IP/06/100
Brussel, 1 februari 2006
Commissie beoordeelt stabiliteitsprogramma's van België, Luxemburg en
Oostenrijk
Na onderzoek van de geactualiseerde stabiliteitsprogramma's van
Oostenrijk, België en Luxemburg komt de Europese Commissie tot de
bevinding dat de middellangetermijnstrategieën die de drie lidstaten
voor hun overheidsfinanciën hebben uitgestippeld, gezond zijn en
stroken met het herziene stabiliteits- en groeipact. Dit neemt evenwel
niet weg dat Oostenrijk en Luxemburg er goed aan zouden doen hun
voorgenomen consolidatiemaatregelen nader uit te werken en dat met
name Luxemburg de zich op lange termijn aftekenende budgettaire
gevolgen van de vergrijzing dient aan te pakken, terwijl België minder
zijn toevlucht zou mogen nemen tot eenmalige maatregelen omdat dit een
verdere positieve bijdrage zou leveren aan de voorbeeldige strategie
van het land op het gebied van de schuldreductie.
"Alle drie de landen streven middellangetermijndoelstellingen voor hun
openbare financiën na die solide zijn of stroken met het herziene
stabiliteits- en groeipact. Wat de doorgevoerde aanpassing met het oog
op het bereiken van deze doelstellingen betreft, voldoen de drie in
grote lijnen aan de in het pact vastgelegde "benchmark" (voor
lidstaten van de eurozone en ERM II) van een jaarlijkse
conjunctuurgezuiverde aanpassing van 0,5 procentpunt van het BBP,
ongerekend eenmalige maatregelen, al zou een snellere aanpassing in
2006 welkom zijn. Dergelijke begrotingsstrategieën resulteren niet
alleen in een gedegen begrotingsbeleid over de hele economische
cyclus, maar zijn ook een noodzakelijke voorwaarde voor het
bewerkstelligen van een krachtiger groei in Europa," aldus de heer
Joaquín Almunia, het voor economische en monetaire zaken
verantwoordelijke Commissielid.
België
Op 5 december 2005 heeft België een nieuwe actualisering van zijn
stabiliteitsprogramma ingediend. Deze actualisering, die betrekking
heeft op de periode 2005-2009, is gebaseerd op een aannemelijk lijkend
macro-economisch scenario. Met het programma wordt ernaar gestreefd de
overheidsbegroting in 2006 in balans te houden en daarna een alsmaar
groter wordend overschot op te bouwen.
De Belgische autoriteiten hebben voor zichzelf een
middellangetermijndoelstelling vastgesteld van een structureel
overschot van 0,5% van het BBP (met een "structureel saldo" wordt een
conjunctuurgezuiverd saldo ongerekend eenmalige maatregelen bedoeld).
Deze doelstelling is in feite ambitieuzer dan krachtens het
stabiliteits- en groeipact noodzakelijk is.
De feitelijke begrotingsresultaten kunnen weliswaar minder gunstig
uitvallen dan in het programma wordt gepland, maar België heeft een
goede reputatie wat de verwezenlijking van sluitende begrotingen
betreft. Ook al is het mogelijk dat de uitgestippelde
begrotingsstrategie niet volstaat om de middellangetermijndoelstelling
tegen 2007 te verwezenlijken (zoals gepland), toch garandeert hij een
passende structurele begrotingssituatie en verschaft hij tevens een
veiligheidsmarge die ruim genoeg is om elk jaar te voorkomen dat het
tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3% van
het BBP overschrijdt. In het licht van de ambitieuze
middellangetermijndoelstelling kan het aanpassingstraject in het
algemeen als adequaat worden beschouwd, behalve in 2006: in dat jaar
wordt uitgegaan van een verslechtering van het structurele saldo.
De schuldquote zou in 2005 teruggelopen zijn tot 94% van het BBP en in
2009 minder dan 80% belopen. Dit is een opmerkelijke prestatie, gezien
het feit dat de schuldquote in 1993 nog een hoogtepunt van bijna 140%
van het BBP bereikte. Wat de houdbaarheid van de openbare financiën op
lange termijn betreft, loopt België een middelgroot risico in het
licht van de verwachte budgettaire lasten van de vergrijzing.
Al bij al kan de begrotingssituatie als gezond worden aangemerkt en
kan de in het programma geplande voortzetting van de schuldreductie
worden gezien als een voorbeeld van een beleid dat strookt met het
pact. Het zou evenwel aangewezen zijn dat België zijn structurele
aanpassingsinspanning in 2006 intensiveert en in de daaropvolgende
jaren aanvullende structurele maatregelen uitwerkt en doorvoert om de
begrotingsdoelstellingen te halen, waarbij het zo min mogelijk zijn
toevlucht neemt tot eenmalige maatregelen.
