Vrije Universiteit Amsterdam

12.01.2006
H.P. van der Ploeg
aula
VU medisch centrum
15:45
Promoting physical activity in the rehabilitation setting


Promotor: prof.dr. W. van Mechelen

Advies op maat bevordert bewegen met een beperking beter

Bewegingsstimuleringsprogramma's bewerken een langdurige verbetering in bewegingsgedrag bij mensen met een lichamelijke beperking, zo blijkt uit het proefschrift van Hidde van der Ploeg. De succesvolle programma's bestaan uit meerdere, op de persoon toegespitste counseling-sessies tijdens en na de revalidatie, en zijn bovendien gericht op het beïnvloeden van persoonlijke en omgevingsfactoren. Het proefschrift van Van der Ploeg werpt daarnaast licht op de werkingsmechanismen van interventies die het doel hebben revalidanten tot gezonder beweeggedrag te brengen. Ook de onderliggende theorie en het meten van bewegingsgedrag zijn inzichtelijker geworden. Een lichamelijk actieve leefstijl heeft een positief effect op het dagelijks functioneren van mensen met een lichamelijke beperking en verkleint hun kans op secundaire gezondheidsproblemen. Mensen met een lichamelijke beperking bewegen echter minder dan mensen zonder een lichamelijke beperking. Van der Ploeg deed daarom een groot interventieonderzoek om uit te vinden wat een effectieve methode is om revalidanten tot gezond beweeggedrag te overreden. Onder beweeggedrag vallen zowel dagelijkse lichamelijke activiteiten, als sportdeelname. Deelnemers aan het onderzoek waren volwassen poliklinische en klinische revalidanten met verschillende diagnoses, uit tien Nederlandse revalidatiecentra. In vier interventie-revalidatiecentra werden deelnemers willekeurig verdeeld over twee sportstimuleringsprogramma's: Revalidatie & Sport (R&S 315 deelnemers), of R&S aangevuld met het programma Actief na Revalidatie (AnR 284). AnR beoogt het stimuleren van dagelijkse lichamelijke activiteit. Ruim zeshonderd revalidanten in zes controle-revalidatiecentra ontvingen uitsluitend de gebruikelijke revalidatiebehandeling. De R&S-interventie alléén liet geen verbeteringen in zelfgerapporteerd bewegingsgedrag zien. De combinatie van de R&S en AnR-interventies verbeterde het bewegingsgedrag niet alleen na negen weken, maar ook een jaar na het einde van revalidatie nog steeds.

Voor meer informatie over activiteiten aan de VU:

dienst Communicatie, afdeling wetenschapsvoorlichting

T 020 59 85666
E Persvoorlichting_VU@dienst.vu.nl

Voor meer informatie over VUmc:

T 020 44 43444
E communicatie@vumc.nl