Ministerie van Buitenlandse Zaken

Ambtsbericht Irak / 15-12-2005

Algemeen ambtsbericht Irak december 2005

Samenvatting

De Iraakse staatsinrichting verkeert in een overgangsfase. Op 30 januari 2005 werden verkiezingen gehouden voor het Iraakse nationale overgangsparlement, de achttien Iraakse provincieraden en het Koerdische parlement. De 'Iraqi Transitional Government' (ITG), aangevoerd door premier Al-Ja'fari, werd op 3 mei 2005 beëdigd. PUK-leider Talabani is eerder benoemd tot president. De politieke ontwikkelingen stonden deze verslagperiode met name in het teken van het opstellen van en het referendum over de nieuwe grondwet voor Irak. Op 28 augustus 2005 is de nieuwe grondwet door het Parlementair Constitutioneel Comité gepresenteerd in het Iraakse parlement, die het document zonder stemming accepteerde.

Op 15 oktober 2005 vond in heel Irak het referendum inzake de nieuwe ontwerpgrondwet plaats. De bevolking stemde in met de nieuwe grondwet. Belangrijke kenmerken van de nieuwe grondwet ten opzichte van de TAL zijn de plaats van de islam als fundamentele rechtsbron, de integriteit van Irak, het federalisme in de Iraakse staatsstructuur, en de nationale/Arabische identiteit. Tijdens de verslagperiode was sprake van een aanhoudend zorgwekkende veiligheidssituatie in bepaalde delen van het land. In de KRG-gebieden is de veiligheidssituatie rustiger in vergelijking met de rest van het land.

Het geweld doet zich, net als in de vorige verslagperiode, overwegend in het midden, maar ook in bepaalde delen van het noorden en zuiden van het land voor. Het geweld concentreert zich in (de omgeving van) Bagdad, Falluja, Ramadi, Samarra, Baquba, Kirkuk en Mosul. Ook in delen van het zuiden, bijvoorbeeld in en bij Basra is sprake van een instabiele veiligheidssituatie. Er zijn echter ook gebieden, in het bijzonder de KRG-gebieden, waar het relatief rustig is en beduidend minder aanslagen voorkomen.

Er vinden veel aanslagen plaats gericht tegen Irakezen die zichtbaar samenwerken met de interimregering en / of de Multi National Force (MNF). Hierbij valt onder meer te denken aan Iraakse politieke figuren, ambtenaren, personeel van het veiligheidsapparaat (vooral politie en leger), tolken of Irakezen die op andere wijze voor de interimregering, internationale organisaties en bedrijven in Irak werken alsook Iraakse journalisten en personen die voor hen werken. Ook is het geweld gericht tegen buitenlanders, al dan niet (verondersteld) verbonden (te zijn) aan de interimregering en / of de MNF. Behalve aanslagen vinden ook veel ontvoeringen, zowel uit politieke motieven als voor losgeld, plaats. In het huidige klimaat van wetteloosheid komen politiek gemotiveerde aanslagen voor, maar vindt ook veel reguliere criminaliteit plaats.

De Iraakse veiligheidsorganisaties en de MNF bleken veelal niet in staat voldoende bescherming te bieden aan burgers. Functionarissen van de Iraakse veiligheidsorganisaties en MNF zijn zelf veelvuldig doelwit geweest van aanslagen.

De internationale staf van de VN was tijdens de verslagperiode weer aanwezig in Irak met enkele tientallen medewerkers. In de KRG-gebieden lijken de activiteiten van de VN, NGO's en buitenlandse bedrijven weer op gang te komen. De Law of Administration for the State of Iraq for the Transitional Period (of kortweg Transitional Adminstrative Law, TAL) en de nieuwe grondwet bieden op papier een waarborg voor een aantal fundamentele vrijheden zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid van godsdienst en overtuiging. Het Wetboek van Strafrecht van 1969 en het Wetboek van Strafvordering van 1971 zijn, volgens CPA-verordening 7 van 9 juni 2003, onverminderd van toepassing, met uitzondering van enkele onderdelen. Deze wetgeving zal waar nodig worden aangepast naar internationale maatstaven. Sinds de val van Saddam Hoessein is voor het eerst sinds ruim dertig jaar sprake van vrijheid van meningsuiting in geheel Irak. Vrijheid van vergadering, bijeenkomst, demonstratie en openbare meningsuiting is gegarandeerd mits aan een aantal administratieve en logistieke voorwaarden is voldaan. De TAL en de grondwet garanderen vrijheid van godsdienst. Er hebben zich evenwel aanslagen op geestelijken, politici verbonden aan religieuze partijen, pelgrims, moskeeën en kerken voorgedaan in de verslagperiode.

Irak heeft te maken met verschillende stromen van vluchtelingen. Uitstroom naar buurlanden en bijvoorbeeld westerse landen vindt plaats, terwijl ook terugkeer plaatsvindt. Voorts zijn er nog altijd ruim anderhalf miljoen binnenlands ontheemden.

De vorige Iraakse regering keerde zich tegen terugkeer. Voor de huidige ITG heeft (gedwongen) terugkeer en eventueel beleid hieromtrent geen prioriteit. UNHCR keert zich tegen gedwongen terugkeer naar Irak in het licht van de onzekere situatie in Irak. De organisatie heeft een beroep op staten gedaan (uitgeprocedeerde) asielzoekers een vorm van tijdelijke bescherming te verlenen. Hoewel UNHCR de omstandigheden met betrekking tot veiligheid, onderdak en infrastructuur in Irak niet geschikt acht voor terugkeer, meent de organisatie, mede met het oog op het recht op terugkeer, dat het beter is in deze te faciliteren dan vluchtelingen zonder begeleiding terug te laten gaan. UNHCR heeft daarom ook in deze verslagperiode vrijwillige terugkeer van Irakezen vanuit buurlanden gefaciliteerd.

In een aantal Europese landen worden Iraakse asielaanvragen in behandeling genomen. Er is nog altijd sprake van vrijwillige terugkeer vanuit Europese landen, gefaciliteerd door IOM,. Het Verenigd Koninkrijk heeft het voornemen geuit spoedig te starten met gedwongen terugkeer. Media hebben bericht dat gedwongen terugkeer vanuit het VK daadwerkelijk heeft plaatsgehad.