Luxemburg
Op 28 november 2005 heeft Luxemburg een nieuwe actualisering van zijn
stabiliteitsprogramma ingediend. Deze actualisering, die betrekking
heeft op de periode 2005-2008, is gebaseerd op een macro-economisch
scenario dat als aannemelijk kan worden bestempeld, maar voor de
laatste jaren toch ietwat optimistisch lijkt. Met het programma wordt
beoogd uitsluitend door middel van uitgavenbeperkingen het
overheidstekort terug te dringen van 2,3% van het BBP in 2005 tot 0,2%
in 2008.
Luxemburg heeft voor zichzelf een middellangetermijndoelstelling
vastgesteld van een structureel tekort van 0,8% van het BBP (met een
"structureel saldo" wordt een conjunctuurgezuiverd saldo ongerekend
eenmalige maatregelen bedoeld). Deze doelstelling strookt met de regel
dat landen met een lage schuld en een goed potentieel groeicijfer zich
een tekort van maximaal 1 procentpunt kunnen veroorloven.
De Commissie is van oordeel dat de geschetste begrotingsstrategie het
mogelijk moet maken de middellangetermijndoelstelling tegen 2008 te
verwezenlijken, op voorwaarde dat de maatregelen om dit doel te
bereiken nauwkeurig worden gespecificeerd en naar behoren ten uitvoer
worden gelegd.
Verwacht wordt dat de overheidsschuld op het zeer lage niveau van
circa 10% van het BBP zal blijven. Dit getuigt van een voorzichtig
beleid, wat ook nodig is gezien het feit dat na de zeer krachtige
werkgelegenheidsgroei in de afgelopen twintig jaar het aantal
gepensioneerden in de komende decennia fors zal toenemen, hetgeen
hogere pensioen- en aanverwante kosten met zich zal brengen. In het
licht hiervan loopt Luxemburg een middelgroot risico wat de
houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn betreft.
Al bij al is de strategie die erop gericht is het tekort door middel
van uitgavenbeperkingen terug te dringen lovenswaardig, maar dat neemt
niet weg dat het aangewezen lijkt de budgettaire aanpassingsinspanning
in 2006 te intensiveren en voor 2007 en 2008 de nodige maatregelen uit
te werken en ten uitvoer te leggen, alsook de budgettaire gevolgen op
lange termijn van de vergrijzing aan te pakken, met name door de
stijging van de leeftijdsgebonden overheidsuitgaven in toom te houden.
Oostenrijk
Op 30 november 2005 heeft Oostenrijk een nieuwe actualisering van zijn
stabiliteitsprogramma ingediend. Ook deze actualisering, die
betrekking heeft op de periode 2005-2008, is op een aannemelijk
lijkend macro-economisch scenario gebaseerd. Met het programma wordt
ernaar gestreefd het overheidstekort terug te dringen van bijna 2% in
2005 tot 0% in 2008, zoals in de vorige actualisering van het
programma werd aangegeven.
Op middellange termijn wordt een evenwichtig structureel
begrotingssaldo nagestreefd (met een "structureel saldo" wordt een
conjunctuurgezuiverd saldo ongerekend eenmalige maatregelen bedoeld).
Verwacht wordt dat deze middellangetermijndoelstelling, die in feite
ambitieuzer is dan krachtens het stabiliteits- en groeipact
noodzakelijk is, in 2008 zal worden verwezenlijkt.
Hoewel er aan de begrotingsdoelstellingen neerwaartse risico's
verbonden zijn, lijkt de strategie, mits hij onverkort ten uitvoer
wordt gelegd, te volstaan om een structurele begrotingssituatie te
bewerkstelligen die als passend kan worden aangemerkt. Ook het
aanpassingstempo om de middellangetermijndoelstelling te bereiken, is
in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact.
De overheidsschuld zou in 2005 63,4% van het BBP hebben belopen en
daarmee de referentiewaarde van 60% van het BBP hebben overschreden,
maar zal naar verwachting afnemen. Wat de houdbaarheid van de openbare
financiën betreft, lijkt Oostenrijk slechts een gering risico te lopen
aangezien de recente pensioenhervorming er in aanzienlijke mate toe
bijdraagt dat de toekomstige stijgingen van de overheidsuitgaven
binnen de perken zullen blijven.
Al bij al moet de voor de programmaperiode geplande ambitieuze
structurele aanpassing worden toegejuicht. Oostenrijk dient er evenwel
op toe te zien dat het zijn middellangetermijndoelstelling aan het
einde van de programmaperiode realiseert door maatregelen uit te
werken en ten uitvoer te leggen die de voor de laatste twee jaar van
de programmaperiode geplande begrotingsconsolidatie ondersteunen.
