Eerste Nederlandse succes in Europees chemisch netwerk
30 januari 2006
Twee Nederlandse chemici hebben een onderzoekssubsidie van
ERA-Chemistry gekregen. ERA-Chemistry is een netwerk van
wetenschapsorganisaties uit tien Europese landen. Het Europese
chemisch netwerk heeft als eerste onderzoeksvoorstellen gehonoreerd.
Namens Nederland is het gebied Chemische Wetenschappen (CW) van de
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)
vertegenwoordigd in het netwerk.
In totaal waren er 82 vooraanmeldingen op het gebied van de
supramoleculaire chemie binnengekomen 35 aanvragers werden uitgenodigd
om een uitgewerkt voorstel in te dienen. De wetenschappelijke
beoordeling van alle voorstellen werd uitgevoerd door een commissie
van vijftien gerenommeerde wetenschappers. ERA-Chemistry heeft aan de
negen hoogst geëindigde voorstellen een onderzoekssubsidie toegekend.
Onder de succesvolle aanvragers zitten de twee Nederlandse chemici
Gerard Roelfes en Jan van Esch, die beide werkzaam zijn aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Roelfes en Van Esch kunnen met deze
subsidie allebei een Europees samenwerkingsproject opstarten.
In ERA-Chemistry hebben nationale wetenschapsorganisaties uit België,
Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Nederland, Oostenrijk,
Portugal, Spanje en Zwitserland hun krachten gebundeld om een Europees
subsidieinstrument op het gebied van de chemische wetenschappen te
ontwikkelen. Het netwerk is in 2004 met behulp van een netwerksubsidie
uit het 6e kaderprogramma van de Europese Commissie van start gegaan.
Bij het ontwerp van de ronde werd nadrukkelijk gelet op de wensen van
onderzoekers, wat heeft geleid tot een unieke en makkelijk
toegankelijke procedure die binnen een recordtijd van zeven maanden
werd afgerond. De verkregen ervaring zal gebruikt worden voor het
ontwikkelen en organiseren van meer en verbeterde onderzoekssubsidies.
Hiermee komen de ambities voor het vormen van een European Research
Area (ERA) op het gebied van de chemie weer een stapje dichterbij.
De twee onderzoeksprojecten met Nederlandse inbreng zijn:
DNA-polymeer als basis voor katalytische nanostructuren
Dr. J.G. (Gerard) Roelfes (RUG) in samenwerking met A. Hermann (Max
Planck Institute for Polymer Research, Mainz, Duitsland)
Polymeren die bestaan uit DNA met bijvoorbeeld polyethyleenoxide
vormen tweepolige structuren. Deze zogeheten DNA-micellen worden
gebruikt voor nanostructuren met een katalytische werking.
Toepassingen worden voorzien op het gebied van asymmetrische katalyse,
programmeerbare cascadereacties en slimme lokale medicijntoediening.
Een bottom-up benadering voor de vorming van nanopatronen
Dr. J.H. (Jan) van Esch (RUG) in samenwerking met S. Hecht (Max Planck
Institute für Kohlenforschung, Mülheim a.d. Ruhr, Duitsland), P.
Samori (Université Louis Pasteur/ISIS Straatsburg, Frankrijk)
In dit onderzoek worden nieuwe polymeren ontworpen die zich na binding
aan een oppervlak opvouwen tot puzzelstukjes met afmetingen van een
halve tot vijf nanometer. Deze puzzelstukjes assembleren zichzelf op
hun beurt tot een regelmatig tweedimensionaal patroon. Een soort
'zichzelf oplossende puzzel', maar dan tien miljoen keer kleiner. Dit
soort nanopatronen is wellicht bruikbaar voor de verdere
miniaturisering van elektronica of voor de ontwikkeling van nieuwe
(bio)sensors.
..........................
Meer informatie bij:
* Wim Meester of Yvonne van der Meer (NWO, Chemische Wetenschappen)
* t: +31 (0)70 344 05 37 of 07 58, meester@nwo.nl of meery@nwo.nl
* Voor een complete lijst van toekenningen, zie www.erachemistry.net
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek