Persberichten
Den Haag, 1 februari 2006
Onderzoek naar fraude bij ministerie VWS
Fraude bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
heeft er toe geleid dat het ministerie voor ongeveer 22 miljoen euro
is benadeeld. Dit blijkt uit onderzoek van de rijksrecherche en
financieel rechercheurs van de politie Haaglanden. In dit onderzoek
heeft de rijksrecherche inmiddels zeven verdachten aangehouden. Drie
van hen bevinden zich nog in voorlopige hechtenis: een 58-jarige man
uit Zoetermeer, een 49-jarige man uit Vlaardingen en een 59-jarige man
uit Zeist. Eén van hen is een voormalig ambtenaar van het ministerie.
Zij worden verdacht van valsheid in geschrifte, oplichting, omkoping
van een ambtenaar en deelname aan een criminele organisatie.
Het ministerie van VWS stelde zich garant voor leningen die door de
Bank Nederlandse Gemeenten werden verstrekt aan een stichting die
projecten zou realiseren op het gebied van gehandicaptenzorg. In
werkelijkheid vonden deze projecten niet plaats, maar werd het geld
door de stichting vrijwel direct doorgeboekt naar andere stichtingen,
bedrijven en privé-personen. In totaal gaat het om zes leningen,
waarbij een bedrag van ongeveer 22 miljoen euro werd overgemaakt.
Tijdens het onderzoek is vast komen te staan dat een ambtenaar van het
ministerie er voor zorgde dat het leek of aan de voorwaarden voor een
garantstelling werd voldaan. Op basis van die onjuiste gegevens werden
de leningen door de BNG verstrekt in 2002 en 2003. In 2003 zorgde de
ambtenaar ervoor dat de leningen in het systeem van VWS op nul werden
gezet zodat het leek alsof de borgstelling van VWS was afgelopen. Voor
zijn bemoeienissen ontving de ambtenaar provisie.
De fraude kwam aan het licht doordat aflossing op de leningen uitbleef
en de BNG als gevolg daarvan aanspraak maakte op de door het
ministerie van VWS afgegeven rijksgarantie. Daarop deed het ministerie
direct aangifte. Het ministerie van VWS heeft de Bank Nederlandse
Gemeenten inmiddels schadeloos gesteld en alle relevante informatie
beschikbaar gesteld aan het OM voor het strafrechtelijk onderzoek.
Het onderzoek is er mede op gericht in kaart te brengen waar het geld
naar toe is gegaan om na een rechtelijke veroordeling het
wederrechtelijk verkregen voordeel te kunnen ontnemen. Op 3 februari
vindt bij de rechtbank Den Haag een pro-forma zitting plaats in deze
strafzaak.
Openbaar Ministerie