Speech van de minister-president, dr. Jan Peter Balkenende, start van de
viering van de 400-jarige relatie tussen Australië en Nederland,
Ridderzaal, Den Haag, 30 januari 2006
Koninklijke Hoogheden, Mr. Downer, Mr. ambassador, ladies and gentlemen,
Australië en Nederland hebben samen iets heel speciaals: vier eeuwen van
ononderbroken goede, hartelijke relaties. Ik geloof dat daar weinig
voorbeelden van zijn in de wereldgeschiedenis. Het doet me enorm veel
plezier dat u allen hier vanavond onze 400-jarige vriendschap meeviert. Een
avond met een koninklijk tintje door de aanwezigheid van de Prins van
Oranje en Prinses Máxima. Ik ben ook heel blij dat we vanavond Alexander
Downer in ons midden hebben, al bijna tien jaar lang Australia's Minister
for Foreign Affairs.
Dames en heren 400 jaar zijn we 'good mates'. Het is moeilijk daar een
definitie van te geven. Maar ik kan het wel uitleggen met een voorbeeld.
In 1934 organiseerde de rijke Australische chocoladefabrikant Sir
MacPherson Robertson een airrace van Londen naar Melbourne. In die tijd was
zo'n tocht een ongekend waagstuk. Twee Nederlandse toestellen deden mee,
waaronder een Douglas DC-2 van de KLM met de naam Uiver ('stork').
Ons hele land leefde intens mee. Mensen zaten aan de radio gekluisterd om
het verloop van de race te volgen.
Eén Nederlands vliegtuig viel helaas halverwege uit. Maar de Uiver bleef in
de race.
Tot. er boven het Australische vasteland in de nabijheid van de stad Albury
een zware storm opstak. Het radioverkeer met de Uiver viel weg. Een
inktzwarte nacht, zonder mogelijkheden tot contact. Men vreesde het ergste.
Iedereen hield de adem in.
Behalve de mensen in Albury. Zij kwamen direct in actie
Iemand rende naar de hoofdschakelaar van de stadsverlichting om in
morsetekens A-L-B-U-R-Y te seinen met alle straatlantaarns tegelijk. Het
plaatselijke radiostation riep alle autobezitters op om zo snel mogelijk
naar de paardenrenbaan te rijden en met hun koplampen de baan te
verlichten.
Zo kon de verdwaalde Uiver veilig een noodlanding maken.
Helaas zakte zij op de drassige renbaan tot de wielassen in de modder weg.
Maar ook daarop wisten de mensen van Albury raad. De halve stad liep uit om
het toestel met touwen uit de modder te trekken. Daar zijn nog prachtige
foto's van.
De Uiver steeg weer op en bereikte Melbourne als tweede, na een tocht van
in totaal 90 uur. Een prestatie waarop we in Nederland nog steeds trots
zijn, en die we te danken hebben aan de mensen in Albury.
Kijk dát zijn wat je noemt 'good mates'.
Dames en heren, 400 jaar geleden waren kapitein Willem Janszoon en zijn
bemanning de eerste Europeanen die Australië aanschouwden. De naam van hun
schip was 'Duyfken'.
'Little Dove'; symbool van vrede, vriendschap en goede wil.
Die woorden zijn altijd kenmerkend geweest voor onze relatie.
Het waren de Nederlanders die in de 17de eeuw het grootste deel van de
kustlijn van het Australische continent in kaart brachten. Het waren ook de
Nederlanders die in Europa de eerste verhalen vertelden over dat verre,
vreemde land, waar dieren rondliepen die men in Europa niet kende. Een
zeeman omschreef ze als 'een soort grote katten met een zak op de borst'.
Australië heeft ons Nederlanders altijd bijzonder gefascineerd. Misschien
komt dat door de eindeloze ruimte, 185 keer de oppervlakte van Nederland.
En dat allemaal voor maar 20 miljoen mensen.
Omgekeerd is het voor Australiërs soms moeilijk om te wennen aan de
Nederlandse maten. De Australische schrijver Sean Condon, die drie jaar in
Nederland woonde, verbaasde zich over de populariteit van Madurodam. Hij
schrijft: "it is a kind of Holland in miniature. But in a country this
small, that's not much of an achievement".
