Regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland

* Regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland * District IJsselstreek

Nadere informatie: Bureau Communicatie Persvoorlichting: Anton de Ronde 055 - 548 60 52 Bert Top 055 - 548 60 58

P E R S B E R I C H T

POLITIEDISTRICT IJSSELSTREEK

1 februari 2006

Politie district IJsselstreek wil in 2006 meer daders aanhouden

De politie van het district IJsselstreek (politieteams Zutphen, Lochem, Brummen en Voorst) wil in 2006 meer verdachten aanhouden en aanleveren aan het Openbaar Ministerie. De politie richt zich vooral op die daders waar de burger last van heeft in de eigen woonomgeving.

Vorig jaar heeft de politie in het district IJsselstreek bijna 1400 verdachten aangeleverd aan het Openbaar Ministerie. In 2006 moeten dat er 1530 worden. Een ambitieuze doelstelling, want het aantal aangiftes op de belangrijkste misdrijven is juist aan het dalen. Zo was er in 2005 een daling te zien van het aantal woninginbraken (van 364 naar 347), autoinbraken (van 833 naar 586) en mishandelingen (van 376 naar 365). Daar staat wel een stijging van het aantal vernielingen en bedreigingen tegenover (vernielingen van 1532 naar 1660 en bedreigingen van 184 naar 244). Overigens werden vorig jaar ook nog eens 235 minderjarige verdachten aangeleverd voor een alternatieve afdoening van hun straf. Deze categorie is in de doelstelling van 2006 niet meegenomen.

Opsporing in de wijk

De politie verwacht de doelstelling te halen, o.a. door de werkwijze van Opsporing in de Wijk, die in 2005 is ingevoerd. Ervaren rechercheurs zijn toegevoegd aan de teams (Zuthpen, Lochem, Voorst en Brummen). Daar pakken ze samen met een aantal collega's van het team, die speciaal zijn vrijgemaakt voor het recherchewerk, alle criminaliteitszaken op. Door ook de overige teamleden heel nadrukkelijk bij de opsporing te betrekken, worden meer lokale zaken opgepakt en neemt de kwaliteit van de rechercheonderzoeken toe. Na de eerste ervaringen is deze werkwijze verder aangescherpt en is deze werkwijze inmiddels een voorbeeld voor de andere districten in de regio Noord- en Oost-Gelderland. De spil in Opsporing in de Wijk is de wijkagent, die de signalen die hij in zijn wijk oppikt vertaalt naar acties binnen het team. Dat kan variëren van extra controles (verkeer, hangplekken etc.) tot gerichte opsporingsonderzoeken naar verdachten van strafbare feiten.

De teams kunnen voor grotere onderzoeken terugvallen op het Team Recherche, dat districtelijk werkt. Zo werd in 2005 een twintigtal grotere onderzoeken gedraaid. Spraakmakende onderzoeken waren onder andere het recente drugsonderzoek in Eerbeek, waar 7 verdachten werden aangehouden en het onderzoek naar de verdwijning van een gezin uit Barchem. Maar ook drugsonderzoeken in Twello, Zutphen en Lochem. Daarnaast werden 49 onderzoeken op het gebied van zedendelicten uitgevoerd. Ook werd veel capaciteit ingezet bij het dance-evenement Impulz in Bussloo. In totaal werden bij deze onderzoeken ruim 100 verdachten aangehouden.

Projectmatige aanpak

Om de criminaliteit in het district effectief te bestrijden wordt in 2006 een aantal districtelijke projecten gedraaid. Die zijn gebaseerd op het project autoinbraken dat begin 2005 werd gedraaid en dat een aanzienlijke daling van het aantal autoinbraken opleverde. In 2006 worden projecten gedraaid op autoinbraken, vernielingen, geweld, bedrijfsinbraken en diefstal van fietsen. De laatste vier delicten laten een stijging zien en krijgen daarom extra aandacht in de teamplannen. Het aantal aangiftes van diefstal fiets steeg van ruim 900 naar 1000. Dit kan mede verklaard worden uit het feit dat vorig jaar de internetaangifte is ingevoerd. Deden in 2004 nog 244 mensen aangifte van diefstal fiets via internet, in 2005 waren dat er 522. De politie roept burgers ook op aangifte te doen. Om goed toezicht te kunnen houden is het van groot belang precies te weten wanneer en op welke plekken deze feiten worden gepleegd, zodat de politie haar inzet daar op af kan stemmen. Het is dus niet alleen belangrijk altijd aangifte te doen, maar ook om zoveel mogelijk bijzonderheden te vermelden, zoals de gegevens van een ontvreemde fiets. Volledige informatie verhoogt ook de kans op het pakken van een dader.

