Antwoorden op kamervragen van Arib en Heemskerk over het verzekeringsaanbod
aan Nederlanders in het buitenland
Kamerstuk, 3-2-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2653033
3 februari 2006
Antwoorden van minister Hoogervorst op de vragen van de Kamerleden
Arib en Heemskerk (beiden PvdA) over het verzekeringsaanbod aan
Nederlanders in het buitenland (2050606400).
Vraag 1
Klopt het bericht dat Nederlanders in het buitenland toch geen aanbod
krijgen voor een zorgverzekering tegen voorwaarden en premies die
vergelijkbaar zijn met wat in 2005 werd geboden? 1)
Vraag 2
Betekent dit dat Nederlanders in het buitenland nu geconfronteerd
worden met premies, bijvoorbeeld die van Trias, van EUR 436 per maand
per persoon, ofwel EUR 10 464 per jaar voor een paar?
Antwoord 1 en 2
Omdat in Nederland door de invoering van de Zorgverzekeringswet
ongeveer vijf miljoen personen niet langer particulier verzekerd zijn,
is het draagvlak voor de particuliere verzekering die door Nederlandse
verzekeraars wordt aangeboden aanzienlijk verkleind. Daardoor is een
premiestijging van de (resterende) particuliere verzekeringen niet
ondenkbaar. In hoeverre een stijging van verzekeringspremie nog
redelijk kan worden geacht, kan ik niet beoordelen omdat dat mede
afhangt van de risicostructuur van het verzekerdenbestand van een
individuele verzekeraar.
Diegenen die worden getroffen door een premieverhoging kunnen bij hun
verzekeraar bezwaar aantekenen tegen deze premieverhoging.
Uiteindelijk kan de rechter hierover uitspraak doen, zoals 25 januari
jl. is gebeurd in kort geding.
Vraag 3
Hoe verhoudt zich dat met uw toezegging aan de Kamer te zullen zorgen
voor een redelijk verzekeringsaanbod? 2)
Antwoord 3
In de Europese Schaderichtlijnen voor het verzekeringsbedrijf is
bepaald dat de overheid geen voorwaarden ter zake van acceptatie,
premie en pakket mag opleggen aan particuliere verzekeraars. Ik kan en
mag dus niet ingrijpen in dergelijke zuiver particuliere
verzekeringen.
Wel heb ik verschillende keren overleg gevoerd met Zorgverzekeraars
Nederland en met individuele verzekeraars, over het in stand houden
van (aanvullende) verzekeringen na
1 januari 2006. Veel verzekeraars hebben inmiddels aanbiedingen
gedaan. Ik wijs er op dat daarnaast ook in het woonland producten
worden aangeboden, zoals de hospitalisatieverzekering (in België) en
in Spanje.
Vraag 4
Wat heeft een dergelijke premiestelling voor gevolgen voor de
betrokken personen? Wat raadt u hen aan?
Antwoord 4
De gevolgen van een bepaalde premiestelling kan ik niet overzien omdat
die van geval tot geval verschillen. Ik ben niet in de positie
betrokkenen op dit punt te adviseren.
1) NRC Handelsblad 9 januari jl.
2) Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, nr. 30, blz.
2064-2083.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport