Gemeente Harenkarspel
03-02-2006
Gedeputeerde C. Mooy op werkbezoek in Harenkarspel
Woensdagmiddag 1 februari heeft Gedeputeerde C. Mooy een bezoek
gebracht aan Harenkarspel. De bestuurder van provincie Noord-Holland
stelde zich op de hoogte van diverse verkeerszaken die in de gemeente
leven. De aanleg van een Park & Ride bij de Rekerkoogweg in Schoorldam
vindt de Gedeputeerde een goed idee. "Dit past in de filosofie dat de
kust bereikbaar moet zijn per fiets. Vanaf hier zit je in een mum in
de duinen. De auto's parkeren hier al, het is een gewoonte. Een
veilige parkeeroplossing als park & ride is helemaal mooi," zei Mooy.
Wethouder P. Hoogenbosch verzorgde een rondleiding voor de
Gedeputeerde. De reis ging eerst naar Schoorldam. Hier wil het
gemeentebestuur van Harenkarspel graag een fietsbrug laten aanleggen,
naast de huidige brug. Zodat het huidige fietspad kan worden gebruikt
voor verbreding van de brug. Deze wens beloofde Mooy op te laten nemen
in de studiefase van het PMI (Provinciaal Meerjarenprogramma
Infrastructuur). Vervolgens stelde de Gedeputeerde zich op de hoogte
van een ontbrekend stuk veilige fietsverbinding tussen Huiskebuurtweg
en N504. De kinderen van Harenkarspel moeten daarom nog steeds langs
een gevaarlijke route naar school in Alkmaar. Mooy is een groot
voorstander van veilige fietsverbindingen. Hij deelde mee dat de
provincie het definitief ontwerp van het nieuwe fietspad klaar heeft
en nu in snel tempo zal werken aan de uitvoering. Van het idee van een
Park & Ride aan de Rekerkoogweg was de Gedeputeerde erg gecharmeerd.
Omdat hier in het weekend toch al zoveel auto's parkeren van mensen
die naar duinen en kust fietsen, moet de aanleg van een parkeerplaats
niet moeilijk zijn, meende hij. Het gemeentebestuur mag er wat hem
betreft verder aan werken. Ook ging de reis naar de N245. Hier wil het
gemeentebestuur een vlottere afvoer van het verkeer via de
ongelijkvloerse kruising die er toch al ligt bij Dirkshorn. Ook vraagt
Harenkarspel om verdubbeling van de N245 tot voorbij Dirkshorn.
Hierover deed de Gedeputeerde geen toezeggingen. "Is het zó druk dat
de aan- en afvoer belemmerd wordt," vroeg hij zich af. Tenslotte ging
de delegatie naar Waarland, waar toelichting volgde op het idee om
hier een spoorwegstation te krijgen. Mooy wil eerst cijfermatige
onderbouwing zien over de behoefte hiernaar. "Ik ben op het eerste
gezicht wat somber", zei hij eerlijk. "De NS stelt de eis van minimaal
duizend instappers, voor zij überhaupt wil stoppen. Een bijdrage van
de provincie in de stationskosten kan onbekend hoog uitvallen en is
voor ons ongewenst. Het is beter om eerst de behoefte te toetsen."