IP/06/77
Brussel, 25 januari 2006
Staatssteun: Commissie brengt Italië en België voor Hof van Justitie wegens
niet-terugvordering onrechtmatige steun
De Europese Commissie heeft besloten Italië en België voor het Hof van
Justitie te brengen wegens niet-nakoming van twee beschikkingen waarin
de terugvordering van onverenigbaar verklaarde staatssteun werd
geëist. Voor Italië gaat het om de beschikking van 20 oktober 2004 die
Italiaanse steun voor ondernemingen die investeren in gemeenten die in
2002 door de natuurrampen werden getroffen, onverenigbaar verklaarde
en de terugvordering ervan bij de begunstigden eiste (zie IP/04/1253).
Voor België gaat het om de beschikking van 24 april 2002 die steun van
de Waalse overheid aan Beaulieu onverenigbaar verklaarde en de
terugvordering ervan bij de begunstigde eiste (zie IP/02/608). In
beide zaken constateerde de Commissie dat er geen steun was
teruggevorderd. Daarom besloot zij de zaken voor het Hof van Justitie
te brengen, om haar beschikkingen ten uitvoer gelegd te zien.
In een reactie verklaarde mevrouw Neelie Kroes, Commissaris voor
Concurrentiezaken: "Ik wil erg streng gaan optreden tegen lidstaten
die staatssteunbeschikkingen van de Commissie niet ten uitvoer leggen.
Dat is onmisbaar voor de geloofwaardigheid van ons beleid op dit
gebied."
Deze strikte aanpak ligt in de lijn van het Actieplan Staatssteun dat
de Commissie in juni 2005 presenteerde (zie IP/05/680). Dit plan wil
onder meer doeltreffend en geloofwaardig toezicht op staatssteun
garanderen, door de beschikkingen van de Commissie correct te doen
uitvoeren.
Volgens de regels voor de terugvordering van onrechtmatige steun
moesten Italië en België alle maatregelen nemen die hun in het
nationale recht ter beschikking staan, om een onmiddellijke en
daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de beschikkingen af te dwingen -
en zo de mededinging te herstellen. Omdat er tot dusver geen enkele
steun is teruggevorderd, heeft de Commissie besloten de zaken voor het
Hof van Justitie te brengen.
Het beroep wegens niet-nakoming tegen Italië
Meer dan één jaar na de beschikking moest de Commissie constateren dat
Italië de steunregeling niet heeft afgeschaft of de steun heeft
teruggevorderd bij de ondernemingen die investeren in gemeenten die in
2002 door natuurrampen werden getroffen. Tot dusver heeft Italië
alleen voorlopige maatregelen overwogen, maar er is nog geen enkele
concrete maatregel genomen om de steun bij de begunstigden terug te
vorderen.
Op 20 oktober 2004 had de Commissie een negatieve beschikking gegeven
tegen de steunregeling die Italië in 2002 had goedgekeurd (de
wet-Tremonti bis). Deze wet wilde steun geven aan ondernemingen die
investeren in gemeenten die in 2002 getroffen werden door natuurrampen
zoals de uitbarstingen van de Etna in de provincie Catanië, of nog de
overstromingen in talrijke Italiaanse regio's.
Aan het eind van de formele onderzoekprocedure kwam de Commissie tot
de conclusie dat de regeling onverenigbaar was met het EG-Verdrag,
omdat het steunbedrag in bepaalde gevallen hoger kon uitkomen dan de
door de rampen veroorzaakte schade. Daarom kon artikel 87, lid 2,
onder b), van het EG-Verdrag - dat de Commissie toestaat steun voor
schade van natuurrampen goed te keuren - niet worden toegepast. De
Commissie had dan ook besloten dat de Italiaanse overheid deze
onrechtmatige steun moest terugvorderen. Deze beschikking sloot echter
niet uit dat bepaalde individuele steun in het kader van deze regeling
mogelijk toch voldeed aan de voorwaarden om hem verenigbaar te
verklaren.
Het beroep wegens niet-nakoming tegen België
In de Belgische zaak moest de Commissie vaststellen dat de
gerechtelijke procedures die België heeft ingespannen om de
beschikking af te dwingen, niet resulteerden in de terugbetaling van
de 2,8 miljoen EUR steun voor de Beaulieu-groep (Ter Lembeek
International), en dit ruim drieënhalf jaar na de beschikking van de
Commissie.
In dit verband herhaalt de Commissie dat het beroep dat de begunstigde
bij de EU-rechter heeft ingesteld tegen de beschikking van de
Commissie (zaak T-217/02) niet schorsend werkt voor de in die
beschikking van de Commissie opgelegde terugbetaling. De nationale
overheid en de nationale rechter moeten dan ook alles in het werk
stellen om de beschikking van de Commissie onmiddellijk en
daadwerkelijk ten uitvoer te leggen - en zo de mededinging te
herstellen.
In deze zaak heeft de nationale rechter de facto ieder nuttig effect
ontnomen aan de beschikking van de Commissie door de zaak op te
schorten in afwachting van de uitspraak van de EU-rechter, zonder de
begunstigde te verplichten de onrechtmatige steun onmiddellijk terug
te betalen.
Op 24 april 2002 gaf de Europese Commissie een negatieve beschikking
tegen de Belgische steun voor de Beaulieu-groep in de vorm van een
afstand van schuldvordering voor 2,8 miljoen EUR (zonder rente). De
Beaulieu-groep is een Belgische holding van ondernemingen uit de
tapijtsector en de synthetische-vezelindustrie.
European Union