Op weg naar een goede WMO...
Op 23 januari start het beslissende debat over de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning (WMO). Diezelfde week wordt de uitkomst van het debat
verwacht. Waarmee duidelijk zal zijn of het recht op zorg en voorzieningen
als woningaanpassingen of rolstoelen nog is gegarandeerd.
Onder het motto Red ons recht voeren de CG-Raad en bondgenoten op 23 januari
actie in Den Haag.
Meer dan 160 mensen met een beperking uit het hele land reizen in colonnes
naar Den Haag. Ze worden vervoerd door KNV taxi. Deze colonnes halen de
volgende Tweede Kamerleden op van huis: Verbeet (PvdA), Miltenburg (VVD),
Mosterd (CDA), Azough (GroenLinks), Kant (SP) en Bakker (D66) Deze
actievoerders gaan al vroeg op pad.
Er vindt op het Plein voor de Tweede Kamer een manifestatie plaats van 10.30
tot ongeveer 11.15 uur. Alle manifesterende partijen, waaronder de CG-Raad
doen mee aan de manifestatie.
Welke zaken staan op het spel?
De CG-Raad en zijn bondgenoten zetten hoog in. Het gaat immers om een Tweede
Kamerbesluit over het recht op normale zaken, waardoor mensen een normaal
leven kunnen leiden. Bijvoorbeeld: een rolstoel, een taxivergoeding,
aanpassingen in je woning, thuiszorg die ervoor zorgt dat je huis schoon
blijft als je zelf niet (meer) in staat bent om te poetsen
De CG-Raad en zijn bondgenoten hebben alle eisen waar een goede WMO aan moet
voldoen op een rijtje gezet in het manifest 'WMO? Echt alleen maar zo!!'
Waar gaat het nu om in het Kamerdebat?
De CG-Raad en bondgenoten denken dat besluiten over een aantal principiële
grondeisen haalbaar zijn: Het omzetten van de gemeentelijke zorgplicht in
het compensatiebeginsel. Wat houdt dit in? Wanneer gemeenten
verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de WMO en dus voor de
toekenning van noodzakelijke zorg en voorzieningen, dan is het van belang
dat zij kunnen werken vanuit het compensatiebeginsel. Het gaat hierbij om
het compenseren (zoveel mogelijk opheffen) van een beperking. Anders
gesteld: gemeenten zorgen ervoor dat mensen met een beperking een normaal
leven kunnen leiden, kunnen meedoen in de maatschappij en gelijkwaardig zijn
aan ieder ander. Daarbij hebben mensen met een beperking het recht te kiezen
uit een persoonsgebonden budget waarmee ze zelf zorg kunnen inkopen of zorg
in natura.
Burgers met een beperking kunnen ervan op aan dat zij de zorg en
voorzieningen krijgen die zij nodig hebben. Hiervoor is het nodig dat het
Rijk gemeenten geld geeft voor de uitvoering van het compensatiebeginsel.
Deze gelden van het Rijk worden een doeluitkering genoemd.
In de WMO moet het participatiebeginsel uitgangspunt zijn. Dit houdt in dat
lokale belangenorganisaties van mensen met een beperking een belangrijke rol
spelen in de controle op en de uitvoering van de WMO in hun woonplaats.
Hiermee is het recht op nodige zorg en voorzieningen gegarandeerd.
(Geplaatst: 20 januari 2006)
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland