26-1-2006
Rapport Cools bevestigt voorkeur VVD voor beursgang Schiphol
De Tweede Kamer heeft een onafhankelijke deskundige gevraagd de voor-
en nadelen van plaatsing van de aandelen Schiphol aan de beurs - of
aanbieding aan een geselecteerde club beleggers - op een rijtje te
zetten. Prof. Cools constateert dat `De factoren die betrekking hebben
op de lange termijn bedrijfsvoering van NVLS meer gediend lijken met
een b
Een andere overweging voor beursgang is `transparantie waardoor het
publiek (meer) druk op NVLS kan uitoefenen'. Daarmee bevestigt hij de
voorkeur van de VVD voor een beursgang. De VVD wil (een deel van) de
opbrengsten gebruiken voor investeringen in infrastructuur en
leefkwaliteit in de omgeving.
Hieronder treft u de inbreng van VVD woordvoerder Paul de Krom. Alleen
het gesproken woord geldt.
---
De wereld wordt groter, maar Nederland kleiner. Althans, zo lijkt het
soms. Onze welvaart danken we aan onze open economie. Maar steeds
vaker hoor ik angst. Angst voor buitenlandse investeerders en
bedrijven die ons land van binnenuit `leegeten'. Nederland had zijn
Gouden Eeuw te danken aan de eerste financiële beurs ter wereld. Maar
nu spreken sommigen over speculerende beleggers die via de beurs
bloeiende bedrijven als eieren afpellen en daarmee hun eigen
investering vernietigen. Afgezien van de logica van die redenering -
welke belegger stopt nu ergens geld in met als doel om er later minder
voor terug te krijgen - vraag je je soms af hoe het mogelijk is dat
er überhaupt nog succesvolle bedrijven aan de beurs zijn genoteerd.
Beursgenoteerd vliegveld Heathrow investeert miljarden, maar bij ons
gaat het allemaal mis? Waarom?
Zo'n instelling tast ons zelfvertrouwen en de positie van Nederland
als investeringsland aan. Wij moeten elke - dus ook buitenlandse -
investeringen verwelkomen en toejuichen. Extra kapitaal betekent meer
werk. Talloze buitenlandse investeerders zijn op de Nederlandse
markten actief en zorgen goed voor hun werknemers en klanten. Net
zoals Nederlandse bedrijven dat overal ter wereld doen. Een liquide
beurs is onderdeel van een gezond investeringsklimaat. Ik zou niet
weten waarom de beurs van Nederland eens een wereldmacht maakte,
terwijl het nu een inadequaat of zelfs gevaarlijk instrument zou zijn
om kapitaal aan te trekken.
De VVD had en heeft een voorkeur voor beursgang. Het rapport van de
heer Cools sterkt ons alleen maar in die overtuiging. Dat onderhandse
plaatsing meer kan opleveren is duidelijk. Maar ook dat dat een prijs
heeft. En die prijs is zeggenschap.
De gedachte van degenen die vinden dat de overheid perse
meerderheidsaandeelhouder moet blijven is dat de overheid zeggenschap
via haar aandelen blijft uitoefenen. Zie het amendement Haverkamp.
Maar wat het rapport Cools duidelijk maakt is dat de premie bij
onderhandse verkoop nu juist ontstaat door het overdragen van
zeggenschap aan minderheidsaandeelhouders, in combinatie overigens met
een agressieve financieringsstructuur. Dat ondergraaft de positie van
de overheid alleen maar en dat zouden juist zij nu niet moeten willen.
We zitten dus nu in de bizarre situatie dat de voorstanders van het
uitoefenen van zeggenschap door de overheid via aandeelhouderschap
dezelfde zijn die onderhandse plaatsing prediken waarmee je
zeggenschap uit handen geeft. Wie dit volgt mag het zeggen.
Ik ga even terug naar de redenen voor privatisering van Schiphol. Een
belangrijke daarvan is het uit elkaar halen van de schizofrene rol van
de Staat als aandeelhouder, regelgever en toezichthouder. Daarbij past
geen overheid die zich - voorlopig als meerderheidsaandeelhouder -
actief met het bedrijfsbeleid bemoeit. Terecht kiest het Kabinet
daarom voor een passieve rol als aandeelhouder in lijn met gedachte
achter de Wet op de Structuurvennootschappen.
