Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
21 december 2005, AV/PB/05/105974
kenmerk: 05-SZW-B-181
Onderwerp Datum
Aanmeldingstermijn regeling premievrije 23 januari 2006
voortzetting pensioenopbouw bij
arbeidsongeschiktheid
Namens de vaste commissie voor SZW heeft u mijn aandacht gevraagd voor de situatie zoals
beschreven in enkele artikelen in dagblad De Stentor eind 2005 met betrekking tot het ontbreken
van premievrije voortzetting van de pensioenopbouw doordat was verzuimd de pensioenuitvoerder
in kennis te stellen van arbeidsongeschiktheid van een deelnemer/verzekerde. De commissie heeft
voorts kennis genomen van een twintigtal vergelijkbare zaken. De commissie wenst in beeld te
krijgen of en hoeveel vergelijkbare situaties zich nog zullen voordoen en te bezien of dit bij de
verschillende pensioenfondsen bekend is en hoe zij zich (gaan) opstellen. Tevens vraagt de
commissie hoe ik tegen deze problematiek aankijk en of ik hierin een rol voor de overheid zie.
Refererend aan de antwoorden die de toenmalige staatssecretaris heeft gegeven op de vragen van
de leden Van Dijke en Middelkoop (TK 1998/99, Aanhangsel Handelingen, nr. 1098) merk ik op
dat pensioenfondsen destijds hebben aangegeven het niet (tijdig) melden van arbeidsongeschiktheid
aan het pensioenfonds trachten te voorkomen door verbetering van administratie en voorlichting.
De Vereniging van bedrijfstakpensioenfondsen heeft voorts de leden destijds opgeroepen om ook
te laat ingediende verzoeken tot premievrije voortzetting alsnog te honoreren. Deze oproep is nog
steeds van kracht en geldt daarmee voor een groot deel van de werknemers. In het antwoord op
de Kamervragen is aangegeven dat voor 97,4% van de actieve deelnemers aan pensioenregelingen
ondergebracht bij pensioenfondsen een regeling geldt waarin premievrije voortzetting bij
arbeidsongeschiktheid is opgenomen. Het is aannemelijk dat gezien de gedane oproep hier geen
grote problemen te verwachten zijn. Kijkend naar de laatste twee jaarverslagen van de
Ombudsman Pensioenen (2001-2002 en 2003-2004) blijkt ook daaruit dat de premievrije
voortzetting bij arbeidsongeschiktheid niet een in het oog springend probleem vormt.
2
Ik beschik op dit moment niet over gegevens over het aantal pensioenregelingen ondergebracht bij
verzekeraars waarin premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid is opgenomen. Hier geldt
uiteraard ook dat er alleen sprake kan zijn van een mogelijk probleem bij niet aanmelden als
partijen een regeling voor premievrije voortzetting van de pensioenopbouw bij
arbeidsongeschiktheid zijn overeengekomen.
Sociale partners bepalen in het arbeidsvoorwaardenoverleg of zij premievrije voortzetting van de
pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid wensen en zo ja onder welke voorwaarden deze
vervolgens wordt toegekend. Het is dan uiteraard van groot belang om deze voorwaarden
vervolgens goed richting belanghebbenden te communiceren.
Van de kant van de overheid zal in het kader van het inmiddels bij uw Kamer ingediende
wetsvoorstel Pensioenwet (Kamerstukken II 2005/06, 30 413) hiertoe een aanzet worden
gegeven door aanscherping van de voorlichtingsverplichtingen, waarbij de deelnemer/verzekerde
moet worden gewezen op de consequenties van arbeidsongeschiktheid voor de pensioenopbouw.
Verder zal ook het jaarlijkse pensioenoverzicht inzicht geven in het verloop van de
pensioenopbouw waardoor de belanghebbende tijdig actie kan ondernemen indien hieruit blijkt dat
de pensioenopbouw niet doorloopt. Ook van de belanghebbende mag uiteraard worden verwacht
dat deze zelf actie onderneemt om na te gaan of zijn rechten gewaarborgd worden.
Al met al ben ik van mening dat met de inspanningen van de pensioenuitvoerders en de
voorlichtingsvoorschriften in het kader van het wetsvoorstel Pensioenwet er een goede oplossing
zal zijn ter voorkoming van verzuimde aanmelding voor een regeling voor premievrije voortzetting
van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid