof
(2050605950).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het artikel "Onvrede over verpleging op
Oosterhof"?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat er twee klachten over de ondermaatse kwaliteit van de
verzorging zijn ingediend bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ)?
Antwoord 2
Ja dat is correct. Bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg in Den
Bosch zijn twee schriftelijke meldingen binnen gekomen. Een melding
dateert van 6 januari 2006 en is in behandeling. De tweede melding
wordt door de inspectie behandeld als onderdeel van een complexe casus
waarbij de inspectie sinds september 2003 intensief is betrokken. De
inspecteur ziet hierbij op basis van de Wet Bopz (artikel 63) toe op
een verantwoorde behandeling, verpleging, verzorging en bejegening van
een cliënt, die verblijft op de psychogeriatrische afdeling van het
verpleeghuis.
Vraag 3
Is het juist dat de IGZ de beleidslijn hanteert dat er pas een
onderzoek volgt in een verzorgings- of verpleeghuis na vijf ontvangen
klachten? Zo nee, waarom doet de woordvoerder van de IGZ deze bewering
in antwoord op vragen van het Brabants Dagblad? Zo ja, acht u de
genoemde beleidslijn in overeenstemming met afspraken die zijn gemaakt
tussen u en de Tweede Kamer?
Antwoord 3
Nee, dat is niet juist. Iedere melding wordt apart beoordeeld aan de
hand van de leidraad meldingen. Eén enkele melding kan in principe
voldoende zijn voor een oriënterend onderzoek. In de eerste maanden
van het meldpunt verpleeghuiszorg is naar aanleiding van de grote
hoeveelheid meldingen afgesproken dat de Inspectie in ieder geval een
oriënterend onderzoek start als er over een instelling meer dan twee
meldingen ontvangen zijn. Mogelijkerwijs zijn hierdoor misverstanden
ontstaan.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe de twee eerdergenoemde individuele klachten zijn
afgehandeld?
Antwoord 4
Zoals ook geantwoord op vraag 2, een melding is nog in behandeling, de
tweede melding is onderdeel van een langer lopende casus.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel individuele klachten in 2005 bij de IGZ zijn
binnengekomen? Hoeveel van deze klachten zijn afgehandeld? Bent u
tevreden over de nieuwe manier van klachtenbehandeling, gestart in
2005?
Antwoord 5
Het eindrapport van het meldpunt verpleeghuiszorg verkeert in een
afrondende fase. Hierin zal ook het aantal klachten aan de orde zijn.
Dit rapport wordt u naar verwachting in het eerste kwartaal van 2006
toegezonden.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport