Time : 10:54:18 AM
Date : Monday, January 30, 2006
Sender Name: VVI

BESPARING VAN MINISTER ONKELINX: Honderd geïnterneerden dreigen te worden teruggestuurd naar de gevangenis. De GGZ-sector reageert.

Honderd geïnterneerden - geesteszieken die ernstige misdaden hebben gepleegd - die behandeld worden in drie Vlaamse psychiatrische instellingen (Bierbeek, Zelzate en Rekem) dreigen teruggestuurd te worden naar de gevangenis.

Minister van Justitie Onkelinx handhaaft haar eerdere aangekondigde beslissing om 1,5 miljoen euro te besparen op de financiering van de drie Vlaamse eenheden voor intensieve behandeling van geïnterneerden, met name te Zelzate, Bierbeek en Rekem. Dat maakte ze vrijdag 27 januari bekend tijdens een vergadering met de betrokken psychiatrische ziekenhuizen. Ze wil de uitvoering van die beslissing wel met één maand uitstellen, om intussen te overleggen met de Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken, Rudy Demotte.

Sinds 2001 wordt in Vlaanderen, op uitdrukkelijke vraag van de toenmalige minister van justitie, werk gemaakt van een gedifferentieerde behandeling van geïnterneerden. Hiervoor wordt jaarlijks 4,9 miljoen euro door het Ministerie van Justitie ter beschikking gesteld. In Vlaanderen bestaan sindsdien drie projecten die zich richten naar de groep van de medium security patiënten. Er werden onderscheiden forensisch psychiatrische units voor opname en observatie, intensieve behandeling en resocialisatie van geïnterneerden opgestart. Patiënten werden opgenomen, in overleg met de psychosociale diensten van de penitentiaire instellingen en de bevoegde Commissies tot Bescherming van de Maatschappij.

Parallel met de oprichting van deze speciale eenheden werd in de psychiatrische ziekenhuizen werk gemaakt van de uitbouw van zorgcircuits. De bedoeling is immers dat geïnterneerden na een eerste intensieve psychiatrische behandeling de stap kunnen zetten naar maatschappelijke reïntegratie. Dat wil zeggen dat geïnterneerden na verloop van tijd ook doorverwezen kunnen worden naar andere afdelingen of voorzieningen die verbonden zijn met de specifiek forensische units, bijvoorbeeld een Psychiatrisch Verzorgingstehuis, of Beschut of Begeleid Wonen.
Deze aanpak in de vorm van zorgcircuits betekende meteen ook dat de Vlaamse projecten meer patiënten konden opnemen dan het aantal (96 bedden) waarvoor ze gefinancierd werden door de Federale Overheidsdienst Justitie. Concreet: tussen medio 2001 en oktober 2005 werden 281 medische opnames gerealiseerd in de drie medium security projecten. Er dient te worden opgemerkt dat dit zonder ernstige incidenten verliep. Deze gegevens bewijzen dat het nuttig én nodig is om voor deze specifieke patiëntengroep een aangepaste en dynamische zorg uit te bouwen.
De inspanningen van deze drie forensische eenheden werden intussen unaniem positief geëvalueerd, door het Internationaal Observatorium voor de Gevangenissen, in het rapport Cosyns (opgesteld op vraag van minister Onkelinx) en door de Europese Commissie ter Preventie van Foltering en Mensonwaardige Behandeling.

De minister laat nu weten dat dit bijzonder financieringssysteem met
1,5 miljoen euro op jaarbasis wordt verminderd. Dit is meer dan 30% van de totale financiering, en betekent dan ook de doodsteek voor de drie Vlaamse medium security projecten.
Doordat de geplande besparing rechtstreekse gevolgen heeft voor de bestaande personeelsomkadering, dreigen een aantal gekwalificeerde personeelsleden (meer dan 30 voltijdse krachten) ontslagen te worden. Daardoor komt de continuïteit van zorg voor de patiënten die op dit ogenblik opgenomen zijn, rechtstreeks in het gedrang. De door de jaren opgebouwde specifieke expertise dreigt helemaal verloren te gaan.
Geïnterneerden uit de drie bedreigde instellingen zullen teruggestuurd moeten worden naar de nu al overvolle gevangenissen waar ze onbehandeld zullen achter blijven. Vraag is hoe de psychiatrische afdelingen van de gevangenissen en Instellingen voor Sociaal Verweer deze mensen zullen moeten opvangen. Die afdelingen worden nu al overbevolkt door soms zwaar zieke geïnterneerden, die er niet de nodige psychiatrische zorg krijgen.

