Ecabo
-Advies Onderwijsraad vindt geen weerklank op werkvloer-
Bedrijven hechten geen waarde aan buitenlandse stage
Een buitenlandse stage op het curriculum vitae is niet relevant bij het werven en
selecteren van personeel op mbo-niveau. Ook hebben de meeste bedrijven geen behoefte aan
stagiairs van buiten de landsgrenzen. Dit alles staat haaks op de aanbevelingen die de
Nederlandse Onderwijsraad in september 2005 publiceerde. Ook het Ministerie van Onderwijs
promoot buitenlandse ervaring tijdens de opleiding. Toch vindt het bedrijfsleven een
buitenlandse oriëntatie niet relevant.
Dit zijn uitkomsten uit een onderzoek onder 620 bedrijven in opdracht van 'Praktijk', het
vakblad voor praktijkleren dat wordt uitgegeven door ECABO, het kenniscentrum
beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de economisch-administratieve, ICT- en
veiligheidsberoepen. Slechts eenderde van de praktijkopleiders vindt een buitenlandse
stage 'mooi meegenomen', maar niet bepalend bij de werving. De helft vindt het
Nederlandse mbo-onderwijs sterk nationaal georiënteerd, een op de zes personen
herkent een enigszins internationale oriëntatie. Van de leerbedrijven heeft 80% geen
ervaring met buitenlandse stagiairs. Dit praktijkgeluid staat ver af van de adviezen van
de Onderwijsraad die internationale stages wil bevorderen met het oog op de
voortschrijdende internationalisering en veel waarde toekent aan internationaal
competente mbo-ers.
De stageverlenende organisaties zijn overwegend binnenlands georiënteerd. Daarnaast
vinden zij ervaring in het buitenland niet relevant voor het operationele functietype
waarvoor zij mbo-ers aannemen. Toch is eenderde enigszins voorstander van het in de
toekomst verplicht stellen van de buitenlandse stage in hun beroepsgroep.
Talenkennis
Los van de eigen ervaringen vinden de leerbedrijven het leren van een vreemde taal en de
persoonlijke ontwikkeling, de belangrijkste voordelen voor het lopen van een stage in het
buitenland. Ook vindt 40% dat binnen de mbo-opleidingen meer aandacht dient te worden
besteed aan talenkennis, evenals meer kennis van buitenlandse markten en wet- en
regelgeving. En passant wordt massaal gepleit voor betere kennis van de Nederlandse taal.
Het verwerven van beroepskennis in het buitenland wordt het minst als voordeel genoemd. De
praktijkbegeleiders die voorstander zijn van de buitenlandse stage prijzen vooral de
ondernemende en zelfstandige persoonlijkheid van de stagiair.
Geen behoefte aan buitenlandse stagiairs
De meerderheid van de leerbedrijven heeft geen ervaring met buitenlandse stagiairs, en
heeft daar ook geen behoefte aan. Een groot deel geeft aan dat deze stagiairs niet
relevant zijn voor hun specifieke organisatie of beroepsgroep.
De 16% die wél ervaring heeft met buitenlandse stagiairs doet dit om de stagiair
ervaring op te laten doen en kennis te laten maken met een andere cultuur en manier van
werken. Ook levert het een nuttige bijdrage aan de organisatie zelf en is het goed voor
de bedrijfscultuur. De helft van de buitenlandse stagiairs meldt zich zelf, een kwart van
de stages komt tot stand via bemiddeling van een Nederlandse onderwijsinstelling.
Meer over het onderzoek vindt u op www.ecabo.nl onder 'Arbeidsmarkt'.
Einde bericht
---
Noot voor de redactie