European Union



IP/05/1662

Brussel, 21 december 2005

Commissie staat milde regulering toe door Nederlandse toezichthouder van kabeltelevisie en radio gedurende één jaar

De Europese Commissie heeft vandaag het voornemen goedgekeurd van de Nederlandse telecommunicatietoezichthouder OPTA^ om gedurende één jaar prijsverhogingen te voorkomen van de drie grootste kabelexploitanten die vrij toegankelijke radio- en TV-pakketten doorgeven aan eindgebruikers in Nederland. Volgend op de ernstige twijfels brief van de Commissie van 3 november 2005, inzake het eerdere voornemen van OPTA om deze markten voor een periode van drie jaar te reguleren, heeft OPTA haar voorstellen aangepast door regulering te verminderen om zodoende de Commissie in staat te stellen deze goed te keuren. Omdat dit de eerste keer is dat een lidstaat regulering van de retail omroepmarkt nastreeft, verzoekt de Commissie de Nederlandse toezichthouder om marktontwikkelingen nauwlettend te monitoren.

Commissaris Viviane Reding merkte op: "Ik ben verheugd met de toezegging van OPTA om niet met zware regulering in te grijpen in deze dynamische markt. Ik vertrouw erop dat het aangepaste voorstel van de Nederlandse toezichthouder, gezamenlijk met de verbintenis van de kabelexploitanten om hun eindgebruikerstarieven voor één jaar te bevriezen, de belangen van de Nederlandse consumenten zal beschermen, ervoor zal zorgen dat infrastructuurconcurrentie zich zal ontwikkelen en rechtszekerheid zal bieden aan marktpartijen."

De retail omroepmarkt is tot nu toe in nog geen enkele EU lidstaat gereguleerd. De Commissie was van oordeel dat de bewegingen in de markt op het gebied van Nederlandse retail omroeptranmissie geen rechtvaardiging opleverde voor regulerend ingrijpen voor drie jaar, vanwege zorgen over de eindgebruikerstarieven van kabelexploitanten. De Commissie verwacht dat Nederlandse kabelexploitanten toenemende concurrentiedruk zullen ervaren van nieuwe commerciële aanbiedingen van concurrerende diensten, zoals satelliet, digital aardse TV en radio, en TV over breedband telefoonlijnen.

De Commissie heeft ook de proportionaliteit van het voorstel van OPTA om prijsregulering op te leggen in de retailmarkt in twijfel getrokken. Het Europees regelgevend kader voor elektronische communicatie vereist dat toezichthouders aanhoudend marktfalen alleen ter hand nemen door het opleggen van regulering, wanneer mededingingsrecht ontoereikend is om het marktprobleem op te lossen. Verder dient regulering in de eerste plaats op wholesaleniveau te worden opgelegd en op retailniveau slechts als laatste oplossing.

In het licht van de ernstige twijfels van de Commissie en de vrijwillige overeenkomst van de kabelexploitanten om hun prijzen te bevriezen, heeft OPTA haar ontwerpmaatregelen aangepast door de reguleringsperiode terug te brengen tot één jaar en door prijsregulering weg te nemen. Omdat dit tegemoet kwam aan de ernstige twijfels van de Commissie, heeft de Commissie vandaag een brief verstuurd waarin de nu gekozen benadering van OPTA wordt goedgekeurd. Tegelijkertijd verzoekt de Commissie OPTA om nauwlettend de ontwikkelingen in de markt te monitoren in het licht van verdere technologische en commerciële ontwikkelingen gedurende 2006.

Achtergrond:

Op 3 oktober 2005 heeft OPTA, zoals vereist op grond van het Europees regelgevend kader voor elektronische communicatie, bij de Commissie een ontwerpmaatregel ter kennis gebracht inzake de retailmarkten voor de doorgifte en verzorging van vrij toegankelijke radio- en televisiepakketten ("RTV") via de kabel in de respectievelijke verzorgingsgebieden van UPC, Essent en Casema in Nederland. Deze markten worden niet genoemd in de Bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie betreffende relevante markten die aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen ("de Aanbeveling").