De Minister van Justitie argumenteerde tot voor kort haar beslissing om te besparen op de Vlaamse forensische eenheden vanuit een vergelijking van de globale kostprijs van een opname in deze psychiatrische eenheden voor intensieve behandeling, met de gemiddelde kostprijs van een geïnterneerde in de gevangenis of met de gemiddelde verpleegdagprijs van een psychiatrisch ziekenhuis. Deze vergelijking houdt echter geen steek, het is alsof men in een algemeen ziekenhuis de kostprijs van een afdeling intensieve zorg zou vergelijken met de gemiddelde dagprijs van datzelfde ziekenhuis.

De sector vindt het belangrijk om bij het beoordelen van de " globale kostprijs" van de behandeling van geïnterneerden in de drie Vlaamse psychiatrische ziekenhuizen, de volgende overwegingen te formuleren:


- De globale kostprijs van zorg en beveiliging in de Vlaamse forensische eenheden is lager dan de kostprijs van vergelijkbare eenheden in de ons omringende landen.

- De globale kostprijs van een specifieke intensieve forensische unit omvat twee componenten, behandeling en beveiliging. Deze opdeling van de kosten moet in gemeenschappelijk overleg tussen Justitie en Sociale Zaken bepaald worden. Het kan echter niet dat één van de Ministers eenzijdig zijn aandeel bepaalt en beperkt, zonder dat er garanties zijn voor de psychiatrische ziekenhuizen dat het geheel van de kostprijs wordt gedekt.

- Er bestaat geen enkel wetenschappelijk onderzoek in België over de reële maatschappelijke kost van geïnterneerden die wegens gebrek aan aangepaste therapie en begeleiding voortdurend hervallen in crimineel gedrag. De duur van opsluiting zonder behandeling is veel langer dan de duur van een opname in een forensische eenheid met daarna doorverwijzing naar andere vormen van sociale reïntegratie zoals het Psychiatrisch Verzorgingstehuis en Beschut Wonen.

- Via een uitgebreide studie zou kunnen aangetoond worden dat het aanbod in de forensische eenheden, gecombineerd met een zorgcircuit-benadering, uiteindelijk "goedkoper" uitkomt dan langdurige plaatsingen in gevangenissen en instellingen voor sociaal verweer.

De sector roept dan ook alle beleidsverantwoordelijken van Justitie, Sociale Zaken en Volksgezondheid op om de Vlaamse forensische projecten in hun huidige opdracht en omkadering te behouden. Deze projecten moeten zelfs uitgebreid worden, ook in de andere gemeenschappen, en dit in overeenstemming met een langetermijnvisie op het vlak van begeleiding, behandeling en sociale reïntegratie van geïnterneerden. De maatschappij heeft er geen enkel belang bij om vele geïnterneerden zonder behandeling achter te laten in de gevangenissen en ze na verloop van tijd met alle risico's vandien onbehandeld te zien terugkeren naar de samenleving.

De sector roept Ministers Onkelinx en Demotte op om dringend met elkaar, en in overleg met Vlaams Minister Vervotte, een samenhangend en kwalitatief gezondheidsbeleid uit te tekenen, waarin de drie Vlaamse projecten onmiskenbaar een plaats hebben in het uit te bouwen zorgtraject voor geïnterneerden, naast en in relatie met het - nog te bouwen - gespecialiseerd ziekenhuis voor hoogrisico geïnterneerden.

Eenzijdige, puur budgettaire besparingsmaatregelen getuigen niet van behoorlijk bestuur. Door het uitblijven van een coherent beleid komen de drie projecten, de opgenomen patiënten en het personeel eens te meer tussen twee stoelen terecht.