01/02/2006
IFIS en GMP+
Eind vorig jaar is de IFIS-standaard officieel vastgesteld en
gepubliceerd. Vanaf 1 januari 2006 is het voor bedrijven mogelijk om
zich tegen deze standaard te laten certificeren. De introductie van de
IFSA-standaard heeft ook gevolgen voor het GMP+-certificatieschema
2006.
In deze nieuwsbrief wordt in het kort een aantal punten rond het IFSA
- certificatieschema uiteengezet. Daarbij wordt ingegaan op de vraag
1. Welke bedrijven gebruik kunnen maken van de IFIS-standaard,
2. Wat de consequenties en mogelijkheden zijn voor deelnemers aan het
GMP+-certificatieschema, en
3. Onder welke voorwaarden een GMP+-bedrijf van een
IFIS-gecertificeerde onderneming voedermiddelen mag afnemen
1. De IFIS-standaard
1.1 Voor wie is IFIS...?
De IFSA Feed Ingrediënt Standard (IFIS), hierna te noemen IFIS, is
inmiddels officieel vastgesteld en is vanaf 2006 certificeerbaar.
De IFIS is te gebruiken door producenten van grondstoffen voor
diervoeding (`feed ingrediënts'). Hiermee worden met name bedoeld de
industrieel geproduceerde voedermiddelen, afkomstig van dierlijke,
plantaardige of minerale oorsprong. Bijvoorbeeld de bijproducten van
de graan- en oliezaadverwerkende industrie, van de suikerindustrie,
van de verwerkers van dierlijke producten (melk, vlees, vis en
eieren), enz. Daarnaast geldt de IFIS ook voor verwerkers, die (resten
van) levensmiddelen tot voedermiddel verwerken.
Productie van toevoegingsmiddelen is in principe niet uitgesloten,
maar wel is afgesproken dat dit pas gecertificeerd kan worden als er
zgn. Sector Notes (zie verderop) zijn opgesteld.
1.2 .. en voor wie niet?
De productie van voedermiddelen op akkerbouwbedrijven (zoals granen,
zaden en peulvruchten) valt niet onder IFIS. Dit geldt ook voor
collectie en handel, opslag, overslag en transport. Ook mengvoeder- en
voormengselbedrijven kunnen IFIS niet toepassen.
IFIS is dus uitsluitend bedoeld voor bedrijven die op industriële
wijze voedermiddelen produceren (meestal als een bijproduct van
levensmiddelenproductie). Deze producenten zijn vaak de 1^e schakel in
een diervoederketen.
2. Gevolgen en mogelijkheden voor GMP B1/GMP04 en GMP
B2/GMP13-bedrijven
IFIS is een initiatief van 4 organisaties: AIC (Verenigd Koninkrijk),
OVOCOM (België), PDV (Nederland) en QS (Duitsland). Deze organisaties
beheren allen een ketenomvattend voederveiligheidsprogramma, met
daarin onder meer eisen voor producenten van grondstoffen voor
diervoeding. Met IFIS wordt (verregaande) internationale harmonisatie
in het eisenpakket voor producenten van voedermiddelen bereikt.
De introductie van IFIS valt min of meer samen met de introductie van
het GMP+-certificatieschema diervoedersector 2006 (GMP+:2006). Dit
maakt het voor betrokken bedrijven niet eenvoudiger om een goed
overzicht te krijgen en een goede keuze te maken. Van belang is om te
weten dat de voormalige GMP04 in GMP+:2006 als GMP B1 is gecodeerd,
en de voormalige GMP13 als GMP B2, beide met de reikwijdte `productie
van voedermiddelen'.
Alle bedrijven die deze GMP+-standaarden toepassen, zullen in 2006 een
vernieuwd certificaat ontvangen. De producenten van voedermiddelen
kunnen ook overstappen op IFIS. Het overstappen kan geleidelijk aan
plaatsvinden. Daarover gaat het in de volgende paragrafen.
2.1 GMP B1 (scope: productie van voedermiddelen)
GMP B1-gecertificeerde producenten van voedermiddelen (voorheen
GMP04-bedrijven) kunnen de nieuwe standaard GMP B1 blijven toepassen.
Dit is met name te adviseren voor bedrijven die naast voedermiddelen
ook nog andere diervoeders maken, bijv. mengvoeders, of die ook nog
handelen. Al deze activiteiten kunnen nl. onder GMP B1 worden
gecertificeerd. Men heeft dan te maken met 1 standaard en 1
certificaat voor alle activiteiten. Bovendien blijft GMP+ vereist voor
levering aan veehouders.
