FNV Bouw
datum: 30-01-2006 / bericht: 1 van 30
Openingstoespraak bondsraad 30 januari 2006
Eind januari is wat laat voor een nieuwjaarstoespraak. Maar toch wil ik namens het bondsbestuur neerzetten waar we dit jaar op willen koersen. Dat doe ik ook in de wetenschap dat velen op zoek zijn naar duidelijke ideeën over waar het met onze bond heen moet. Van het bondsbestuur wordt terecht verwacht dat we daar leiding aan geven, dat we een visie hebben op wat ons te doen staat.
Dat vraagt om duidelijkheid, en die wil ik graag geven.
Om te beginnen wil ik nog eens benoemen wat de kern van ons gedachtegoed is.
De bond is er om de belangen van onze leden zo goed mogelijk te behartigen, collectief en individueel. Dat is onze missie. En we doen dat vanuit een visie op onze maatschappij. We willen een samenleving die sterk en sociaal is. Solidariteit is voor ons het basisprincipe.
Het leek me goed dat nog eens duidelijk te benoemen.
We hebben vorig jaar op het congres besloten wat tot en met 2009 de doelstellingen zijn voor de vereniging. De congresbesluiten hebben nu hun vertaalslag gekregen in het Meerjarenbeleidsplan (MBP) en de werkplannen. We zijn overigens al direct na het congres begonnen aan de uitvoering van de congresbesluiten.
Het congres laat zich meestal niet zo uit over de lopende zaken zoals de hulpverlening aan individuele leden of het afsluiten van CAO's of sociale plannen. Dat gaat gewoon door, en omvat welbeschouwd ook het grootste deel van ons werk.
Als vakbeweging staan we midden in de samenleving. Al wat er in de bedrijven, in de pers, in de politiek of in Europa en internationaal gebeurt - het raakt ons werk vaak. Onze leden verwachten van ons dat we daarop actie ondernemen.
Niet persé acties, maar wel dat de bond voor hen in het geweer komt, tegengas geeft, alternatieven aanreikt, perspectieven op iets beters. Het gaat nog verder - we moeten ook zelf initiatieven nemen, zelf dingen op de agenda zetten, invloed uitoefenen op hoe de toekomst eruit ziet.
FNV Bouw, elke dag actie! is dus niet voor niets ons motto.
Maar we kunnen niet alles, en zeker niet alles tegelijk. Dus moeten we kiezen. Wat willen we dit jaar centraal stellen?
Het bondsbestuur wil komend jaar drie doelen centraal stellen.
een hogere organisatiegraad. We willen onze machtspositie verbeteren, en daarvoor is nodig dat we meer leden organiseren en buitengewoon attent zijn op kansen om nieuwe leden in te schrijven en onze leden te behouden. Iedereen, elke collega en elk kaderlid, werkt uiteindelijk voor onze leden. Dus iedereen kan ook zelf een bijdrage leveren aan het verbeteren van onze dienstverlening en dus bijdragen aan klantenbinding, promotie en marketing van de bond. De leden zijn onze klanten.
voordelen voor leden. In sociale plannen, in de zorgverzekering, met het loyaliteitsprogramma, de contributie-aftrek van de loonbelasting, en binnenkort ook een speciale rechtsbijstandsverzekering voor leden hebben we voordelen voor leden gerealiseerd. Als je alles bij elkaar optelt ben je lid voor een prikkie. We blijven zoeken naar voordelen voor leden; en uiteraard gaan we dat ook goed communiceren.
sociale vernieuwing. De vakbeweging is nog altijd de sterkste factor voor sociale vernieuwing, vernieuwingen die de positie van onze leden versterken. Bij ons komen de meeste structurele veranderingen op het sociale vlak vandaan. Niet alleen de ideeën, maar ook de realisatie ervan. Daar ligt onze kracht - in de combinatie van ideeën en de machtspositie om ze in praktijk te brengen. Dat gold in het verleden - het geldt nog steeds. Komend jaar wil het bondsbestuur dat vooral zichtbaar maken op het vlak van loopbaanbeleid voor werknemers.
Dit zijn de drie doelstellingen die we in 2006 voorop stellen. Daarmee willen we ons profileren, dit jaar. Daar sturen we op. En iedere collega, ieder kaderlid kan meehelpen.
De laatste jaren heeft de vakbeweging in het defensief gezeten. De politiek en de werkgevers hebben de aanval geopend op vele sociale verworvenheden. En de economische omstandigheden hielpen hen daarbij. Maar we laten als vakbeweging, de FNV voorop, de sociale verworvenheden niet zomaar afbreken. We proberen bij te sturen waar dat kan - ook al zien we dat dat vaak maar gedeeltelijk lukt. Dat is moeizaam werk, in de kamers van de SER en in de politieke lobby naar Kamerleden. En het is ook onbevredigend, want zelfs de demonstratie op het Museumplein heeft vooral bewerkstelligd dat we konden behouden wat we hadden en dan nog niet eens alles. We konden maar op enkele punten echt vooruitgang boeken.
Net als in het voetbal is de verdediging onmisbaar. Maar de aanval is toch waar het om draait als je wilt winnen.
