Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 20 december 2005
door mr. A. Herstel, voorzitter, drs. G.H.J.M. Bueters, mw. A.C. Diamand, drs. G.T.M. Driehuis, en mw. I. Wassenaar, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. P. Blok, plaatsvervangend secretaris.

H.D. Melchers / H. Pen, R. Rombouts en E. van Gruijthuijsen (Het Parool)
Uitspraak: gegrond
Klager maakt bezwaar tegen het artikel "Waarom is cocaïne als losgeld geëist? Mogelijke scenarios achter de ontvoering van Claudia Melchers", waarin drie scenarios zijn geschetst die mogelijk tot de ontvoering van klagers dochter en de losgeldeis hebben geleid. De Raad overweegt dat de vorm en presentatie van het artikel de indruk wekken dat sprake is van een feitelijk verslag van de achtergronden van de losgeldeis. Van een feitelijk verslag zou sprake zijn geweest indien verweerders hadden vermeld welke geruchten ter zake op dat moment daadwerkelijk de ronde deden en zij zich daarbij hadden gebaseerd op deugdelijke bronnen. Dat hebben zij echter niet gedaan. Zonder zich op bronnen te baseren hebben verweerders over de losgeldeis gespeculeerd en daarbij drie scenarios geschetst die alle erop neerkomen dat klager dan wel zijn familie betrokken is bij drugshandel. Verweerders hebben aldus niet feitelijk bericht óver geruchten, maar zelf geruchten gecreëerd. De speculaties zijn zodanig gepresenteerd dat de lezer zich moeilijk aan de indruk kan onttrekken dat daarin wel een kern van waarheid moet zitten, aldus de Raad. Verweerders hebben aangevoerd dat zij hebben ingespeeld op het enige en zeer opmerkelijke nieuwsfeit dat uit de persconferentie van de politie naar voren kwam: de vreemde losgeldeis. Dat gegeven biedt echter onvoldoende grond om de speculaties als verwoord in het artikel op te nemen. Het betoog van verweerders dat niet meer informatie door de politie dan wel de familie werd verstrekt, biedt onvoldoende grond voor de conclusie dat het de journalist vrij staat om het ontbreken van informatie met eigen suggesties, gedachten dan wel speculaties in te vullen op de wijze zoals hier is gedaan. De omstandigheid dat in het artikel regelmatig is aangeduid dat sprake is van speculaties, maakt dat niet anders. Integendeel, het is voor een betrokkene bijna ondoenlijk zich adequaat te verdedigen tegen ernstige verdachtmakingen die als speculaties worden aangeduid, zodat het toepassen van wederhoor bij een dergelijke vorm van berichtgeving onvoldoende uitkomst biedt.
Volgens de Raad is geen sprake van een publicatie die vergelijkbaar is met een column of een hoofdredactioneel commentaar. Het artikel is vormgegeven als feitelijke berichtgeving waarin voor speculaties als de onderhavige geen plaats is.
Naar het oordeel van de Raad hebben verweerders met de publicatie grenzen overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
- Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/70