Kiest deze voedermiddelenproducent voor IFIS, dan moet het rekening
houden dat de activiteiten die niet onder IFIS gecertificeerd kunnen
worden, aanvullend onder GMP+ of een daaraan gelijkwaardig gestelde
standaard gecertificeerd moeten zijn.
De producenten van voedermiddelen kunnen ook IFIS gaan gebruiken. Dit
is met name aan te raden als er uitsluitend voedermiddelen worden
geproduceerd voor levering aan andere diervoederbedrijven en als men
internationaal opereert, m.a.w. veel levert naar (buitenlandse)
bedrijven die deelnemen aan een ander voederveiligheidsprogramma dan
GMP+.
2.2 GMP B2 (scope: productie van voedermiddelen)
De overstappers...
Binnen GMP+:2006 is GMP B2 (voorheen GMP13) bedoeld voor buiten
Nederland gevestigde producenten van diervoeders. Daarnaast kunnen ook
handelaren en op- en overslagbedrijven in het buitenland deze
standaard gebruiken.
Met de introductie van IFIS zal de reikwijdte van GMP B2 beperkt
worden en kunnen op termijn de bedrijven die op industriële wijze
voedermiddelen voor diervoeding produceren GMP B2 niet meer toepassen.
De overgang van GMP B2 naar IFIS zal echter geleidelijk kunnen
plaatsvinden. Bedrijven hebben ruim de tijd om zelf een geschikt
moment van overstap te kiezen. Normaliter zal deze overstap gemaakt
worden op het moment dat een verlengingsaudit plaatsvindt. Aan het
eind van deze nieuwsbrief staan enkele voorbeelden genoemd
Tot eind 2006 kunnen GMP B2-certificaten voor de productie van
voedermiddelen afgegeven blijven worden, waarbij wel geldt dat de
uiteindelijke looptijd is vastgesteld tot 31 december 2008. Dit
betekent dat GMP B2-certificaten, die in 2006 worden verstrekt, niet
meer de gebruikelijke looptijd van 3 jaar hebben, maar geldig zijn
voor een kortere periode. Vanaf 2007 kunnen geen GMP B2-certificaten
meer afgegeven voor productie van voedermiddelen.
De certificerende instellingen zijn inmiddels over de details en
bijzonderheden geïnformeerd.
.. en de blijvers
Een aantal GMP B2-bedrijven zal echter geen gebruik kunnen maken van
de IFIS-standaard (bijvoorbeeld: handelaren, collecteurs of op- en
overslagbedrijven). Zij kunnen voorlopig gewoon GMP B2 blijven
gebruiken. In de loop van 2006 zal een aangepaste versie van GMP B2
verschijnen, speciaal bedoeld voor bedrijven die geen IFIS kunnen
toepassen.
2.3 Voorbeelden van overgang van B1/B2 naar IFIS
Let op: In 2006 vindt de overgang van GMP+:2003 (met GMP04 en GMP13)
naar GMP+:2006 (met GMP B1 en GMP B2).
* Een voedermiddelenproducent heeft een GMP13-certificaat tot 1 juni
2006. Hij krijgt voor die datum een verlengingsaudit. Hij kan
kiezen om nog voor 1 periode (dwz tot 31 december 2008) een nieuw
GMP B2(!)-certificaat te ontvangen. Hij krijgt dan in 2007 en 2008
een tussentijdse audit voor GMP B2, en moet eind 2008 een keuze
maken voor een andere standaard. Ook kan hij tegen juni 2006
direct kiezen voor een IFIS-certificaat, geldig vanaf 1 juni 2006
(of een GMP B1-certificaat).
* Een voedermiddelenproducent heeft een GMP13-certificaat tot 1
juni 2007. Hij krijgt dan in rond 1 juni 2006 een tussentijdse
audit, waarbij GMP13 wordt omgezet in GMP B2. Dit GMP
B2-certificaat loopt 1 juni 2007 af. Hij kan dan niet meer kiezen
voor een GMP B2-certificaat, maar dient over te stappen op IFIS
(of een GMP B1-certificaat).
* Een voedermiddelenproducent heeft een GMP04-certificaat tot 1 juni
2006. Hij krijgt voor die datum een verlengingsaudit. Hij kan
kiezen voor een nieuw GMP B1-certificaat of voor een
IFIS-certificaat .
* Een voedermiddelenproducent heeft een GMP04-certificaat tot 1
juni 2007. Hij krijgt dan in rond 1 juni 2006 een tussentijdse
audit, waarbij GMP04 wordt omgezet in GMP B1. Dit GMP
B1-certificaat loopt 1 juni 2007 af. Hij kan kiezen voor een nieuw
GMP B1-certificaat of voor een IFIS-certificaat.
