Uitkomsten overleg met LHV en ZN naar aanleiding van declaratieproblemen
Kamerstuk, 13-1-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ/EZ-2651930
13 januari 2005
Naar aanleiding van de problemen die huisartsen sinds de invoering van
het nieuwe bekostigingssysteem voor huisartsenzorg ervaren bij
verwerking van elektronische declaraties, heb ik op dinsdag 10 januari
overlegd met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en
Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Op uw verzoek bericht ik u over de
uitkomsten van dit overleg.
Het overleg had tot doel om te komen tot een gezamenlijke aanpak van
de huidige problemen met het gebruik van het computersysteem VECOZO.
Dit systeem, door middel waarvan huisartsen elektronisch kunnen
declareren en de verzekerdengegevens van patiënten kunnen raadplegen,
raakte vorige week overbelast. Meer dan de helft van de declaraties
van huisartsen zou niet worden gehonoreerd als gevolg van technische
problemen en doordat enkele zorgverzekeraars nog niet bij VECOZO
aangesloten zijn.
Naast een groei van het aantal declaraties, is er ook sprake van een
explosieve stijging van het aantal raadplegingen dat huisartsen doen
op verzekerdengegevens (zogenoemde Controle op Verzekeringsrecht;
COV). Het aantal raadplegingen is de afgelopen weken gestegen van 11
miljoen naar maar liefst 32 miljoen per dag.
Overigens lijkt een deel van de stijging in het aantal raadplegingen
mede veroorzaakt te worden door onjuist gebruik van het systeem door
huisartsen. Zo meldde VECOZO bijvoorbeeld dat enkele huisartsen
300.000 raadplegingen per dag op hun patiëntenbestand hebben verricht.
Afspraken
In het overleg hebben partijen geconstateerd dat de benodigde
capaciteit van VECOZO door zorgverzekeraars is onderschat en dat het
gebruik van VECOZO is omvangrijker dan verwacht.
Partijen hebben daarom afgesproken de voorliggende problemen in
onderling overleg over het voetlicht te brengen en daar waar mogelijk,
gezamenlijk op te lossen.
Met de capaciteitsuitbreiding van VECOZO is de COV-controle
aanmerkelijk verbeterd en de verwachting van verzekeraars is dat de
problemen met de COV-controle eind van deze maand verholpen zijn.
Op dit moment is COV-controle voor patiënten van zorgverzekeraars
Achmea en Delta-Lloyd-OHRA mogelijk via Life-Line. ZN heeft toegezegd
dat ook deze verzekeraars eind deze maand zijn aangesloten bij VECOZO.
Het blijft mogelijk om te declareren. Declaratie van het
inschrijftarief vindt daarbij zoveel mogelijk plaats na COV-controle.
De LHV heeft de eis uitgesproken dat uitbetaling van declaraties
uiterlijk 31 januari plaatsvindt. Hoewel ZN heeft aangegeven dit niet
te kunnen garanderen, zal zij zich tot het uiterste inspannen om de
betaling van elektronische declaraties door haar leden rond 31 januari
te laten plaatsvinden, uitgaand van een tijdige declaratie door
huisartsen.
Voor zover er regionale afspraken met betrekking tot bevoorschotting
waren gemaakt, blijven deze onverminderd van toepassing.
Voorts spannen partijen zich de komende periode in om de groep
patiënten die niet gevonden worden via COV-controle, zo klein mogelijk
te doen zijn. Voor de resterende groep onvindbare, verzekerde
patiënten geven VWS en ZN binnen een week een oplossingsrichting aan.
Uitgangspunt is dat huisartsen geen financieel nadeel ondervinden van
deze restgroep verzekerden.
Indien voor declaratie van het inschrijftarief al een COV-controle is
gedaan, hoeft voor het declareren van verrichtingen over januari van
die patiënten niet opnieuw een COV-controle te worden gedaan. Indien
noodzakelijk, verrekenen verzekeraars dit onderling.
Overigens blijft de afspraak gelden dat het inschrijftarief van
patiënten, die na 1 januari met terugwerkende kracht wijzigen van
verzekeraar, door verzekeraars onderling wordt verrekend.
Spoedige betaling
Zoals gezegd spannen zorgverzekeraars zich in om ingediende
declaraties zo spoedig mogelijk te betalen. Daarnaast zijn er in
verschillende regio's bevoorschottingsafspraken gemaakt. Deze blijven
onverkort van toepassing. Het gaat hier bijvoorbeeld om het akkoord
dat zorgverzekeraars VGZ, OZ en CZ in oktober jl. hebben gesloten met
de regionale huisartsenkringen in Zuid-Nederland. Dit akkoord regelt
bevoorschotting van declaraties.
Hoewel het declaratieverkeer voor onrust heeft gezorgd bij huisartsen,
ben ik van mening dat deze onrust met de bovenstaande inspanningen op
zorgvuldige wijze en binnen een korte termijn wordt opgelost, zonder
dat huisartsen daarvan financieel nadeel ondervinden.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport