Ministerie van Justitie
Vreemdelingenzaken en Integratie
Persbericht ministerraad
3 februari 2006
MEER TOEZICHT BIJ KLEINE LUCHT- EN ZEEHAVENS
De ministerraad heeft op voorstel van minister Verdonk voor
Vreemdelingenzaken en Integratie ingestemd met permanent mobiel toezicht
langs de kust en in de kleine havens. De Koninklijke Marechaussee (KMar),
zeehavenpolitie en douane gaan dit samen met de kustwacht ter hand nemen.
Met ingang van 1 maart 2006 zullen hiervoor, in eerste instantie voor een
periode van zes maanden, gecombineerde patrouilles gericht worden ingezet.
Dit is een van de maatregelen in het plan van aanpak dat voortvloeit uit de
reactie van het kabinet op het rapport 'Gebruik van grenscontrole bij
terrorismebestrijding' van de Algemene Rekenkamer van 28 september 2005. In
dat kader is onderzoek gedaan naar de vraag of er een sluitende controle
bestaat aan de Nederlandse buitengrenzen.
Diverse kleine lucht- en zeehavens zijn op dit moment niet aangewezen als
doorlaatpost of douanekantoor. Toch is het toegestaan daar in- of uit te
reizen of goederen aan te brengen, mits voorafgaand daaraan toestemming is
verkregen van bijvoorbeeld de douane. De naleving blijkt tot op heden
gebrekkig en er is onvoldoende toezicht, concludeerde de Algemene
Rekenkamer. Om het zicht op deze stroom te vergroten en inzicht te kunnen
verkrijgen in de risico's die hiermee verband houden, zal gericht mobiel
toezicht worden geĂŻntensiveerd.
Ook zullen de havenmeesters van kleine luchthavens en (jacht)havens langs
de kust verplicht worden een registratie te voeren. De streefdatum voor
invoering hiervoor is 1 juli 2007. Vanaf dat moment moet een lijst
bijgehouden worden van alle bemanningsleden, opvarenden en passagiers die
in- of uitreizen. De registratie biedt de grenscontrolediensten niet alleen
aanknopingspunten voor controle maar ook voor de gewenste versterking van
de informatiepositie.
De gecombineerde patrouilles van KMar, douane en zeehavenpolitie worden
ingezet op die plaatsen waar geen sprake is van reguliere stromen van
goederen en/of passagiers. Hierdoor wordt de preventieve werking vergroot
en ontstaan er mogelijkheden om de informatiepositie te verbeteren en een
risicoanalyse op te stellen. Ook zal in lijn met de aanbevelingen van de
Rekenkamer en de eerste reactie van het kabinet de informatie-uitwisseling
tussen de met grenscontrole belaste diensten worden verbeterd.
RVD, 03.02.2006
Ministerie van Algemene Zaken