Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


Toespraak tijdens de eerste Waddentoogdag

Toespraak door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dr. C.P. Veerman, tijdens de eerste Waddentoogdag, Leeuwarden, 28 januari 2006

Dames en heren,

Zoals gezegd zal ik het de komende minuten hebben over de kabinetsplannen voor de waddenacademie, gaswinning en de visserij.

Maar met uw goedvinden kijk ik eerst even terug op de trilaterale ministersconferentie van november 2005 op Schiermonnikoog. Ik ben blij dat we met onze partners Duitsland en Denemarken kunnen beginnen met de voorbereidingen voor de nominatie van de Waddenzee op de Werelderfgoedlijst. Ik beschouw dit als een kans voor het noorden. We moeten dit samen voortvarend oppakken.

Dan nu de Waddenacademie. Ik constateer ik tot mijn tevredenheid dat de heer Nijpels nog voor het kerstreces het gevraagde voorstel over de opzet en inrichting van een Waddenacademie heeft opgeleverd.

Wat willen we met die academie? Het gaat om de afstemming van de onderzoeksagenda's en het bevorderen van de coördinatie en samenwerking tussen onderzoeksinstituten. Op die manier zal, naar mijn overtuiging, de kennishuishouding voor het waddengebied worden verbeterd.

Binnenkort zal collega Dekker de heer Nijpels vragen om met een concreet voorstel tot oprichting van de Waddenacademie te komen. Dat voorstel zal onder andere moeten voldoen aan de voorwaarden die het Waddenfonds stelt om voor financiering vanuit het fonds in aanmerking te kunnen komen. Namens het hele kabinet kan ik u vertellen dat we de intentie hebben om de Waddenacademie tot een succes te maken.

Dames en heren!

Dan wil ik nu even met u praten over de gaswinning in het Waddengebied.

Over de noodzaak om gas te winnen hoef ik u waarschijnlijk niets te vertellen. De laatste tijd is het energievraagstuk weer boven aan de politieke agenda komen te staan. Ik verwijs naar de recente troebelen rond de Russische gasleveranties aan een aantal van haar buurlanden.

Het kabinet is van mening dat aardgaswinning cruciaal is voor de Nederlandse en Europese energievoorziening en voor de transitie naar een duurzame energievoorziening. Om zo lang mogelijk te profiteren van de voordelen van Nederlands aardgas, wil het kabinet deze bron binnen de wettelijke en Europese randvoorwaarden zoveel mogelijk benutten.

In het kabinetsstandpunt van juni 2004 hebben we al vastgelegd dat natuur en milieu centraal staan in de afspraken over gaswinning in het Waddengebied.

In 2004 heeft het kabinet onderzoek laten doen naar de nog resterende onzekerheden rond de gaswinning en zijn mogelijke effecten op natuur en milieu. De uitkomsten van dit onderzoek zijn helder. Nieuwe gegevens en inzichten op basis van gedegen wetenschappelijk onderzoek hebben de onzekerheden, die in 1999 nog aanwezig waren, weggenomen.

Op grond hiervan heeft het kabinet de conclusie overgenomen dat geen significante effecten op natuur en milieu worden verwacht. Er is daarom geen reden af te zien van gaswinning onder de Waddenzee.

Wel zal een aantal randvoorwaarden in acht moeten worden genomen. Deze randvoorwaarden staan er borg voor dat de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied in stand blijven.

De randvoorwaarden hebben onder meer betrekking op de hoeveelheid en de snelheid van bodemdaling, de meetsystematiek en de wijze van monitoring. De randvoorwaarden bepalen de ruimte die er voor de NAM overblijft om gas te winnen.

Ik kan u verzekeren, dames en heren, dat hierbij is uitgegaan van zeer conservatieve scenario's. Met andere woorden: we nemen geen enkel risico. De randvoorwaarden zullen worden vertaald in vergunningvoorwaarden. Op die manier kan gaswinning plaatsvinden zonder dat er schade ontstaat. We zullen hier scherp op toezien.

Ook hebben we de Commissie m.e.r. gevraagd om het proces als onafhankelijke auditor te volgen en hierover te rapporteren. Op gezette tijden zal de commissie de mogelijke effecten van de gaswinning aan een onafhankelijke audit onderwerpen. Ze zal collega Brinkhorst en mij van haar bevindingen op de hoogte brengen. Als de natuurlijke grenzen dreigen te worden overschreden zullen we maatregelen nemen. Op deze manier zal het 'Hand aan de kraan' principe worden gehanteerd.