Voor de door de Commissie opgestelde beoordelingen per land en een
overzicht van de kerngegevens van elk programma, zie:
http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/year/ye
ar20052006_en.htm
BELGIUM
Comparison of key macroeconomic and budgetary projections
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Real GDP
(% change)
SP Dec 2005
2.6
1.4
2.2
2.1
2.3
2.2
COM Nov 2005
2.6
1.4
2.1
2.0
n.a.
n.a.
SP Dec 2004
2.4
2.5
2.5
2.1
2.0
n.a.
HICP inflation
(%)
SP Dec 2005
1.9
2.9
2.8
2.0
1.9
1.7
COM Nov 2005
1.9
2.7
2.6
1.9
n.a.
n.a.
SP Dec 2004
1.9
2.0
1.8
1.8
1.8
n.a.
Output gap
(% of potential GDP)
SP Dec 2005^1
-0.2
-0.8
-0.6
-0.6
-0.5
-0.4
COM Nov 2005^2
-0.1
-0.8
-0.8
-1.0
n.a.
n.a.
SP Dec 2004^1
-0.8
-0.5
-0.2
-0.4
-0.5
n.a.
General government balance (% of GDP)
SP Dec 2005
0.0
0.0
0.0
0.3
0.5
0.7
COM Nov 2005
0.0
0.0
-0.3
-0.5
n.a.
n.a.
SP Dec 2004
0.0
0.0
0.0
0.3
0.6
n.a.
Primary balance
(% of GDP)
SP Dec 2005
4.8
4.3
4.1
4.2
4.1
4.1
COM Nov 2005
4.8
4.4
3.8
3.4
n.a.
n.a.
SP Dec 2004
4.9
4.5
4.4
4.5
4.7
n.a.
Cyclically-adjusted balance (% of GDP)
SP Dec 2005^1
0.1
0.4
0.3
0.6
0.8
0.9
COM Nov 2005
0.1
0.4
0.1
0.0
n.a.
n.a.
SP Dec 2004^1
0.5
0.3
0.1
0.5
0.9
n.a.
Structural balance^3
(% of GDP)
SP Dec 2005^4
n.a.
0.0
-0.3
0.4
0.7
0.9
COM Nov 2005^5
-0.6
0.0
-0.4
0.0
n.a.
n.a.
SP Dec 2004
n.a.
n.a.
n.a.
n.a.
n.a.
n.a.
Government gross debt
(% of GDP)
SP Dec 2005
94.7
94.3
90.7
87.0
83.0
79.1
COM Nov 2005
96.2
94.9
91.1
88.1
n.a.
n.a.
SP Dec 2004
96.6
95.5
91.7
88.0
84.2
n.a.
Notes:
1Commission services calculations on the basis of the information in
the programme
2Based on potential growth of 2.0%, 2.1%, 2.1% and 2.3% respectively
in the period 2004-2007
3Cyclically-adjusted balance (as in the previous rows) excluding
one-off and other temporary measures
4One-off and other temporary measures taken from the programme (0.4%
of GDP in 2005 and 0.6% in 2006; all deficit-reducing). The figures
for the one-off measures from 2007 onwards (0.2% in 2007, 0.1% in 2008
and 0.0% in 2009) were provided by the Belgian authorities after the
submission of the programme with the caveat that they "should be
considered as assumptions and do not prejudge any decision by the
Belgian authorities".
5One-off and other temporary measures taken from the Commission
services' autumn 2005 forecast (0.4% of GDP in 2005 and 0.5% in 2006;
all deficit-reducing)
Source:
Stability programme (SP); Commission services' autumn 2005 economic
forecasts (COM); Commission services' calculations
LUXEMBOURG
Comparison of key macroeconomic and budgetary projections
2004
2005
2006
2007
2008
Real GDP
(% change)
SP Dec 2005
4.4
4.0
4.4
4.9
4.9
COM Nov 2005
4.5
4.2
4.4
4.5
n.a.
SP Dec 2004
4.4
3.8
3.3
4.3
n.a.
HICP inflation
(%)
SP Dec 2005
3.2
3.7
2.6
2.0
1.8
COM Nov 2005
3.2
4.1
4.4
2.2
n.a.
SP Dec 2004
2.6
3.2
1.5
1.7
n.a.
Output gap
(% of potential GDP)
SP Dec 2005^1
-1.7
-1.7
-1.3
-0.7
-0.6
COM Nov 2005^2
-1.8
-1.6
-1.3
-1.2
n.a.
