Jan Werle heeft weer lol in het schaken
Jan Werle speelde in de Grootmeestergroep C van Corus misschien wel
het beste toernooi van zijn leven. Na negen ronden had hij 6½ punt bij
elkaar gespeeld, zijn derde grootmeesterresultaat. Eerdere
grootmeesterresultaten behaalde hij in de Duitse en Nederlandse
competitie. Hij eindigde met 9 uit 13, goed voor een tweede plaats
achter de oppermachtige Turkse grootmeester Suat Atalik.
Hoe kijk je op je toernooi terug?
Werle: 'De eerste partij was wat aarzelend, in de tweede partij heb ik
een erg goed kwaliteitsoffer gebracht en toen ging de motor lopen.
Eigenlijk ben ik alleen in de vierde ronde tegen Atalik in problemen
geweest, en natuurlijk in de partij tegen Hopman die ik verloor, maar
daarin stond ik eerst gewonnen.'
Dus een grootmeesterresultaat kwam al gauw binnen bereik .
'In het begin had ik een grootmeesterresultaat helemaal niet in
gedachten. Het NK in september ging goed, dat was een enorme
meevaller. Daar speelde ik tegen de Nederlandse top. Ik was benieuwd
of ik hier tegen de subtop iets kon laten zien. Ik heb niets aan
voorbereiding gedaan want ik was met tentamens bezig en ben ontspannen
begonnen.'
Je hebt toch ook een tijdje geprobeerd om profschaker te worden?
'Het ging goed met mijn schaken tot het VWO-diploma in 2002. Daarna
wilde ik prof worden, maar ik wist al na drie maanden dat dit niets
was. Ik vond het vreselijk. Je sociale contacten vallen weg, je staat
om negen uur op en denkt: wat zal ik vandaag eens gaan doen. Nu is het
schaken een hobby naast mijn studie en dat heeft heel goed gewerkt.'
'Ik heb na die periode een jaar lang geen toernooien gespeeld. In de
zomer van 2004 heb ik meegedaan aan het Hogeschool Zeelandtoernooi in
Vlissingen. Mijn vader ging daar spelen en zei: ga mee. Ik speelde
daar met zwart tegen Kazimdzjanov die toen wereldkampioen was. Dat
ging heel goed en op een gegeven moment gaf hij op. In 2005 heb ik erg
mijn best gedaan voor mijn studie en stond het schaken op de tweede
plaats. Ik probeer nu wel weer tijd te vinden om een toernooi te
spelen. Ik maart doe ik mee aan een sterk grootmeestertoernooi in
Frankrijk, categorie 12. Ik was eigenlijk van plan om daar voor de
norm te spelen.
Ik train met Sergei Tiviakov en daar maak ik progressie door. Ik ga
elke week naar hem toe. Hij is een heel sterke speler en hij probeert
mij zijn stijl aan te leren. We behandelen natuurlijk mijn eigen
partijen maar bijvoorbeeld ook partijen van Petrosjan. Onze stijl
trekt naar elkaar toe.'
Ik heb je partijen nagespeeld maar ik vond het soms moeilijk een
duidelijke lijn te vinden.
'Toch speel ik heel positioneel, ik ben iemand die alles onder
controle wil houden. Dus een beetje als Petrosjan. Angst om te
verliezen? Ach, Petrosjan had een heel sterke neus voor gevaar en die
heb ik ook. Ik ben erg strategisch, ik houd van sterke velden. Babak
Tondivar (een sterke schaker in Friesland, mbdw) heeft mij in mijn
jeugd positiespel geleerd, dat zat er al heel jong in.'
Tactisch ben je volgens mij minder. Dat is vreemd in een land dat
opgroeit met de Stappenmethode.
'Tactiek was inderdaad mijn zwakke punt, nu is het redelijk. Ik het
westen groei je automatisch op met de Stappenmethode, ik moest in
Friesland mijn eigen weg vinden. Maar ik had een fanatieke vader, op
dinsdag speelde ik interne competitie bij Philidor Leeuwarden en op
donderdagavond ging ik naar Babak. Zo ben ik begonnen.'
En je schaaktoekomst?
'Ik wil er lol in blijven houden, die heb ik nu weer terug. En ik wil
schaaktechnisch sterker worden.'