* Een handelaar heeft een GMP13-certificaat tot 1 juni 2006. Hij
krijgt voor die datum een verlengingsaudit voor GMP B2, en
ontvangt hiervoor (bij een succesvol verlopen audit) een
certificaat. Dit bedrijf kan niet overstappen op IFIS.
* Een handelaar heeft een GMP13-certificaat tot 1 juni 2007. Hij
krijgt dan in rond 1 juni 2006 een tussentijdse audit, waarbij
GMP13 wordt omgezet in GMP B2. Dit GMP B2-certificaat loopt 1 juni
2007 af. Dit bedrijf kan niet overstappen op IFIS.
3. IFIS en GMP+: Country Notes/Sector Notes
3.1 Country Notes
De IFIS-standaard is tot stand gekomen door het samenvoegen van een
aantal bestaande standaarden uit de voederveiligheidsschema's GMP+,
UFAS/FEMAS/ QS en GMP-Ovocom. Daarbij is het niet gelukt om alle eisen
die in deze afzonderlijke schema's worden gesteld aan producenten van
voedermiddelen, op te nemen in de IFIS-standaard.
Om een naadloze aansluiting te verkrijgen worden `Country Notes'
opgesteld. Daarin staan nog enkele aanvullende eisen waaraan een
IFIS-bedrijf moet voldoen om geheel gekwalificeerd te zijn als
voedermiddelenproducent binnen een bepaald voederveiligheidsschema
IFIS-bedrijven moeten er dus rekening mee houden dat zij ook aan deze
aanvullende eisen moeten voldoen als zij aan deelnemers uit één van de
genoemde programma's hun voedermiddelen willen leveren.
Er zijn momenteel geen Country Notes vastgesteld. Certificatie vanaf
2006 zal vooralsnog gebeuren op basis van de gepubliceerde
IFIS-standaard.
Aansluiting IFIS op GMP+
Het PDV-bestuur heeft besloten om voor het GMP+-programma geen extra
eisen te stellen aan een IFIS-gecertificeerd bedrijf. Er komt dus geen
IFIS- Country Note met extra eisen, waaraan de IFIS-deelnemer moet
voldoen als hij zijn voedermiddelen wil leveren aan
GMP+-gecertificeerde ondernemingen.
Wel dient het GMP+-bedrijf te kunnen aantonen dat een voedermiddel van
een IFIS-bedrijf aan de volgende voorwaarden voldoet:
* Er is een risicobeoordeling is opgenomen in de DRV-bank en
* Het transport naar het bedrijf vindt plaats onder
GMP+-certificaat.
Los van bovenstaande geldt natuurlijk dat een IFIS-bedrijf altijd moet
voldoen aan de wettelijke bepalingen die in het eigen land gelden en
in het land waar hij het product op de markt brengt.
3.2 Sector Guidance Notes
In aanvulling op de IFIS-standaard worden een aantal zgn. Sector
Guidance Notes opgesteld. Deze bevatten aandachtspunten,
interpretaties van voorwaarden en andere bijzonderheden die zijn
gericht op gebruik van de IFIS-standaard in een specifieke sector,
waar grondstoffen voor diervoeders worden geproduceerd. Voorbeelden
van sectoren waarvoor momenteel een Sector Guidance Note wordt
voorbereid zijn:
* mijnsector (voor minerale grondstoffen van natuurlijke herkomst),
* visverwerkende sector (voor o.a. vismeel) en de
* zuivelsector (voor poeders en andere zuivelrestproducten).
* vetten en oliën
* maalderijproducten
* etc.
Deze Sector Guidance Notes worden in nauwe samenwerking met
deskundigen uit de desbetreffende sector opgesteld. In de komende tijd
zullen deze en ook andere Sector Guidance Notes worden gepubliceerd.
Men kan overigens IFIS-gecertificeerd worden zonder dat er een
betreffende Sector Guidance Note is gepubliceerd.
Er is afgesproken dat IFIS-certificatie voor toevoegingsmiddelen pas
mogelijk is nadat er een Sector Note Toevoegingsmiddelen is
vastgesteld.
4. Samenvatting
Vanaf 2006 is het mogelijk om IFIS-gecertificeerd te worden. Met name
bedrijven die op industriële wijze voedermiddelen produceren, dienen
zich te beraden of en wanneer zij overstappen naar IFIS.
Voor vragen kunt u zich wenden tot de certificerende instellingen of
het Productschap Diervoeder, bij voorkeur per e-mail pdv@hpa.agro.nl.
Op een aantal punten is er nog geen duidelijkheid te verschaffen.
Zodra dit kan, wordt u op de hoogte gesteld. In dit verband hiermee
zijn vragen over de IFIS-standaard en IFIS-certificatie van harte
welkom. U kunt deze stellen via de gebruikelijke kanalen.
Productschap Diervoeder