SP Dec 2004^1
-1.2
-2.2
-3.8
-5.0
n.a.
General government balance
(% of GDP)
SP Dec 2005
-1.2
-2.3
-1.8
-1.0
-0.2
COM Nov 2005
-1.2
-2.3
-2.0
-2.2
n.a.
SP Dec 2004
-1.4
-1.0
-0.9
-1.0
n.a.
Primary balance
(% of GDP)
SP Dec 2005
-0.9
-2.1
-1.7
-0.7
0.1
COM Nov 2005
-0.9
-2.1
-1.8
-2.0
n.a.
SP Dec 2004
-1.2
-0.9
-0.8
-0.9
n.a.
Cyclically-adjusted balance= Structural balance^3
(% of GDP)
SP Dec 2005^1
-0.3
-1.5
-1.2
-0.6
0.1
COM Nov 2005
-0.4
-1.5
-1.4
-1.6
n.a.
SP Dec 2004^1
-0.7
0.3
1.4
2.0
n.a.
Government gross debt
(% of GDP)
SP Dec 2005
6.6
6.4
9.6
9.9
10.2
COM Nov 2005
6.6
6.8
7.1
7.3
n.a.
SP Dec 2004
5.0
5.0
4.6
4.5
n.a.
Notes:
1Commission services calculations on the basis of the information in
the programme.
2Based on estimated potential growth of 4.1% 4.0%, 4.1% and 4.3%
respectively in the period 2004-2007.
3Since there are no one-off and other temporary measures specified in
the programme, the cyclically-adjusted balance and the structural
balance are identical.
Source:
Stability programme (SP); Commission services' autumn 2005 economic
forecasts (COM); Commission services' calculations
AUSTRIA
Comparison of key macroeconomic and budgetary projections
2004
2005
2006
2007
2008
Real GDP
(% change)
SP Dec 2005
4.4
4.0
4.4
4.9
4.9
COM Nov 2005
4.5
4.2
4.4
4.5
n.a.
SP Dec 2004
4.4
3.8
3.3
4.3
n.a.
HICP inflation
(%)
SP Dec 2005
3.2
3.7
2.6
2.0
1.8
COM Nov 2005
3.2
4.1
4.4
2.2
n.a.
SP Dec 2004
2.6
3.2
1.5
1.7
n.a.
Output gap
(% of potential GDP)
SP Dec 2005^1
-1.7
-1.7
-1.3
-0.7
-0.6
COM Nov 2005^2
-1.8
-1.6
-1.3
-1.2
n.a.
SP Dec 2004^1
-1.2
-2.2
-3.8
-5.0
n.a.
General government balance
(% of GDP)
SP Dec 2005
-1.2
-2.3
-1.8
-1.0
-0.2
COM Nov 2005
-1.2
-2.3
-2.0
-2.2
n.a.
SP Dec 2004
-1.4
-1.0
-0.9
-1.0
n.a.
Primary balance
(% of GDP)
SP Dec 2005
-0.9
-2.1
-1.7
-0.7
0.1
COM Nov 2005
-0.9
-2.1
-1.8
-2.0
n.a.
SP Dec 2004
-1.2
-0.9
-0.8
-0.9
n.a.
Cyclically-adjusted balance= Structural balance^3
(% of GDP)
SP Dec 2005^1
-0.3
-1.5
-1.2
-0.6
0.1
COM Nov 2005
-0.4
-1.5
-1.4
-1.6
n.a.
SP Dec 2004^1
-0.7
0.3
1.4
2.0
n.a.
Government gross debt
(% of GDP)
SP Dec 2005
6.6
6.4
9.6
9.9
10.2
COM Nov 2005
6.6
6.8
7.1
7.3
n.a.
SP Dec 2004
5.0
5.0
4.6
4.5
n.a.
Notes:
1Commission services calculations on the basis of the information in
the programme.
2Based on estimated potential growth of 4.1% 4.0%, 4.1% and 4.3%
respectively in the period 2004-2007.
3Since there are no one-off and other temporary measures specified in
the programme, the cyclically-adjusted balance and the structural
balance are identical.
Source:
Stability programme (SP); Commission services' autumn 2005 economic
forecasts (COM); Commission services' calculations
---
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over
versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op
en de coördinatie van het economisch beleid (gewijzigd bij Verordening
(EG) nr. 1055/2005) moeten lidstaten die de euro hebben aangenomen,
jaarlijkse actualiseringen van hun stabiliteitsprogramma's indienen,
terwijl lidstaten die de euro nog niet hebben aangenomen,
convergentieprogramma's indienen.
European Union