H.D. Melchers / De Telegraaf
Uitspraak: deels gegrond
De klacht is allereerst gericht tegen het artikel "Drugshandel mogelijk achtergrond ontvoering", dat is gepubliceerd op www.telegraaf.nl. De door partijen overgelegde versies van dit artikel verschillen in die zin van elkaar, dat in de door klager overgelegde versie de volgende passage ontbreekt: "Dat stellen bronnen binnen de politie die zich met de bestrijding van grootschalige drugshandel bezighouden. Ze zijn overigens niet direct betrokken bij het onderzoek naar de ontvoering van Melchers". Zonder de in deze versie ontbrekende zinnen kan niet worden opgemaakt waar verweerder de in het artikel gesuggereerde betrokkenheid van klager en zijn familie bij drugshandel op heeft gebaseerd. Gelet op de ernst van deze suggestie acht de Raad het ontbreken van deze bronvermelding onzorgvuldig. Op dit punt is de klacht gegrond.
Verder maakt klager bezwaar tegen het artikel "Ruim 70 tips over ontvoeringszaak Melchers", dat de volgende passage bevat: "Bronnen binnen de politie, die niet met dit onderzoek zijn belast, vermoeden dat de omgeving of de familie van Claudia Melchers betrokken is bij drugshandel. Met deze wijze van bronvermelding heeft verweerder zijn anonieme bronnen voldoende specifiek gemaakt. Gelet op de aard van de kwestie is het begrijpelijk dat verweerder bepaalde informatie in deze zaak alleen onder plicht van geheimhouding kon verkrijgen. Bij publicaties van ernstige beschuldigingen moeten hoge eisen worden gesteld aan de controle van de juistheid van de feitelijke c.q. als feitelijk gepresenteerde elementen daarin. In dit geval is de vermeende betrokkenheid van klager en/of zijn familie echter niet als feit gepresenteerd. Duidelijk is weergegeven dat sprake is van een vermoeden, waarbij verweerder dat vermoeden uitdrukkelijk voor rekening van zijn bronnen heeft gelaten. De grenzen van zorgvuldige journalistiek zijn daarmee niet overschreden.
De klacht is voorts gericht tegen het artikel "Familie Melchers geschokt door berichten". Volgens de Raad is daarin de mogelijke betrokkenheid van klager en/of zijn familie bij drugshandel zodanig geformuleerd, dat die betrokkenheid nauwelijks meer als een vermoeden of een theorie kan worden opgevat, maar eerder moet worden beschouwd als een (zo goed als) vaststaand feit. De vermelding dat de suggestie afkomstig is van anoniem gelaten deskundigen geeft daaraan een zodanig extra gewicht, dat verweerder in dit geval zijn bronnen nader had dienen te specificeren, teneinde de lezer in staat te stellen zich een oordeel te kunnen vormen over de betrouwbaarheid van die bronnen. Dat de bewuste passage volgt op de reactie van klager en zijn familie op de speculaties over hun betrokkenheid bij drugshandel, maakt dat niet anders. Integendeel, door de positie van de passage en de vrij stellige inhoud daarvan wordt de reactie van klager en zijn familie juist afgezwakt. Ook dit onderdeel van de klacht is gegrond. Ten slotte is de klacht tegen het artikel "Doorbraak in Melchers-zaak" ongegrond. Deze publicatie biedt slechts een weergave van de voortgang van het onderzoek. De daarin opgenomen feiten zijn door klager niet betwist. De aanduiding chemiebaron is niet zodanig grievend dat deze niet door verweerder gehanteerd had mogen worden. Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
- Feitenweergave: tendentieuze, grievende berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/71

H. Bakker sr. / M. Monden, M. Wiegman en Het Parool Uitspraak: deels gegrond
De klacht betreft het artikel Sjoemelende partij moet dokken. In het artikel wordt gesuggereerd dat klager dan wel zijn partij zich schuldig heeft gemaakt aan financiële malversaties. Dit is dermate grievend en tendentieus, en klager wordt daardoor zodanig in zijn integriteit aangetast, dat die suggestie niet zonder voldoende grondslag mag worden gepubliceerd. Naar het oordeel van de Raad biedt de passage in het rapport waarnaar verweerders hebben verwezen, onvoldoende grond om te stellen dat sprake is van gesjoemel. Klager heeft bovendien genoegzaam aannemelijk gemaakt dat van gesjoemel door hem dan wel zijn partij geen sprake is. Door de indruk te wekken dat klager dan wel zijn partij zou hebben gesjoemeld hebben verweerders dan ook journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
Verder is in het artikel een verband gelegd tussen klager en een zedendelict. Het door verweerders overgelegde proces-verbaal betreft echter geen aangifte van een zedendelict. Ook overigens is niet gebleken dat die verwijzing door de feiten wordt ondersteund. Ook op dit punt is de klacht gegrond.
Voor zover de klacht is gericht tegen het onvoldoende toepassen van wederhoor, is deze echter ongegrond. Verweerders hebben voorafgaand aan de publicatie Henk Bakker jr. om een reactie gevraagd. Gelet op het feit dat deze de zoon van klager is èn fractiegenoot, hebben verweerders in dit geval kunnen volstaan met het contact met Henk Bakker jr. Diens reactie is bovendien in het artikel verwerkt. Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
- Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze, grievende berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/72

---