Ministerie van Defensie

27-01-2006 16:23

MINISTER KAMP: GEEN RISICO VAN MILITAIRE NEDERLAAG

De NAVO heeft de taak op zich genomen aan de slag te gaan in Afghanistan en wij moeten als lidstaat helpen die taak uit te voeren, vindt minister Kamp. âNu de NAVO heeft vastgesteld dat het tijd is om de ISAF-missie naar Zuid-Afghanistan uit te breiden, moet Nederland hele goede argumenten hebben om daar niet aan te willen bijdragen.â

De aanleiding dat Nederlandse militairen in Afghanistan werken, vloeit voort uit de aanval van al-Qaida op de VS in 2001. "Met als gevolg 2800 doden en 6300 gewonden. We zijn solidair met de VS. Daarnaast is ons eigen belang ermee gemoeid. De terreur van Al Qaida is immers niet alleen tegen de VS gericht, maar ook tegen Europa. Dat hebben de aanslagen in Madrid en Londen wel aangetoond.â

De bewindsman is zich ervan bewust dat Nederland al een grote inspanning levert in het Aziatische land. "Wij gaan deze activiteiten afronden en in plaats daarvan ons concentreren op Uruzgan. Niet iedere NAVO-lidstaat is daar toe in staat. Nederland met zijn professionele, moderne en expeditionaire krijgsmacht wel."

De Nederlandse werkwijze tijdens vredesmissies roept internationaal bewondering op. "Wij passen terughoudend en beheerst geweld toe binnen de instructies die daarvoor gelden. Alleen als het nodig is", aldus Kamp. Volgens de bewindsman moet een eventueel ja van de Kamer los worden gezien van wat er in het verleden is gebeurd. "We zijn al heel lang over het drama van Srebrenica heen. Srebrenica heeft ons hele indringende lessen geleerd, maar sindsdien heeft Nederland alweer aan tientallen internationale missies meegedaan. En er zijn steeds door het parlement zorgvuldige afwegingen gemaakt en zuivere beslissingen genomen. Er bestaat in Uruzgan geen risico van een militaire nederlaag: we hebben grote militaire kracht en zorgen voor onze eigen veiligheid. En als er wat gebeurt: we zijn onderdeel van een internationale brigade."

Voor het volledige interview, zie de Defensiekrant van 2 februari.