Kabel is op dit moment het voornaamste middel van transmissie en ontvangst van RTV diensten in Nederland: in 2004, met 6,2 miljoen abonnees, werd kabel door meer dan 90% van de bevolking gebruikt. De drie grote kabelbedrijven bereiken 85% van alle kabelabonnees, met respectievelijk 37% (UPC), 27% (Essent) en 21% (Casema) van de kabelabonnees. Gebaseerd op de verwachte marktontwikkelingen uit het Dialogic rapport, vertegenwoordigt satelliet op dit moment (2005) 10,7% van de eindgebruikers (kijkers), en andere alternatieve infrastructuren, zoals analoge en digitale aardse televisie en IP-TV gezamenlijk ongeveer 3,5%.

In haar kennisgeving concludeert OPTA dat de retailmarkten niet concurrerend zijn , dat alle drie kabelexploitanten beschikken over aanmerkelijke marktmacht ("AMM") op hun netwerken en dat deze markten onderworpen zouden moeten worden aan regelgeving ex ante. OPTA heeft voorgesteld om retailregulering op te leggen die voornamelijk zou bestaan uit een price-cap voor de eindgebruikerstarieven van de kabelexploitanten en voorts uit een kostenoriëntatieverplichting voor transmissie (d.w.z. geen content).

Op 3 november 2005 heeft de Commissie "ernstige twijfels" geuit en overwogen dat de door OPTA afgebakende markten niet voldeden aan de drie cumulatieve criteria uit de Aanbeveling: (1) aanwezigheid van hoge toegangsbelemmeringen van niet voorbijgaande aard, (2) een marktstructuur die niet neigt naar daadwerkelijke mededinging binnen een relevante tijdshorizon en (3) onbekwaamheid van mededingingsrecht alleen om de betreffende marktverstoring(en) voldoende te verhelpen.

De Commissie heeft derden verzocht hun zienswijze op deze kwestie in te dienen. Op 12 december 2005, volgend op de toezegging van UPC, Essent en Casema om hun eindgebruikerstarieven in 2006 niet te verhogen, heeft OPTA haar ontwerpmaatregelen als volgt aangepast:
* De reguleringsperiode is verkort van drie jaar naar één jaar.
* Gedurende dit jaar zal OPTA niet ingrijpen in de eindgebruikerstarieven onder de voorwaarde dat verhogingen van de eindgebruikerstarieven van UPC, Essent en Casema de consumenten prijs index ("CPI") niet zullen overschrijden .
* OPTA zal toezien op de bovenstaande voorwaarde en elke inbreuk zal worden beschouwd als een uitzonderlijke omstandigheid als bedoeld in Artikel 7(6) van de Kaderrichtlijn.

* OPTA zal de omroepmarkten in Nederland in 2006 monitoren en als dit noodzakelijk wordt geacht zal OPTA nieuwe beslissingen nemen inzake de betrokken markten voor de jaren 2007 en verder. Deze ontwerpmaatregelen zullen overeenkomstig Artikel 7(3) van de Kaderrichtlijn ter kennis worden gebracht. Verder heeft OPTA de intentie uitgesproken om voor het vervolg samen te werken met de Commissie om administratieve vertragingen en lasten te beperken voor zowel derden als OPTA en de Commissie.
* De eis van ontbundeling blijft gehandhaafd, de aangepaste transparantieverplichting strekt tot de bekendmaking van informatie met betrekking tot het niveau en de samenstelling van het eindgebruikerstarief, waaruit duidelijk blijkt welk deel van het eindgebruikerstarief ziet op de transmissiedienst.

Meer informatie over deze procedure:

http://europa.eu.int/information_society/policy/ecomm/article_7/index_ en.htm
Inzake de procedure van Artikel 7:

MEMO/05/255.
Dialogic Rapport:

http://www.opta.nl/download/Dialogicreport.pdf
---

Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit - ("OPTA")

UPC Nederland B.V. ("UPC"); Essent Kabelcom B.V. ("Essent"); Casema N.V. ("Casema").

Iedere aanbieder is een monopolist op zijn netwerk (100% marktaandeel); moeilijk te repliceren infrastructuur, gebrek aan potentiële concurrentie van andere technologieën of platforms.