Vereniging Nederlandse Gemeenten

instroom fpu in 2005 fors gestegen

De instroom in de FPU-regeling in de sector overheid en onderwijs is in 2005 gestegen met ruim 10.000 fte van 18.609 (ultimo 2004) naar 28.804 (ultimo 2005). Dit blijkt uit cijfers die de Stichting Vut-fonds Overheidspersoneel dat de FPU-regeling voor overheid en onderwijs uitvoert vandaag presenteert.

Meerdere factoren veroorzaken de grotere instroom. Allereerst demografische ontwikkelingen (grotere instroom vanwege de vergrijzingsgolf), maar dat verklaart niet de hele stijging. Zo maakt bijvoorbeeld een groter dan verwacht aantal 55-jarigen gebruik van de laatste mogelijkheid om nog onder de huidige wet- en regelgeving vervroegd uit te treden. Deze regelgeving verandert immers per 1 januari aanstaande, waardoor deze groep dan pas vanaf 60 jaar kan uittreden. Vanaf 56 jaar verandert er per 1 januari relatief weinig in de FPU-regeling, wat niet heeft kunnen verhinderen dat zeer velen in het laatste kwartaal van 2005 nog gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid van vervroegde uittreding. Daarnaast is er een stijging van het uittreden van mensen met de leeftijd 62-63. Dit is een uitvloeisel van flankerend beleid dat al door het Vut-fonds verwacht werd; met financiële prikkels in de FPU-regeling wordt met toenemend succes het langer dan tot 61 jaar doorwerken gestimuleerd.

Het blijkt dat de instroom in de sector Gemeenten van alle overheidssectoren relatief niet het grootst is. De instroom vanuit de nutsbedrijven en de sector Rijk is aanzienlijk hoger. Desalniettemin is de instroom groter dan het gemiddelde bij overheid en onderwijs. Dit is niet alleen dit jaar het geval geweest, ook eerdere jaren was de instroom vanuit deze sector bovengemiddeld. Het feit dat de instroom dit jaar groter is dan normaal kan worden verklaard door de diverse sociale plannen die binnen gemeenten zijn getroffen onder invloed van financiële taakstellingen. Veel gemeenten bieden oudere werknemers de mogelijkheid om vervroegd uit te treden. Op deze wijze wordt voorkomen dat jongeren moeten worden ontslagen.

Omdat de financiering van het Vut-fonds op omslagbasis geschiedt, dragen alle sectoren van overheid en onderwijs bij aan de hogere kosten. De hogere kosten worden vertaald in de premie. Het VUT-fonds heeft de premie voor 2006 vastgesteld op 4,16%. Op basis van berekeningen bij de onderhandelingen over het hoofdlijnenakkoord FPU was rekening gehouden met een premie van 3,75%. Inmiddels is echter gebleken dat een hogere premie nodig is om de instroom te kunnen financieren.