Bij onderhandse plaatsing ontstaat het gevaar dat een passieve
meerderheidsaandeelhouder het aflegt tegen een actieve
minderheidsaandeelhouder. Een passieve overheids-aandeelhouder wil
geen actieve minderheidsaandeelhouder naast zich die onevenredig veel
rechten heeft. Dat heeft een onevenwichtige governance structuur tot
gevolg, zoals Cools terecht constateert. Logisch is daarom dat de
overheid geen concessies doet op het gebied van zeggenschap noch op
het gebied van de financieringsstructuur. Maar zoals gezegd verdwijnt
daarmee tegelijk de premie die onderhandse plaatsing kan opleveren. En
zo geredeneerd zijn we dan weer terug waar we begonnen: een beursgang.
Bij een beursgang maakt de overheid geen nadere afspraken met andere
partijen. Per definitie is daardoor de positie van de overheid als
meerderheidsaandeelhouder sterker dan bij onderhandse plaatsing.
Tegelijkertijd is de positie van minderheidsaandeelhouders wettelijk
gegarandeerd op basis van het `one share, one vote' beginsel. Notering
aan de beurs geeft betere toegang tot de kapitaalmarkt, meer
flexibiliteit als het gaat om het aantrekken van extra eigen vermogen
of de inzet van instrumenten als aandelenruil. De financiering is
minder agressief, de rendementseisen minder hoog en meer gericht op
langere termijn. Of zoals Cools zegt: `Analisten en beleggers
appreciëren lange termijn investeringen zolang het track record goed
is en de strategie consistent'.
Alles bij elkaar concludeer ik met Cools dat `De factoren die
betrekking hebben op de lange termijn bedrijfsvoering van NVLS meer
gediend lijken met een beursgang'. Het is transparanter, het publiek
krijgt beter inzicht in de strategie, activiteiten en prestaties van
NVLS en kan het bedrijf daarop aanspreken. Kortom: beursnotering leidt
tot publieke verantwoording.
Daarentegen merkt Cools op dat bij onderhandse plaatsing `het gevaar
bestaat dat investeerders een te korte tijdshorizon hebben en
onvoldoende oog hebben voor lange termijn investeringen in de
kernactiviteiten van Schiphol'. Dat geldt zeker voor private equity
funds en strategische beleggers. Die zullen alleen maar geïnteresseerd
zijn als zij actief het beleid van de onderneming mede kunnen bepalen.
Maar juist dat is nu in strijd met de uitgangspunten van het
amendement Haverkamp. Cools voegt eraan toe dat `de aanname van
Sequoia dat bij een onderhandse plaatsing de publieke belangen van
NVLS beter zijn beschermd onjuist is'.
Tenslotte biedt beursgang de mogelijkheid van fasering en het plaatsen
van aandelen bij veel verschillende partijen. De VVD vindt dat vooral
kleine beleggers een kans moeten krijgen. Kan de Minister concreet
toezeggen op welke manier hij in het geval van een beursgang het voor
kleine beleggers aantrekkelijk wil maken om een aandeeltje Schiphol te
kopen? Bij KPN is daar een korting voor gegeven.
En wat de opbrengsten betreft wil de VVD - althans een deel daarvan -
bestemmen voor investeringen in infrastructuur en leefkwaliteit van de
omgeving. Is de Minister bereid dit toe te zeggen en uit te werken?
Dan het dual track voorstel. Wij wijzen dit niet af maar wat de VVD
betreft hoeft dit niet. Onze voorkeur is duidelijk. De risico's als je
twee processen tegelijk bewandelt zijn groter en reëel, zo zegt Cools.
Ik vraag mij af waarom Kabinet en Kamer deze risico's zouden nemen als
de voordelen van beursgang en de risico's verbonden aan dual track zo
evident zijn. Hoe zit de Minister dit nu?
VVD