Werknemers bang voor nieuwe WIA
Creative venue
Financiële aderlating gevreesd en twijfels over inzet werkgever
Werknemers bang voor nieuwe WIA
Eind vorig jaar publiceerde verzekeraar OHRA de resultaten van een peiling onder
werkgevers over de nieuwe wet WIA (Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Die wees uit dat
werkgevers zich nog maar nauwelijks bewust zijn van de verandering van de wetgeving
én van de aanzienlijke risico's die de WIA meebrengt. De 'WIA krater' was een
feit. In aansluiting op het eerdere onderzoek komt OHRA nu met onderzoek dat onder
werknemers is uitgevoerd door Intomart GFK (december 2005). Het onderzoek richtte zich op
de bekendheid van werknemers met de WIA, hun oordeel hierover en de verwachtingen over de
rol van de werkgever.
Werknemers zijn tot op heden nauwelijks geïnformeerd door hun werkgever over de
gevolgen van de nieuwe wet WIA (werken naar arbeidsvermogen). Zij schrikken van de
financiële en maatschappelijke gevolgen die de nieuwe wet met zich meebrengt. Bijna
45% van de ondervraagden verwacht dat de eigen werkgever niet thuis geeft als er iets mis
gaat, en ziet op tegen de druk in geval van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid om kost wat
kost werk te krijgen, aldus het OHRA onderzoek. Hoewel een merendeel van de ondervraagden
de uitgangspunten van de WIA, werken naar vermogen, niet ter discussie stelt, denkt de
groep wel dat de nieuwe WIA vooral voor de zwakkeren in de maatschappij nauwelijks
dekking biedt en daarvoor uiteindelijk de rekening gaan betalen. Vanuit het MKB komen
vooral geluiden dat de optie voor 'vervangend werk' één grote 'farce' is.
Vooral degenen die als gedeeltelijk arbeidsgeschikte tussen wal en schip vallen, vrezen
het ergste en zien de WIA als een 'verzekering zonder dekking' die in de meeste gevallen
tot een onaanvaardbaar inkomensverlies leidt. Bij aanvang van het onderzoek bleek bijna
driekwart van de ondervraagden slechts oppervlakkig op de hoogte van de nieuwe regeling.
Dit komt, aldus OHRA, omdat de WIA in aandacht is 'ondergesneeuwd' door onder meer het
nieuwe zorgstelsel en de levensloopregeling.
'Het merendeel van de ondervraagden is van mening dat de informatie over de consequenties
van de WIA de taak is van de werkgever', aldus Hugo Keuzenkamp, directeur Zorg &
Inkomen van OHRA. 'Dat is een belangrijk signaal voor werkgevers. Slechts een minderheid
is namelijk bereid daar zelf naar op zoek te gaan. Daarbij verwacht iets minder dan de
helft van de ondervraagde werknemers een voorstel van de werkgever te krijgen voor een
verzekering tegen de financiële gevolgen van inkomensverlies bij
arbeidsongeschiktheid.
Twijfels over rol werkgever
Hoewel in eerste instantie niet alle ondervraagden negatief oordeelden over de WIA - het
accent op arbeidsgeschiktheid en werkbereidheid werd vaak als 'eerlijk' en 'positief'
gezien - veranderde dat beeld nadat de ondervraagden inhoudelijk waren voorgelicht over
de persoonlijke consequenties. Zo blijken er grote twijfels te leven over de vraag of
werkgevers voldoende aangepast werk hebben voor deels arbeidsgeschikte werknemers. Een
aanzienlijk deel van de ondervraagden is bang dat de eigen werkgever niet thuis geeft als
er iets mis gaat, en ziet op tegen de druk op de deels arbeidsgeschikte werknemer om kost
wat kost werk te krijgen.
Met name ondervraagden werkzaam in het MKB zijn bang, omdat zij over het algemeen heel
goed inzien dat de speelruimte van de werkgever daar zeer beperkt is. 'Een farce', aldus
één van de ondervraagden. 'Bij ons lopen 15 monteurs rond. Als er
één daarvan plotseling drie vingers moet missen, dan is er daar echt geen
ander werk voor. '
Grote onwetendheid over inkomensterugval
Grote onwetendheid bleek er ook te zijn overde forse financiële consequenties van de
WIA, omdat het systeem uitgaat van het (kunnen) benutten van 'verdiencapaciteit'. Pas na
nadere inhoudelijke voorlichting werd het gevaar van een aanmerkelijke inkomensdaling bij
(gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid ten volle duidelijk.
Vrijwel geen van de ondervraagde werknemers bleek de risico's van WIA (volledig) te hebben
verzekerd. Ook hier bleek sprake van weinig 'sense of urgency': gemiddeld genomen wacht de
werknemer ook op dit terrein op het initiatief van de werkgever, al dan niet via de
CAO-onderhandelingen.
'Het ontbreken van enige 'sense of urgency' is alarmerend', vervolgt Keuzenkamp. 'Aan ons
als verzekeraars is het nu dan ook de taak om met werkgevers in discussie te gaan en
samen bespreken hoe we hen nog beter kunnen helpen bij het inrichten van de voorlichting,
bij het wegnemen van die angst bij werknemers. In de praktijk blijkt er namelijk wel
degelijk een groot pakket aan passende oplossingen voor reïntegratie die dus heel
goed de 'geest' van de WIA eerbiedigen. Verder is het blijkbaar onvoldoende duidelijk dat
bij arbeidsongeschiktheid een financiële achteruitgang goed te repareren is.'
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
OHRA, Frank Witte, tel. 020 - 4525225