Onderwijsraad


Onderwijsinspectie moet strenger kunnen optreden

De Inspectie van het onderwijs legt de nadruk op stimulerend toe- NASSAULAAN 6 zicht: het aanmoedigen tot continue kwaliteitsverbetering. In de toe- 2514 JS DEN HAAG komst moet de Inspectie over meer middelen beschikken dan `stimu- TELEFOON 070 310 00 00 leren' om de kwaliteit te handhaven. Dat stelt de Onderwijsraad in FAX 070 356 14 74 zijn advies Doortastend onderwijstoezicht dat vandaag aan minister E-MAIL SECRETARIAAT@ONDERWIJSRAAD.NL Van der Hoeven (Onderwijs) is overhandigd. WEBSITE WWW.ONDERWIJSRAAD.NL

Onderwijsinstellingen zijn zelfstandiger dan vroeger. Ze hebben meer ruimte om zelf het onderwijs vorm te geven. Tegelijkertijd moeten ouders, leerlingen en studenten er zeker van kunnen zijn dat het onderwijs niet onder de maat is en blijft voldoen aan bepaalde minimumkwaliteitsnormen. Ook de belas- tingbetaler wil weten of de besteding van publieke middelen resultaten ople- vert: bijvoorbeeld diploma`s van een bepaald niveau of leerlingen met be- paalde kennis en competenties. Als blijkt dat resultaten achterblijven is op- treden nodig. Op een stimulerende manier, met tact, maar in sommige geval- len ook: krachtig en doortastend. Wat de Onderwijsraad betreft, zou de In- spectie zijn rol als handhaver van de kwaliteit dan ook meer kunnen bena- drukken.

Normen formuleren en handhaven
De raad stelt dat de Inspectie een informerende taak heeft naar de verschil- lende groepen die belang hebben bij goed onderwijs. Daarnaast moet de minister blijvend worden geïnformeerd over het wel en wee van het onder- wijs. Naast deze informerende taak heeft de Inspectie ook de taak de maat- staven voor goed onderwijs in de verschillende onderwijssectoren te verdui- delijken. Onderwijsinstellingen moeten weten aan welke maatstaven ze beho- ren te voldoen; de Inspectie ziet toe op het naleven ervan. Bijvoorbeeld: het minimum aantal weken dat een leerling onderwijs moet volgen per jaar, het aandeel bevoegde leraren in de school, of resultaatnormen zoals een mini- mumniveau voor taal of rekenen dat een leerling op een bepaalde leeftijd moet laten zien. Als blijkt dat een school de gestelde norm (herhaaldelijk) niet haalt, moet het niet altijd blijven bij een stimulerend advies maar moet de Inspectie ook daadwerkelijk kunnen optreden.

Meer bevoegdheden voor Inspectie
De Inspectie moet meer bevoegdheden krijgen om in te kunnen grijpen met maatregelen die verder gaan dan het voeren van een `indringend gesprek' met het bestuur van de instelling of het geven van een openbare waarschuwing om te komen tot verbeteringen. De Onderwijsraad denkt aan meer dwingende maatregelen, zoals het opleggen van een boete of het alsnog laten verzorgen van onderwijsuren die uitgevallen zijn en waar de leerling of de student blij- kens het leerplan recht op heeft.

KENMERK

Pagina 2