Ingezonden persbericht


Persbericht week 5

VAGE GRENZEN
Van wie is de openbare ruimte?

De moderne stad verandert: van statisch woon-werk verkeer naar een netwerksamenleving, van wit naar multiculti, van collectief naar individueel of juist publiek. Wat betekent dat eigenlijk voor onze openbare ruimte? Als vele verschillende groepen elk hun eigen activiteiten ontplooien, wie krijgt er voorrang? Hoe kan een overheid alle gebruik faciliteren? Utrechts debatcentrum TUMULT organiseert een debat over deze vragen op maandag 30 januari. Louis Hartlooper Complex, Tolsteegbrug 1, Utrecht. Aanvang 20.00 uur, Entree vrij. (Info en reserveringen: 030-2332430/www.tumultdebat.nl)

O.l.v. Hugo van der Steenhoven , adviseur, debatteren: Vincent Oldenborg, fractievoorzitter Leefbaar Utrecht, Staf Depla, lid Tweede Kamer PvdA, Han Meyer, hoogleraar TUDelft; en Frank van der Zanden, hoofd Ontwerp Stedelijke Omgeving Stadswerken Ingenieursbureau Utrecht (IBU). Inleiding door Ivan Nio, stadssocioloog.

In onze kennissamenleving weten burgers vaak prima hoe ze hun omgeving willen vormgeven; dat gaat van huisinrichting tot aan de straat. Het huis is op bestelling maakbaar. De openbare ruimte echter moet worden gedeeld. Soms gaat dat collectief, en delen we hofjes en buitenplaatsen. Soms kan dat niet en spreken we van publieke ruimte. Parken, pleinen en straten zijn hier voorbeelden van. Daar wordt door iedereen aan geknabbeld; skaters claimen een hot spot, bewoners betrekken een stuk straat bij hun tuintje. Dat kan op conflicten in het gebruik en beheer uitdraaien: zo was die publieke ruimte niet bedoeld... De overheid houdt hier al rekening mee: parken worden doelgroepgericht aangelegd. Een jongerenveld voor de jeugd, speelweide voor de kleintjes, wat bankjes voor de ouderen, liefst gescheiden van elkaar. Dat scheelt conflicten, zo wordt gedacht. Maar kun je dit in zowel de inrichting als het beheer wel oplossen? Of vraagt dat nog meer regels en toezicht? Alleen de verschillende stadscentra lijken weerstand te bieden; die worden meer en meer een podium voor iedereen die in de stad woont. Met als gevaar dat de gehele stad verwordt tot een identiteitsloos geheel; of van niemand of van iedereen. Hoe moet een overheid die ruimten dan inrichten en beheren? En vooral ook: hoe we ons in de publieke ruimte begeven.



Ingezonden persbericht