Minze bij de Weg
---
Drie Nederlandse reacties op het Corus-toernooi
Op fikse afstand van de twee glorieuze winnaars van het Corus-toernooi
maar nog altijd met een fraaie vijftig procent score eindigde Sergei
Tiviakov op de gedeelde zevende plaats. Niet slecht in een zo sterk
bezet toernooi. Natuurlijk was hij daarmee tevreden, maar op het
toernooi terugkijkend constateerde hij toch fijntjes dat hij twee
remisepartijen had kunnen winnen.
'Natuurlijk, vooraf was ik tevreden geweest met dit resultaat. Het is
lang geleden dat ik een zo sterk toernooi heb gespeeld. Corus 2001 was
de laatste keer en toen was ik ziek. Ik ben gewoon aan het toernooi
begonnen, ik wilde lekker spelen. Vanwege een verhuizing heb ik me
niet echt kunnen voorbereiden. Ik heb vertrouwd op de openingen die ik
altijd speel, maar ik heb wel gekozen voor de zijvarianten. Ik was in
dit toernooi de beste Nederlander en misschien ben ik op 1 april met
mijn ratingwinst ook de beste op de ratinglijst. Ik reken op een
uitnodiging voor volgend jaar.'
Heel wat minder tevreden was Daniel Stellwagen, die in de B-groep als
dertiende eindigde. 'Ik heb in de laatste ronde toch nog de laatste
plaats kunnen verlaten', merkte hij cynisch op. Stellwagen omschreef
Corus 2006 als 'het slechtste toernooi in mijn leven. Elke keer
ontwikkelde ik een plan en schakelde ik halverwege over naar iets
anders. Dat had dramatische gevolgen. Ik heb daar niet echt een
verklaring voor. Ik had mij redelijk goed voorbereid, er waren geen
rare omstandigheden, ik was niet ziek zoals vorig jaar. Ik kon de
nederlagen ook redelijk goed van mij afzetten en mij weer opladen voor
de volgende partij. Toch heb ik steeds weer heel rare dingen gedaan,
dat was echt ongelooflijk. Ik zal thuis moeten analyseren wat er is
misgegaan.'
Ook voorlaatste, maar heel wat opgewekter was Marlies Bensdorp. Als
ratingzwakste begon ze aan de Grootmeestergroep C, ruim honderd punten
minder dan de speler boven haar. Met haar speelsterkte zou ze 2.6 punt
moeten halen en ja, dan is 4 punten helemaal niet zo slecht.
'Ik ben van het slechtste uitgegaan. Omdat ik de zwakste was gaan ze
lang tegen je door, iedereen wil van de slechtste winnen. Maar
daardoor heb ik ook twee partijen gewonnen, Shilong en Adly zijn te
ver gegaan.
Ik heb vooraf getwijfeld of ik wel mee zou doen, ik was bang dat ik op
1 punt zou blijven steken. Maar Erwin l'Ami, Jan Smeets en Daniel
Stellwagen hebben me aangespoord om wel te spelen. Een kans als deze
krijg je maar één keer in je leven.
Heb je het idee dat je goed gespeeld hebt?
'Soms wel, bijvoorbeeld tegen Werle, en soms ook niet. In tactische
stellingen ben ik niet zo sterk en ik had soms stellingen waarin ik
absoluut niet wist wat ik moest doen. Dan gaf ik iets weg.'
Hoe was je voorbereiding?
'Vanwege het WK in november moest ik eerst iets voor mijn studie
inhalen. Daarna heb ik getraind met grootmeester Mikhalchishin en in
heb iedere dag een uur tactiek en eindspel geoefend. Tijdens het
toernooi bereidde ik mij steeds voor op mijn tegenstander. Ik kwam een
paar keer redelijk uit de opening.'
En de komende tijd?
'Ik hoop dat ik mag meedoen aan de Olympiade. Het gaat aan het vierde
bord tussen Bianca Muhren en mij. Daarna het Nederlands Kampioenschap
in juni. En misschien speel ik ook mee in het Europees
vrouwenkampioenschap dat in april in Turkije begint.' (MbdW)
---
Koninklijke Nederlandse Schaakbond