Australië wordt gezien als land van ongekende ruimte en mogelijkheden. Dat
beeld leefde sterk in de jaren vijftig, toen vele tienduizenden
Nederlanders naar Australië emigreerden op zoek naar een goede toekomst
voor hun kinderen. Hier in Europa dreigden immers de gevaren van
overbevolking en structurele werkloosheid. Minister-president Drees zei in
1950: "Een deel van ons volk zal het moeten aandurven zoals in vroeger
eeuwen zijn toekomst te zoeken in grotere gebieden dan in eigen land." En
velen gaven aan zijn woorden gehoor.
Al die mensen brachten hun dromen en ambities naar Australië mee. Hun
persoonlijke verhalen van succes en teleurstelling, liefde en strijd zijn
verweven geraakt met de Australische geschiedenis. De meesten zijn oprecht
van hun nieuwe land gaan houden. Ook al bleef bij sommigen toch ook het
heimwee knagen naar de Hollandse wolkenluchten, de schaatstochten van
vroeger en de boerenkool met worst.
Vandaag de dag zijn er 300.000 Australiërs met Nederlandse voorouders.
100.000 Australiërs zijn in Nederland geboren. Onderzoekster Nonja Peters
noemt hen 'almost more Australian than the Australians'. We hebben ook aan
hen te danken dat er zoveel verbindingsdraden zijn tussen onze
samenlevingen.
Australië is een van onze verste, maar ook een van onze beste vrienden. We
zijn door de jaren heen trouwe bondgenoten geweest. In de Tweede
Wereldoorlog vonden het Nederlands-Indisch bestuur en de Nederlands-
Indische strijdkrachten een toevluchtsoord in Australië. Australische
vliegers deden in het laatste oorlogsjaar mee met voedseldroppings boven
Nederland. Daarmee werden veel mensen van de hongerdood gered.
Tot op de dag van vandaag zetten we ons samen in voor vrede, veiligheid en
menselijke waardigheid op plaatsen in de wereld waar mensen onze hulp hard
nodig hebben.
We zijn bondgenoten in de internationale politiek. Maar we zijn méér dan
dat.
We zijn partners in de mondiale economie. Nu al behoort Nederland tot de
grootste investeerders in Australië.
We zijn vrienden in de kunsten. Beeldende kunst, muziek, film, letterkunde.
Ik ben er erg trots op dat vanaf juni een groot aantal meesterwerken uit
het Rijksmuseum te bewonderen is in the National Gallery of Victoria, in
Melbourne.
En last but not least. we zijn rivalen in de sport.
Rivalen in het zwembad, zoals Pieter, Inge en Ian kunnen getuigen.
Rivalen op het hockeyveld, waar we elkaar regelmatig tegenkomen omdat onze
landen nu eenmaal beide tot de wereldtop behoren.
En wie weet, straks zijn we misschien ook rivalen in Berlijn. Denkt u zich
eens in: op 9 juli een finale tussen Australië en Nederland op het
Wereldkampioenschap Voetbal 2006.
Australië heeft natuurlijk een geweldig team. Maar toch. Ik ben bang dat
zelfs coach Guus Hiddink jullie in zo'n finale niet zal kunnen redden.
Dames en heren, we gaan een jaar tegemoet waarin onze vriendschap uitbundig
zal worden gevierd op allerlei manieren. Ik kijk bijzonder uit naar het
bezoek dat ik zelf in de eerste week van april aan Australië zal brengen.
Het land waar zoveel van mijn landgenoten een nieuw thuis vonden.
Een van hen is Greetje Olde, 86 jaar oud. Zij kwam in 1954 naar Australië,
met haar man en kinderen. De Nederlandse televisie zond onlangs een gesprek
met haar uit, in haar huis in Albany. Het interieur ademt nog steeds die
typisch Nederlandse 'gezelligheid', met een zacht tikkende Friese
staartklok aan de muur. 'Zou u terugwillen naar Nederland?', vroeg de
journalist. 'Nee', was het resolute antwoord. "Ik voel me helemaal
Australiër." Toen bleef het even stil. "Aan de andere kant ook weer niet
natuurlijk.... Gek is dat hè, hoe je toch tweezijdig kunt zijn."
Misschien geldt dat wel een beetje voor ons allemaal.
De geografische afstand tussen onze landen kan niet groter zijn. En toch.
het voelt zo enorm vertrouwd en dichtbij.
Laten we er samen een fantastisch jaar van maken!
Ministerie van Algemene Zaken