KNMG

Berichtgeving Palliatieve sedatie: Van nieuws brengen en nieuws maken...

Zo vlak voor de langste nacht in het jaar, tijdens de donk're decemberdagen, deed de KNMG-commissie na een jaarlang noeste arbeid haar richtlijn Palliatieve sedatie geboren worden. Voor een communicatieafdeling is zo'n nieuwe richtlijn die het licht gaat zien, oneerbiedig gezegd wel een 'leuke klus'. Een communicatiestrategietje wordt bedacht, wanneer is 'the coming-out', wie van radio, tv en krant geven we de 'scoop', wie doet de woordvoering, noem maar op. De klus beloofde heel eenvoudig te zijn: we hadden te maken met een journalist die -zeer geïnteresseerd in het onderwerp-, meerdere malen gedurende het jaar geïnformeerd had naar het werk en wedervaren van de commissie. Die geïnteresseerde vasthoudendheid verdient dan de primeur, waarbij het gevoel dat het nieuws over de richtlijn 'redelijk gecontroleerd' en dus 'in het juiste perspectief' naar buiten gaat, ook prettig is. Dachten we...

De vervelende eigenschap van een primeur is, dat niemand die een ander gunt. En dan treedt een proces in werking in journalistenland, waarop je geen invloed meer kunt uitoefenen. Dan bréngt een journalist geen nieuws, dan máákt een journalist nieuws. Dus kopte een landelijk dagblad vier dagen vóór openbaarmaking van de richtlijn op de voorpagina: 'Slaappil maakt euthanasie overbodig' omdat... 'er een nieuwe richtlijn (komt) die artsen adviseert pijn en benauwdheid in de laatste levensfase te verlichten met een speciaal slaapmiddel'. De redacteur deed het in de bijlage nog eens dunnetjes en ongenuanceerd over, door te stellen dat 'euthanasie achterhaald is', 'dat artsen deze service (let u op de term) niet meer willen verlenen', dat 'palliatieve sedatie de norm wordt' en door allerlei termen als appels en peren aan elkaar gelijk te stellen, te vergelijken of helemaal verkeerd te gebruiken. U begrijpt dat de journalist, hoe graag zij dat beeld ook wilde bevestigen, niet de beschikking had over de richtlijn.

Nog bonter ging het eraan toe op de website van dezelfde krant. Lezers mochten hun mening geven op de stelling: De KNMG wil dat artsen patiënten die ondraaglijk lijden in hun laatste levensweek desgewenst in een diepe slaap brengen met het slaapmiddel Dormicum. Een goed alternatief voor euthanasie? U kon ondermeer kiezen uit: Ja, dat is menselijker dan euthanasie of Nee, euthanasie is sneller en efficiënt (!). Nu houd ik wel van prikkelende stellingen en antwoorden, maar we hebben het hier toch niet over het snel en efficiënt bestellen van een biertje. Het levenseinde is een beladen onderwerp, dat de media om moverende redenen blijkbaar graag breed uitmeten. Dat is hun goed recht, zolang zij dat nieuws objectief en genuanceerd brengen. Zolang zij zich goed (laten) informeren. Lezers hebben daar naar mijn idee recht op.

Palliatieve sedatie en een verzoek tot euthanasie zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden wegen die niet inwisselbaar zijn. Euthanasie begint bij de patiënt en zijn wens om het leven te kunnen beëindigen. Na uitvoerige gesprekken tussen (onafhankelijke) artsen, patiënt en zijn naasten en op grond van nauwgezette criteria, kán dan het zeer moeilijke besluit genomen worden om het leven van de patiënt te beëindigen. Euthanasie is geen recht waarop de patiënt aanspraak kan maken.
Palliatieve sedatie heeft niet tot doel het leven van de patiënt te bekorten of te beëindigen. Palliatieve sedatie verstilt juist de pijn van de patiënt in de laatste levensfase door opzettelijk diens bewustzijn te verlagen. Palliatieve sedatie is normaal medisch handelen, waar de patiënt vanuit het perspectief van 'noodzakelijke zorg' -d.i. geïndiceerd volgens de richtlijn- recht op heeft. De arts zal in samenspraak met zijn patiënt en/of diens naasten, deze weg inslaan als andere middelen de (pijn)symptomen niet meer kunnen wegnemen. Het was dan ook goed nieuws, nipt voor de laatste dag van 2005, te vernemen dat het Openbaar Ministerie artsen niet zal vervolgen als zij handelen volgens de KNMG-richtlijn Palliatieve sedatie. Artsen weten tenminste nu waar ze aan toe zijn!

Saskia Danse, hoofd communicatie KNMG, s.danse@fed.knmg.nl

Laatst gewijzigd: 19-01-2006