Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Persbericht ministerraad
27 januari 2006

MINISTERRAAD STEMT IN MET DE OMGEVINGSVERGUNNING

De ministerraad heeft op voorstel van minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en staatssecretaris Van der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ingestemd met het wetsvoorstel Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Met het wetsvoorstel wordt de aanvraag voor bouw- en milieugerelateerde vergunningen vereenvoudigd en wordt de tijd die voor de vergunningverlening nodig is, verkort. In het voorstel is daartoe een uniforme regeling voor de zogenoemde omgevingsvergunning opgenomen. Deze nieuwe vergunning leidt tot een reductie van de administratieve lasten voor bedrijf en burger (ongeveer 33 miljoen euro) en na aanloopkosten tot een reductie van de bestuurslasten voor gemeenten en provincies.

De nieuwe vergunning voegt de toestemmingen samen die nodig zijn als een burger of een bedrijf op een bepaalde plek iets wil gaan slopen, (ver)bouwen of gaan gebruiken. Het wetsvoorstel integreert daartoe een groot aantal (circa 25) vergunning-, ontheffing- en andere toestemmingstelsels tot één omgevingsvergunning. Het gaat hierbij niet alleen om vergunningstelsels in rijksregelingen, zoals de milieuvergunning, bouwvergunning en monumentenvergunning, maar ook om vergunningstelsels in provinciale- en gemeentelijke verordeningen.

In de meeste gevallen doorloopt de aanvraag de reguliere procedure, die maximaal acht weken duurt (eenmaal te verlengen met zes weken). Bij de meer complexe aanvragen duurt de procedure maximaal zes maanden (eenmaal te verlengen met zes weken). Bij de reguliere procedure is sprake van een fatale termijn, wat betekent dat de vergunning na afloop van deze termijn van rechtswege is verleend. De uitgebreide procedure kent geen fatale termijn.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. Na ommekomst van het advies van de Raad van State zal het wetsvoorstel opnieuw in de ministerraad aan de orde komen. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Het is de bedoeling het wetsvoorstel medio 2006 aan de Kamer aan te bieden zodat het uiterlijk in 2008 in werking kan treden.

RVD, 27.01.2006