Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Stichting van de Arbeid Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Postbus 90405 Anna van Hannoverstraat 4
2509 LK DEN HAAG Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
AV/A&Z/2006/8466
Onderwerp Datum
werkgeversbijdrage kinderopvang 27 januari 2006
Bij de parlementaire behandeling van de Wet kinderopvang en de Algemene financiële
beschouwingen 2006 heeft het kabinet aangekondigd in 2006 de werkgeversbijdragen in de
kosten van kinderopvang te evalueren. Doel en verwachting van het kabinet daarbij is dat in
2008 90 procent van de werknemers aanspraak kan maken op een volwaardige werkgevers-
bijdrage.
Het kabinet zal opdracht geven tot de uitvoering van een meting naar de stand van de
werkgeversbijdragen op 1 mei 2006. Deze meting zal langs dezelfde weg plaatsvinden als
die in 2005. Dat wil zeggen dat enerzijds het ministerie van SZW een analyse zal verrichten
van de op dat moment geldende CAO's en anderzijds een extern bureau een enquête zal
houden onder een uitgebreide steekproef van werkgevers, zowel in CAO- als niet-CAO-
sectoren. In deze onderzoeken zal in vergelijking met de meting van 2005 grotere aandacht
worden gegeven aan de inhoud van de regelingen om tevens te kunnen beoordelen of sprake
is van een volwaardige bijdrage in de kosten. Daarbij hanteert het kabinet als criteria dat de
werknemer aanspraak kan maken op een vergoeding van ten minste 1/6e van de kosten, dat
deze vergoeding openstaat voor de opvang van kinderen tot en met de basisschoolleeftijd en
dat de kosten tot de in de Wet kinderopvang gehanteerde maximum uurprijs voor
vergoeding in aanmerking komen.
De rapportages van deze onderzoeken zullen medio juni 2006 beschikbaar zijn.
Het kabinet stelt voor medio juni met u overleg te voeren over de conclusie die op grond
van deze rapportages moet worden getrokken over de reëel te verwachten ontwikkeling naar
een situatie dat in 2008 90 procent van de werknemers aanspraak kan maken op een
volwaardige werkgeversbijdrage.
Mocht de conclusie zijn dat die ontwikkeling reëel in de lijn der verwachting ligt, dan zal
het kabinet de huidige beleidslijn ongewijzigd laten. Dat wil zeggen dat de werkgevers-
bijdrage onderwerp blijft van het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen de sociale partners. De
Wet kinderopvang blijft dan volgens het in de regelgeving vastgelegde tijdpad voorzien in
een gedeeltelijke compensatie voor ontbrekende of onvolledige werkgeversbijdragen.
2
Mocht het kabinet tot de conclusie komen dat die ontwikkeling niet reëel kan worden
verwacht, dan zal het een wetsvoorstel bij de Kamer aanhangig maken om op 1 januari 2007
een wettelijk verplichte werkgeversbijdrage in te voeren. Een dergelijk tijdpad acht het
kabinet wenselijk om niet onnodig lang een situatie te laten voortduren dat een aanzienlijk
aantal ouders financiële belemmeringen ondervindt om gebruik te maken van de kinder-
opvang en dat de werkgevers die nu hun werknemers een tegemoetkoming verstrekken,
geconfronteerd worden met de kosten daarvan, terwijl de werkgevers die dat achterwege
laten, die kosten niet hoeven te maken.
Om, gelet op de advisering door de Raad van State en de parlementaire behandeling, de
invoeringsdatum van 1 januari 2007 mogelijk te maken, zal het kabinet inmiddels wetgeving
voorbereiden met als strekking dat de overheid zorg draagt voor de verstrekking van de
tegemoetkoming en de werkgevers daaraan financieel bijdragen in de vorm van een heffing.
Over het al dan niet indienen van dit wetsvoorstel bij het parlement streeft het kabinet naar
besluitvorming voor het zomerreces na bovenbedoeld overleg met u.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid