Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid



Actualiteit

Conjunctuurmeting december 2005


---

Orderportefeuille bouwnijverheid licht afgenomen

De omvang van de orderportefeuille in de grond-, water- en wegenbouw is in december 2005 met 0,2 maand afgenomen tot 5,4 maanden (zie figuur 2). Zowel de wegenbouw als de grond- en waterbouw waren verantwoordelijk voor deze afname.
Uit figuur 1 blijkt, dat de omvang van de orderportefeuille in de burgerlijke en utiliteitsbouw eind december 2005 gelijk is gebleven aan dat van een maand eerder; 7,8 maanden. In de woningbouw groeide de orderportefeuille met 0,3 maand, terwijl die in de utiliteitsbouw juist met 0,3 maand kromp.
Uit de figuren blijkt, dat de omvang van de orderportefeuille eind 2005 aanzienlijk hoger is dan eind 2004. Dit geldt vooral in de gww, waar de orderportefeuille gedurende 2005 toenam van 4,7 tot 5,4 maanden. In de b&u was de stijging (van 7,5 tot 7,8) bescheidener.

Een meerderheid van de bedrijven in de utiliteitsbouw beoordeelt het onderhanden werk per saldo als klein. Toch verwachten zowel in de utiliteitsbouw als in de woningbouw per saldo meer bedrijven, dat hun personeelsbestand zal groeien, dan dat deze zal dalen. In de gww is het omgekeerde het geval; hier beoordelen per saldo juist meer bedrijven de werkvoorraad als groot, dan als klein. Desondanks verwachten in de grond- en waterbouw per saldo meer bedrijven een daling (28%) van het personeelsbestand, dan een stijging (14%). In de wegenbouw is men per saldo wel positief over de te verwachten personele ontwikkelingen; hier verwacht 7% een uitbreiding van het personeelsbestand tegenover 5% dat een vermindering van het aantal personeelsleden verwacht.
Van de bouwbedrijven geeft 16% aan, dat zij in december 2005 stagnatie van het onderhanden werk hebben ondervonden. In de b&u wordt als belangrijkste stagnatieoorzaak het uitblijven van orders genoemd. De kerstvakantie heeft in de gww echter voor de meeste stagnatie van het onderhanden werk gezorgd.
Eind december 2005 verwacht slechts 1% van de b&u-bedrijven dat de afzetprijzen de komende maanden zullen dalen. In de gww is er zelfs geen enkel bedrijf dat de komende maanden een prijsdaling verwacht. Iets minder dan de helft (46%) van de bouwbedrijven verwacht een stijging van de afzetprijzen. Ruim de helft (53%) denkt dat de afzetprijzen stabiel zullen blijven. Wanneer de hier beschreven uitkomsten worden vergeleken met die van eind 2004 valt op dat de bouwbedrijven nu optimistischer zijn en op sommige punten veel optimistischer (bijvoorbeeld over de prijsontwikkeling of stagnatie als gevolg van onvoldoende orders).

Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van december 2005 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking. Tabel 1
bouwnij- b&u gww
verheid
Bedrijvigheid + *) 7 7 5