NVB en VFN nemen aanvullende maatregelen om overkreditering te
voorkomen
Steeds meer mensen hebben schulden of komen zelfs in een
problematische
schuldsituatie terecht. In 2004 heeft de Nederlandse Vereniging voor
Volkskrediet
(NVVK) 39.000 verzoeken om schuldregeling ontvangen (34.500 in 2003).
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en Vereniging van
Financieringsondernemingen
Nederland (VFN) nemen dan ook extra maatregelen om in elk geval
overkreditering als bron van problematische schulden te voorkomen.
* NVB en VFN, samen met Aedes, EnergieNed, het Leger des Heils,
NVVK,
gemeente Tilburg en de Thuiswinkelorganisaties, onderzoeken de
mogelijkheid van
een wanbetalersregistratie bij het BKR. Personen die achterstallig
zijn met hun
huur- of energierekening worden geregistreerd. Daarmee kan de
wijdverbreide
praktijk worden voorkomen dat huur- en energieschulden met
consumptief krediet
worden geherfinancierd.
* De Gedragscode hypothecaire financieringen wordt in overleg met
het Ministerie
van Financiën en de NMa aangepast om de duurzame betaalbaarheid
van
hypotheken te kunnen waarborgen.
* De VFN zal haar gedragscode in het licht van de Wet financiële
dienstverlening en
de daarbij behorende lagere regelgeving herzien.
Bekeken wordt ook of de melding die banken of financiers bij het BKR
doen bij een
betalingsachterstand met een maand vervroegd kan worden, van 4 maanden
naar 3
maanden.
Deze maatregelen liggen in de preventieve sfeer en gaan niet over de
problematische
schuldsituaties waar veel mensen zich op dit moment al in bevinden.
Deze mensen
krijgen te maken met het minnelijke schuldhulpverleningstraject of het
juridische traject
in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp).
De NVB en VFN constateren dat het huidige minnelijk
schuldhulpverleningstraject niet
adequaat functioneert. Het slagingspercentage daalde van 37,3% in 1998
naar
ongeveer 9% in 2004. Omdat ook de debiteur niet is gebaat bij een
traject dat niet
werkt zijn NVB en VFN op dit moment bezig om het minnelijk traject te
verbeteren en
professioneel te maken voor zowel schuldenaar als schuldeiser: het
Schuldregelingsbeslag. Het uitgangspunt daarbij is dat het minnelijk
traject
aantrekkelijker moet zijn voor alle partijen en de debiteur binnen 3
jaar van zijn
schulden af is en zijn normale leven weer kan oppakken.
Dit nieuwe zogenaamde Schuldregelingsbeslag beoogt een minnelijke
oplossing te
bieden die dezelfde zekerheden en waarborgen biedt als nu de Wsnp
zonder dat de
rechter erbij betrokken wordt. De rechterlijke macht wordt dus ontzien
en het
hulpverleningsproces verder geprofessionaliseerd.
De vernieuwing zit erin dat nu ook een deurwaarder bij de minnelijke
schuldhulpverlening
wordt betrokken. Bij deze vorm van beslag doet elke betrokken partij
waar zij
goed in is: de schuldhulpverlener gaat cliënten financiële
vaardigheden aanleren, de
kredietbank voert financieel of budgetbeheer uit en de deurwaarder
legt
schuldregelingsbeslag ten behoeve van alle crediteuren.
Gezien de specifieke kennis en juridische mogelijkheden van de
deurwaarder zal het
vertrouwen in het minnelijke traject bij financiers weer kunnen
toenemen. In de huidige
praktijk blijkt dat schuldhulpverleners niet tot een evenwichtig
schuldverdeling komen
zodat bepaalde partijen, als regel de financiers, steeds vaker de
voorkeur geven aan
het juridische traject waar wel het beginsel van gelijkberechtiging
wordt gehonoreerd.
Pleidooi
Voor het uitwerken, opzetten en operationeel maken van het
Schuldregelingsbeslag
pleiten NVB en VFN voor het aanwenden van een deel van de begroting
van het
Ministerie van SZW dat is vrijgemaakt voor schuldhulpverlening.
Nederlandse Vereniging van Banken