College van Beroep voor het bedrijfsleven


Beslag op WAO-uitkering. Taakverdeling tussen bestuursrechter en burgerlijke rechter

Onder het Uwv is executoriaal derdenbeslag gelegd op â onder meer â de WAO-uitkering van betrokkene. Bij besluit van 16 oktober 2003 heeft het Uwv aan betrokkene laten weten dat op haar uitkering beslag is gelegd. Het Uwv heeft hierbij opgemerkt dat het verplicht is om gevolg te geven aan de beslaglegging en dat met ingang van november 2003 een totaalbedrag van ⬠35.670,38 moet worden ingehouden op betrokkenes uitkering. Daaraan wordt toegevoegd dat door het Uwv het gehele bedrag, dus zonder toepassing van een beslagvrije voet, aan uitkering moet worden ingehouden en afgedragen aan de beslaglegger. De bestuursrechter dient bij de beoordeling van een betalingsbeslissing ter uitvoering van een gelegd beslag (de geldigheid) daarvan als een gegeven te beschouwen en zijn toetsing kan niet verder strekken dan de beantwoording van de vraag of het bestuursorgaan bij het nemen van de betalingsbeslissing gebleven is binnen het kader van het beslag. In het onderhavige geval is toepassing gegeven aan artikel 475e Rv, welke bepaling inhoudt dat geen beslagvrije voet geldt voor vorderingen van een schuldenaar die niet in Nederland woont of verblijft. Wat betreft de inrichting van het procesrecht is het nationale (proces)recht van toepassing, voor zover het gemeenschapsrecht niet anders bepaalt. Wel vereist het gemeenschapsrecht in een situatie als onderhavige dat de procedureregels de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid eerbiedigen. Een inhoudelijk oordeel over een derdenbeslag als in casu komt ingevolge het Rv toe aan de burgerlijke rechter. Dit geldt voor alle betrokkenen ongeacht waar zij hun woon- of verblijfplaats hebben. In zoverre is er geen strijd met een gelijkwaardigheidsbeginsel. De regeling in het Rv, met de rechtsgang naar de burgerlijke rechter, maakt de uitoefening van de door het gemeenschapsrecht verleende rechten in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk.

LJ Nummer

AU8237

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 12 januari 2006 Naar boven