Dittrich in discussie met studenten over Afghanistan
In een gastcollege aan de Universiteit van Amsterdam heeft D66-leider
Boris Dittrich het standpunt van zijn partij over de voorgenomen
missie naar de Afghaanse provincie Uruzgan toegelicht. Dittrich
beantwoorde de soms kritische vragen van zo'n 150 studenten.
VVD-minister Kamp van defensie had eerder al aangegeven dat de missie
na Srebrenica de meest risicovolle zou zijn waar Nederland ooit aan
heeft meegedaan. Volgens Dittrich zijn er meer parallellen te trekken,
zo zei hij in het college. `Missies zijn natuurlijk nooit goed te
vergelijken want iedere situatie is anders, maar in het
besluitvormingsproces zie ik nu wel een overeenkomst. Er was destijds
een enorme druk op de Tweede Kamer om te gaan: vanuit de media, de
bevolking, de regering, de Amerikanen. Want we konden die mensen toch
niet in de steek laten? Allemaal met de beste bedoelingen, maar
uiteindelijk is de Kamer niet kritisch genoeg geweest. Ook nu is er
weer veel druk om vóór de missie te zijn, maar er zijn echt veel
vraagtekens bij deze missie te plaatsen. De les van Srebrenica was dat
we kritisch moeten blijven en ons niet een oorlog laten inrommelen'.
Dittrich stelde dat de bevolking van Uruzgan woest en haatdragend is.
In het gebied zien de mensen weinig verschil tussen de Amerikanen die
er de vechtmissie Enduring Freedom leiden en de Nederlandse militairen
die hopen dat hun aanpak, de zogenaamde Dutch Approach, wél effect
heeft. Hij noemde het naïef te denken dat de Nederlandse aanpak zou
werken en dat opbouw van het gebied mogelijk is. `De Amerikanen hebben
met hun optreden zoveel haat gezaaid. Ze trappen deuren in, tillen
burqa's op om vrouwen te fouilleren en hebben mannen anaal
gevisiteerd. Dat heeft veel kwaad bloed gezet in een gebied waar de
bevolking al decennialang gewend is om buitenlanders eruit te werken.
De Britten en de Russen hebben het geprobeerd, maar nooit een voet aan
de grond gekregen. De Amerikanen hebben hier de afgelopen vier jaar
tegen de Taliban en Al Q'aida gestreden en dat heeft de situatie
alleen verergerd. Het is een illusie te denken dat Nederland er in
twee jaar wel in slaagt de boel te stabiliseren én een begin maakt met
de wederopbouw. Ook al zijn de bedoelingen goed, we moeten nuchter
naar zo'n missie blijven kijken'.
Dittrich benadrukte dat hij niet vindt dat Nederland het gebied aan
haar lot moeten overlaten, maar voelt zich niet geroepen een
uitgewerkt alternatief voor de NAVO-plannen te overleggen. `We doen al
heel veel, meer dan de meeste andere NAVO-landen. We zijn ook
financieel één van de grootste donoren. Maar nu moet het Nederlandse
Parlement controleren of we onze militairen inzetten voor deze door de
NAVO voorgestelde missie. Als de opzet van missie niet goed is, is het
niet onze taak als D66 om het huiswerk van de wereldgemeenschap over
te doen. Wat er wel moet gebeuren, is dat de NAVO zelf terug moet naar
de tekentafel om een plan te ontwikkelen voor het zuiden van
Afghanistan dat wel kans van slagen heeft. Daarbij zou je onder meer
kunnen denken aan een grotere betrokkenheid van de Afghanen zelf en
een inzet van meerdere Europese landen' .
26-1-2006 18:21