Rechtbank Amsterdam
Uitspraken van de Belastingkamers (week 5 - deel 1)
1. LJN: AV0584, Gerechtshof Amsterdam, 9 januari 2006, 05/00964, 2MK.
Na cassatie is nog in geschil het antwoord op de vraag of - bij de
bouw van een woning op een bij een landbouwbedrijf behorende grond -
de waardeverandering van de bouwkop verband houdt met de omstandigheid
dat de bouwkop voortaan buiten het kader van de het landbouwbedrijf
zal worden aangewend; en zo ja: valt een deel van de waardestijging
van de bouwkop als waardestijging van cultuurgrond onder de
landbouwvrijstelling als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel
b, van de Wet; en zo nee: staat het belanghebbende vrij om de bouwkop
alsnog tot zijn ondernemersvermogen te blijven rekenen?
2. LJN: AV0715, Gerechtshof Amsterdam, 21 december 2005, 04/01775,
1MK. Inlenersaansprakelijkheid. De beschikking aansprakelijkstelling
wordt verminderd omdat bij de aan de uitlener opgelegde
naheffingsaanslag LB is uitgegaan van een te hoog gemiddeld netto
uurloon. Het matigingstarief van art. 34, par. 5, tweede lid, van de
Leidraad Invordering 1990 is door de ontvanger reeds volledig
toegepast. Geen verplichting voor de ontvanger tot nader onderzoek.
3. LJN: AV0588, Gerechtshof Amsterdam, 16 januari 2006, 05/01059, 2MK.
Belanghebbende en zijn mede-vennoot/broer staakten hun onderneming.
Belanghebbende doet daarvan aangifte. In geschil is of de inspecteur
bij de aanslagregeling in strijd heeft gehandeld met het
gelijkheidsbeginsel.
4. LJN: AV0713, Gerechtshof Amsterdam, 26 januari 2006, 03/04515, 1MK.
Mineralenheffingen. De naheffingsaanslagen bestemmingsheffing en
fosfaatheffing zijn terecht en naar de juiste bedragen vastgesteld.
Ook de met inachtneming van de Beleidsregels bestuurlijke boeten
Bureau Heffingen 1999 opgelegde verzuimboeten wegens te late betaling
blijven in stand.
5. LJN: AV0709, Gerechtshof Amsterdam, 25 januari 2006, 04/00721, 3MK.
Belanghebbende (BV) is betrokken bij herstructurering in het kader van
beursgang van tot het concern behorende werkmaatschappij. Tegenover
door haar verkochte aandelen verwerft BV een pakket aandelen (geen
deelneming) in de beursvennootschap. Die aandelen worden pas een jaar
later geleverd; de koers is inmiddels gezakt. In haar aangifte claimt
BV een afwaardering van haar vordering uit de verkoop. De inspecteur
corrigeert omdat hij meent dat de vordering een deelnemerschapslening
betreft. In beroep neemt BV nader het standpunt in dat zij bij de
beursgang economisch eigenaar werd van het pakket beursaandelen en dat
zij daarop een koersverlies heeft geleden. Hof leidt uit het complex
van feiten af dat dit nadere standpunt juist is.
LJ Nummers
AV0584
AV0715
AV0588
AV0713
AV0709
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 1 februari 2006 Naar boven