Ministerie van Buitenlandse Zaken

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op schriftelijke vragen van het lid Karimi (Groen Links) over uitspraken aangaande de Europese Grondwet op het Seminar 'Sharing Power in Europe' in Berlijn. Deze vragen werden ingezonden op 20 januari 2006 met kenmerk 2050606840.

De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Atzo Nicolaï

Antwoord van de heer Nicolaï, staatssecretaris voor Europese Zaken op vragen van het lid Karimi (Groen Links) over uitspraken aangaande de Europese Grondwet op het Seminar 'Sharing Power in Europe' in Berlijn

Vraag 1
Is het waar dat de Duitse regering verwacht dat de huidige tekst van de Europese Grondwet, eventueel met kleine wijzigingen, opnieuw aan de Nederlandse kiezer kan worden voorgelegd

Antwoord
Die hoop leeft vooral bij een aantal lidstaten die het Grondwettelijk Verdrag hebben geratificeerd. De regering blijft niettemin bij haar standpunt dat het Grondwettelijk Verdrag niet ter ratificatie zal worden aangeboden.

Vraag 2
Is het waar dat de Duitse regering vindt dat 'Nederland aan zet is'? Zo ja, wat betekent dat voor de Nederlandse regering?

Antwoord
Nederland is één van de twaalf lidstaten waar het Grondwettelijk Verdrag is verworpen danwel de ratificatie is bevroren. Het standpunt van de regering blijft onveranderd (zie vraag 1).

Vraag 3
Wat zijn uw overwegingen om de bezinningsperiode met een jaar te verlengen?

Antwoord
De regering acht het van groot belang dat er een goed inhoudelijk debat plaatsvindt over de toekomst van Europa. De nadruk in deze discussie moet liggen op de uitdagingen waar de Unie voor staat en hoe antwoord kan worden gegeven op de vragen en zorgen van burgers. Zoals bekend, heeft de regering daartoe verschillende initiatieven in gang gezet om het debat met de burger te kunnen voeren. Teneinde dit debat te verdiepen en teneinde de resultaten ervan nader te kunnen bespreken in Europees verband, is meer tijd nodig dan een jaar.

Vraag 4
Betekent het verlengen van de bezinningsperiode dat de huidige regering feitelijk de afronding van het debat over de toekomst van de Europese grondwet wil overlaten aan een volgend kabinet?

Antwoord
Neen. De regering pleit niet voor uitstel, maar voor een verdieping van de bezinning, zowel in Nederland als in andere lidstaten waar het debat eerst nu goed op gang komt.

Vraag 5
Mag uit uw woorden: "Deze Nederlandse regering zal de Europese Grondwet niet nogmaals voorleggen aan de Nederlanders of aan het Nederlandse parlement" worden opgemaakt dat een volgende regering dit dus wel zal doen?

Antwoord
De regering kan geen uitspraak doen over hetgeen een volgende regering zal doen of laten.

Vraag 6
Verloopt de huidige 'bezinningsperiode' naar verwachting en is de Nederlandse regering tevreden over de zichtbaarheid van de bezinningsperiode in het publieke debat? Zo neen, heeft u plannen om daar verandering in te brengen?

Antwoord
In de brief aan uw Kamer d.d. 7 november 2005 inzake Nederland in de Europese bezinningsperiode en verder is aangegeven welke initiatieven de regering zal ontplooiien gedurende de Europese bezinningsperiode (Nr. 30303, nr. 18). Deze initiatieven worden op dit moment in gang gezet. Het Europafonds is opgehoogd; de eerste voorstellen van maatschappelijke organisaties om het Europadebat te verlevendigen zijn reeds ingediend. De aangekondigde focusgroepen zijn van start gegaan en het grootschalig internet-onderzoek zal eind februari online gaan. De lancering van de internetsite zal gepaard gaan met publiciteit. U ontvangt binnenkort de nieuwe kerndoelen voor de basisvorming van het voortgezet onderwijs, waarin Europa als onderdeel van de verplichte lesstof voor scholieren beter verankerd wordt. Naast deze in de brief van 7 november jl. aangekondigde initiatieven is Nederland actief in de Europese discussie over bijvoorbeeld de vraag op welk niveau - nationaal of Europees - besluiten genomen moeten worden. Zo werd de conferentie 'Sharing Power in Europe - striking the right balance between EU and Member State action' georganiseerd, die een vervolg zal krijgen met een door het Oostenrijks voorzitterschap in april te organiseren Europese conferentie over subsidiariteit.

De nadruk van de publiciteit rond de door de regering georganiseerde activiteiten in de bezinningsperiode zal derhalve naar verwachting liggen in de periode vanaf maart tot aan de Europese Raad in juni.

Vraag 7
Wilt u deze vragen beantwoorden uiterlijk op 25 januari aanstaande in verband met het algemeen overleg RAZEB op 26 januari aanstaande?

Antwoord
Ja.

-----------------------
Financieel Dagblad, 17 januari 2006
Zie noot 1
In het hierboven genoemde artikel in het Fincieel Dagblad spreekt u uw steun uit van verlenging van de bezinningsperiode met 1 jaar Europa als beredeneerde keus, Ook zonder Grondwet kan de EU worden verbeterd; Maandag 16 januari 2006; Seminar 'Sharing Power in Europe. Für eine sinnvolle Machtverteilung zwischen der EU und den Mitgliedstaaten' Ambassade van het Verenigd Koninkrijk in de Bondsrepubliek Duitsland, Berlijn.


---- --