Voor de door de NAM geplande activiteiten is in samenhang met deze voorwaarden een passende beoordeling uitgevoerd in het kader van de Rijksprojectenprocedure Gaswinning. Deze beoordeling is op dit moment in concept gereed.

Ook deze beoordeling geeft aan dat gaswinning op een verantwoorde wijze kan plaatsvinden. Als ik deze gegevens naast de informatie leg die afkomstig is uit de beoordelingen van de PKB, de PMR en het milieu-effect-rapport, ben ik ervan overtuigd dat er sprake is van een zorgvuldige procedure. Ik heb er alle vertrouwen in dat gaswinning kan plaatsvinden zonder dat de natuurlijke kenmerken van het gebied worden aangetast en er significante effecten optreden betreffende de Vogel- en Habitatwaarden van het Waddengebied.

De voorwaarden zijn inmiddels opgenomen in de vergunningaanvragen die de NAM heeft ingediend. Slagvaardigheid is geboden. Daarom hebben we gekozen voor degelijke coördinatie en stroomlijning van de vergunningverlening door middel van het hanteren van de Rijksprojectenprocedure (RPP).

Door het gebruik van de RPP worden de verschillende vergunningen (totaal 35) gebundeld; hetzelfde geldt voor de inspraak en de mogelijkheden tot het instellen van beroep. Dit bevordert de door het kabinet gewenste integrale benadering en de transparantie. Bovendien voorkomt deze benadering onnodige vertraging van het vergunningverleningsproces.

De NAM heeft de vergunningaanvragen op 5 januari jongstleden ingediend. Als minister van LNV ben ik verantwoordelijk voor het verlenen van de vergunningen die voortvloeien uit de Natuurbeschermingswet.

Inmiddels liggen het milieueffectrapport en de vergunningaanvragen voor de Wet milieubeheer ter inzage voor inspraak. Het is de bedoeling dat alle ontwerpbesluiten in april ter inzage komen te liggen en dat besluitvorming in juli van dit jaar is afgerond. In augustus kan dan worden gestart met de eerste werkzaamheden om winning mogelijk te maken, zodat vanaf januari 2007 daadwerkelijk met gaswinning kan worden begonnen.

Dames en heren!

Het Wad is ook voor de visserij van belang.

Er vindt een verscheidenheid aan visserijactiviteiten plaats, zoals de schelpdiervisserij en de garnalenvisserij.

Ik constateer dat er veel (media) aandacht is voor effecten van de schelpdiervisserij op de natuur. Toch maak ik mij over juist dit onderwerp de minste zorgen. Ik zal u vertellen waarom.
* het Beleidsbesluit schelpdiervisserij 'Ruimte voor zilte oogst' spreekt duidelijke taal. De inhoud spoort 1 op 1 met de PKB voor de Waddenzee;

* er vindt een constructieve dialoog plaats tussen de sector en natuurorganisaties;

* de sector heeft de 'innovatiehandschoen' opgepakt. Er wordt sinds afgelopen jaar geëxperimenteerd met alternatieve vormen voor het invangen van mosselzaad. Verder bestaan er plannen voor de kweek van mosselzaad onder geconditioneerde omstandigheden (bijv. in hatcheries/nurseries).

* Het opstellen van een beoordeling voor de najaarsvisserij is goed verlopen. Ik heb er vertrouwen in dat dit ook voor de voorjaarsvisserij zal gebeuren.

Een ander sterk punt is de kleinschalige regionale visserij, die ondanks de lage visbestanden op een eerlijke en duurzame manier aan haar toekomst werkt. Als voorbeelden noem ik de gecertificeerde visserij op harder en het initiatief betreffende de geïntegreerde visserij: een kleinschalige, regiogebonden visserij, met een duidelijke samenhang tussen landschap, cultuurhistorie, natuurbehoud en ondernemen (People, Planet, Profit).

De garnalenvisserij heeft het in de aflopen tijd niet makkelijk gehad door de mededingingsperikelen. Maar ik denk dat de mogelijke certificering door de Marine Stewardship Council de garnalenvissers kan helpen om zich op een duurzame wijze te onderscheiden in de markt. Ik roep de garnalenvisserij dan ook op om aan deze certificering mee te doen!

Dames en heren!

Er is momenteel veel gaande in het Waddenbeleid. U kunt er van verzekerd zijn dat het kabinet grote zorgvuldigheid betracht om deze activiteiten in goede banen te leiden. Want nogmaals: de natuur- en landschapswaarden staan voorop staan in dit gebied!

Ik dank u voor uw aandacht.