We willen als vakbeweging ook een vernieuwingsbeweging blijven. En dat zijn we nog steeds. Loopbaanbeleid is daarvan een prachtig voorbeeld. In een aantal cao's zijn daarover afspraken gemaakt die zeer vernieuwend zijn. Bijvoorbeeld in de bouw waar iedere werknemer zich professioneel kan laten adviseren over mogelijke nieuwe stappen in de loopbaan. Waar het meestal alleen de hoger betaalden zijn die professionele loopbaanadviezen krijgen (met de bijbehorende begeleiding), willen wij dat voor iedere werknemer. Dat is investeren in mensen, dat is vormgeven aan de kenniseconomie. En het is natuurlijk buitengewoon goed als de bedrijfstak de vereiste opleiding of bijscholing daarvoor betaalt.
Ook voor mensen die arbeidsongeschikt of werkloos zijn of dreigen te worden zijn deze voorzieningen beschikbaar.
Voor zulk loopbaanbeleid wil de bond zich inzetten. Want het kan elke werknemer goed van pas komen, en het is goed voor de bedrijfstak en de economie.
Dat is nu zo'n voorbeeld van sociale innovatie. En we gaan ervoor zulke afspraken ook in andere bedrijven en sectoren te maken.
Er zijn nog twee andere punten waarvoor ik uw aandacht vraag.
· Armoede in Nederland
· De Arbowetgeving
We lezen het in de krant, we horen het van sommige van onze leden: er heerst armoede in Nederland. We hebben inmiddels voedselbanken en speciale supermarkten voor mensen onder het minimum. We horen bij de economische top van de wereld - maar er leven duizenden mensen in armoede.
De bijstand stelt al niet veel voor, maar er zijn steeds meer mensen die zelfs daar al niet aan toekomen. Mensen die hun lidmaatschap opzeggen omdat ze die paar euro per maand absoluut niet kunnen missen.
De vakbeweging probeert daar natuurlijk wat aan te doen. Maar vrijwel elk initiatief of idee wordt door de politici die dit kabinet steunen de grond ingeboord. Zelfs afspraken met werkgevers worden gedwarsboomd.
Wij spraken met werkgevers af dat mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en op of onder het minimumloon uitkomen, een aanvulling zouden krijgen op hun uitkering. Via het pensioenfonds kunnen we dat simpel regelen. Maar politici en de Nederlandse Bank als toezichthouder op pensioenfondsen blokkeren dat. Als je probeert te achterhalen wie daar dan achter zitten, kom je bij de verzekeraars uit. Die willen voorkomen dat pensioenfondsen de werknemers en werkgevers helpen om zo hun eigen markt af te schermen.
De Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen heeft Minister De Geus hierop aangesproken. Wij willen dat de pensioenfondsen aanvullende arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen mogen aanbieden.
De FNV hield een meldweek voor WAO-ers die sinds oktober 2004 herbeoordeeld worden. Ruim driekwart is in arbeidsongeschiktheid achteruit gegaan. 40% van de volledig arbeidsongeschikten werd volledig arbeidsgeschikt verklaard. Maar op de arbeidsmarkt maken ze weinig kans. 233 herbeoordeelden hadden nog een baan, maar slechts 12 (5%) kreeg urenuitbreiding van de werkgever. Velen zitten inmiddels in een reïntegratietraject. Van de 625 deelnemers die geen werkgever meer hadden hebben er 20 een werkgever gevonden (5%), maar 7 zijn alweer ontslagen.
De mensen die op herkeuring moeten voelen grote spanning en onzekerheid. Zij weten niet hoe het verder met ze moet, zonder een baan.
Politici die zich zorgen maken over de armoede in Nederland vertellen dat iedereen aan het werk moet, en dat dan alles vanzelf goed komt. Het wordt tijd dat ze gaan inzien dat er veel te weinig werkgevers zijn, die kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt willen hebben. Er moet dus meer gebeuren om de armoede uit Nederland te bannen.
Bondsraad, ik kom bij mijn laatste punt, de deregulering van de arbowet.
November 2005 kwam staatssecretaris Van Hoof triomfantelijk het arboconvenant in de bouw afsluiten. We dronken een glas want met dat convenant bereikten we wat. Vier jaar lang had zijn ministerie met sociale partners in de bouw samengewerkt aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden.
Eén van de resultaten was dat normen uit A-bladen van de Stichting Arbouw in de wet- en regelgeving werden verankerd. Dat was heel belangrijk, want daardoor is iedere werkgever er aan gebonden en kan de Arbeidsinspectie ook toezien op de naleving.
Nu zijn we nog maar net twee maanden verder of diezelfde staatssecretaris haalt een streep door de tilnormen. De normen waarmee aan het zware werk op de bouwplaatsen paal en perk gesteld kan worden wil hij uit de wet halen. Terwijl we die er juist, samen met de werkgevers vanuit het convenant in hadden gebracht.
De bond is druk doende om daartegen in actie te komen. De organisatie van ZZP-ers en de CONGA, de organisatie van gespecialiseerde aannemers in de bouw, steunen onze inzet. Morgen praten we er ook met de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland over, en wij rekenen erop dat zij standvastiger blijken dan de staatssecretaris.
Die tilnormen moeten in de wet verankerd worden - alleen dan zullen alle werkgevers en werknemers er altijd naar moeten handelen.
Hetzelfde geldt voor normen over gevaarlijke stoffen. Ook op dat vlak mag Europa geen reden zijn om hier in Nederland bestaande betere normen uit te hollen.
Binnen de FNV gaan we steeds meer twijfelen aan het nut van SER-adviezen. Dit kabinet graait in SER-adviezen alsof het snoeptrommeltjes zijn. Dat accepteren we niet meer.
Als Van Hoof doorzet, zullen we de geloofwaardigheid van de SER nadrukkelijk ter discussie stellen.
Dick van Haaster, voorzitter