Provincie Overijssel

Provincie verdeelt rijksmiljoenen voor verkeer

In totaal verdeelt de provincie Overijssel in 2006 ongeveer ⬠23,7 miljoen voor diverse projecten op het gebied van verkeer in vervoer op basis van de zogenaamde Wet BDU (Brede doeluitkering verkeer en vervoer). Dit geld wordt de provincie via het ministerie verstrekt, maar Overijssel beslist zelf over de verdeling ervan over de verschillende projecten. Dit geld mag worden ingezet voor het regionaal verkeer- en vervoersbeleid, zoals bereikbaarheid, verkeersveiligheid en het openbaar vervoer in West-Overijssel. De Regio Twente ontvangt een zelfstandige uitkering hiervoor van het rijk.

De provincie heeft een bestedingplan opgezet voor de verdeling van het geld waarin op hoofdlijnen de voorgenomen uitgaven en reserveringen staan opgenomen. Het kader hiervoor wordt gevormd door het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan dat in april door PS is vastgesteld is. Het grootste deel van het geld is nodig voor de exploitatie van het openbaar vervoer, de regiotaxi en treintaxi.

Verder is er een bedrag van ⬠3,25 miljoen gereserveerd voor verkeersprojecten die direct met de infrastructuur van de elf betrokken Overijsselse gemeenten te maken hebben. Van dit bedrag is alvast ⬠650.000,-- gereserveerd voor het inrichten van 60-kilometerwegen buiten de bebouwde kom. Ook wordt er geld beschikbaar gesteld voor gemeentelijke en provinciale projecten voor niet-infrastructurele verkeerveiligheid (â¬300.000,-- resp. ⬠200.000,--). Daarnaast wordt op dat gebied een bedrag van ⬠140.000,-- bijgedragen aan de werkzaamheden van het ROVO (Regionaal Orgaan voor de Verkeersveiligheid in Overijssel). Voor infrastructurele projecten die onder de provinciale verantwoordelijkheid vallen, is ruim negen ton beschikbaar uit deze BDU-middelen.

Verder reserveert Overijssel een bedrag van ⬠1,7 miljoen uit deze middelen voor de aanpak van grootschalige bovenregionale infrastructuur. Gezamenlijk met de gemeenten en het rijk wordt gewerkt aan het opstellen van netwerkanalyses waarbij maatregelen ter oplossing van knelpunten op wegen en in het openbaar vervoer op elkaar worden afgestemd, ongeacht de vraag wie daarvoor verantwoordelijk is.

Het bestuurlijk vervoerberaad West-Overijssel (het bestuurlijk vervoerberaad is een periodiek overleg van provincie en betrokken gemeenten en het rijk) heeft het bestedingsplan eind november besproken en daarmee ingestemd.