Burger tevreden over aangifte-mogelijkheden

Overigens blijkt uit een eigen onderzoek van de politie dat de burger over het algemeen tevreden is over de mogelijkheden om aangifte te doen. Dat gebeurt steeds meer via het internet, maar een andere mogelijkheid is het maken van een afspraak. De burger kan op het afgesproken tijdstip op het politiebureau terecht en wordt daar over het algemeen ook direct geholpen door een politieagent die op de hoogte is van de aangifte. Uit het onderzoek blijkt dat burgers op het afgesproken tijdstip en in de meeste gevallen binnen 3 dagen aangifte kunnen doen. Bijna alle aangevers geven aan dat ze tevreden zijn over de wijze waarop men te woord is gestaan. Punten waar de politie op moet verbeteren zijn o.a. de informatieverstrekking tijdens de aangifte en terugkoppeling van de resultaten van de aangifte. Aan de hand van dit onderzoekt kijkt de politie hoe ze haar serviceverlening verder kan verbeteren.

Veelplegers

Vorig jaar werden 33 veelplegers aangehouden, het merendeel in Zutphen. Daarvan kwamen er 18 uit de zogenaamde Top 10. Deze Top 10 krijgt extra aandacht van de politie en andere partners waar mee samengewerkt wordt (gemeente, reclassering, verslavingszorg, justitie). Voor veelplegers uit de Top 10 is een plan van aanpak opgesteld. Daarin wordt deze veelplegers hulp aangeboden bij hun problemen, zodat ze niet meer in hun oude patroon vervallen als ze weer vrij komen. Tegen vier veelplegers is een ISD-maatregel uitgesproken door de rechter. Dat betekent dat ze twee jaar worden ingesloten. In die tijd kunnen ze meewerken aan een hulptraject. In 2006 is het doel om minimaal de helft van het aantal geregistreerde veelplegers aan te houden en aan te leveren aan justitie. Op dit moment telt de lijst van het district IJsselstreek 40 veelplegers.

Verkeersveiligheid

Op het gebied van verkeersveiligheid gaat de politie op dezelfde voet door met het toezicht. De politie laat zich bij controles en extra toezicht leiden door de wijkagent, die probleempunten in zijn wijk signaleert. Bijvoorbeeld een weg waar te hard gereden wordt volgens de buurtbewoners, een verkeersgevaarlijke situatie bij een school of overlast door hard rijdende scooters. Vooral op die plekken richten zich de controles en het toezicht. Veel boetes zullen ook voortvloeien uit een staandehouding. Dat betekent dat de politie de overtreder laat stoppen en rechtstreeks aanspreekt op zijn of haar verkeersgedrag en daardoor meer in staat is de verkeersveiligheid positief te beïnvloeden. In 2005 werden ruim 9000 boetes uitgeschreven na een staandehouding.

Biketeam

In dit verkeerstoezicht zal ook het Biketeam van de politie een belangrijke rol spelen. Na één jaar is gebleken dat het Biketeam erg succesvol is en wordt het ook in andere plaatsen ingevoerd, o.a. Apeldoorn en Harderwijk. Naast verkeerstoezicht houdt het Biketeam zich ook bezig met toezicht op jeugd, uitgaanspubliek in de weekends en het toezicht bij evenementen. De hoge mate van aanspreekbaarheid op straat bleek in de praktijk uiterst effectief in het verzamelen van informatie. In 2005 werden de bikers, naast hun reguliere toezichttaken, bij 329 incidenten ingezet, variërend van een aanrijding of overval tot een burenconflict en aangetroffen explosief uit de oorlog. Daarnaast werden 368 bonnen uitgeschreven voor diverse overtredingen.

Wijkagenten

De politie is tevreden met de manier waarop de rol van de wijkagenten binnen het politieteam zich ontwikkelt. De zorg voor veiligheid in de wijk is een taak van het hele politieteam. De wijkagent is vooral de verbindende factor (signaleren, structurele oplossingen zoeken samen met partners, medewerkers aansturen op toezicht, handhaving en opsporing in de wijk). De wijkagent weet wat er in zijn wijk leeft en vertaalt dit naar acties voor het politieteam. Acties waaraan hij ook zelf deelneemt. De wijkagent weet waar en wanneer zich knelpunten voordoen en stuurt het politieteam aan voor het toezicht en eventueel handhavend optreden. Hij heeft een signalerende rol en zet problemen op de agenda bij de partners (o.a. gemeente) en de burgers in zijn wijk (bijvoorbeeld via de wijkraad). Ze zijn ook nadrukkelijk betrokken bij het maken van de teamplannen om daar vooral lokale invulling aan te geven. Zo wordt het halen van districtelijke doelstellingen vertaalt naar activiteiten op de teams en in de wijken, dicht bij de burger. Veiligheid in de wijk is de inzet voor 2006. Door een zichtbare en beschikbare politie die er voor gaat om meer daders aan te houden in 2006.

Einde persbericht

---- --