FAVV: dioxinecontaminatie: stand van zaken
De eerste dioxineanalyseresultaten van de stalen die in het kader van het onderzoek werden genomen zijn gekend. Het ging zowel om getuigenstalen als om stalen genomen van aanwezige voorraden. Stalen waarvan nu resultaten bekend zijn werden genomen bij PB Gelatins, de leverancier van het varkensvet bij Profat en bij Profat,

Van de 8 onderzochte stalen bij PB Gelatins is één positief (52,78 pg TEQ/ g vet).

Profat is de enige afnemer bij PB Gelatins van varkensvet voor veevoeder, de andere afnemers gebruiken het vet niet in de voedselketen.

Van Profat zijn 4 stalen (getuigenmonsters ) van de 30 onderzochte stalen positief bevonden (waarden tussen 6,44 pg TEQ/ g vet en 106,45 pg TEQ/ g vet ). Deze resultaten zijn te herleiden tot één bepaalde opslagtank van bij Profat. Deze tank werd gevuld op 8 november 2005 met twee ladingen afkomstig van PB Gelatins. De inhoud van deze tank werd uitgeleverd naar 3 bedrijven:

het pluimveevoederbedrijf Klaasens & Co in Ravels

het varkensvoederbedrijf Scherrens in Wingene

het veevoederbedrijf Bouman in Nederland

Deze tank van Profat werd eenmaal leeg opnieuw gevuld op 18 november. Dit verklaart waarom de inhoud na deze datum veel lagere gehalten dioxines bevat.

De Nederlandse overheid deelde vandaag een tweede positief analyseresultaat (220 pg TEQ/g vet) mee van een getuigenstaal van een levering afkomstig van Profat bij Bouman op 17 november 2005. Dit resultaat stemt overeen met het positief resultaat van de Belgische analyse op hetzelfde staal.

Het Voedselagentschap blokkeerde uit voorzorg (pluim-)veebedrijven die loten voeder hebben afgenomen waarin gecontamineerd varkensvet werd verwerkt (64 varkensbedrijven en 32 pluimveebedrijven).

Tijdens de risicoperiode leverde Profat ook varkensvet aan andere veevoederbedrijven.

Het betreft de bedrijven: Algoet, Nachtergaele, Provijn en Leievoeders.

In de analyseresultaten werden geen aanwijzingen gevonden dat deze bedrijven besmet vet zouden ontvangen hebben. De contaminatie beperkt zich tot één tank gevuld op 8 november 2005 en uitgeleverd aan de 3 betrokken bedrijven Klaasens & Co, Scherrens en Bouman).

Het Voedselagentschap zet het onderzoek voort op verschillende niveaus:


- bij PB Gelatins wordt het productieproces doorgelicht en worden bijkomende stalen genomen om de omvang van de contaminatie in kaart te brengen, tegen maandag zullen we beschikken over analyseresultaten van gelatine om een dioxinecontaminatie te kunnen uitsluiten;
- bij Profat worden bijkomende getuigenmonsters gezocht voor de periode tussen 15 oktober en 15 november;

- op de betrokken landbouwbedrijven wordt een inventaris gemaakt van de bewegingen van de verschillende dieren en zullen de komende dagen monsters genomen worden.

Het Voedselagentschap vestigt er de aandacht opnieuw op dat de huidig gemeten concentraties maximaal 220 pg TEQ/g vet zijn, daar waar tijdens de dioxinecrisis van 1999 gemeten waarden tot 10.000 pg TEQ/g vet bedroegen

contactpersoon voor de nederlandstalige pers: pascal houbaert 0475 20 66 73
contactpersoon voor de franstalige pers: yasmine ghafir 0474 999 391