Persbericht 14 december 2005: Van Ardenne botst met Amerikanen in Hong Kong
Tijdens de WTO-onderhandelingen in Hong Kong blijkt minister Van
Ardenne voor Ontwikkelingssamenwerking het totaal niet eens te zijn
met de officiële vertegenwoordiger van de VS, Portman, wat betreft
voedselhulp. Van Ardenne sprak schande over een advertentietekst van
het World Food Programme in de Financial Times. In de gewraakte
advertentie lijken etende Afrikaanse kinderen op de foto te zeggen:
Donât play with our food. Will WTOâs trade negotiators take the food
out of their mouths? Van Ardenne pleit voor voedselhulp in de vorm van
geld. De Amerikanen daarentegen zien meer in voedselhulp in natura,
d.w.z. producten van Amerikaanse boeren.
FTN kiest voor voedselhulp in vorm van geld
De Food, Trade and Nutrition Coalition (FTN) kiest voor voedselhulp in
de vorm van geld, waarbij de ontvangende landen de vrijheid hebben om
te kiezen in welk land zij het voedsel inkopen, in eigen land of in
een ander land. De Coalitie, die met vertegenwoordigers uit Bolivia,
Brazilië, India, Kenia, Nederland (ICCO en Wemos) en Uganda aanwezig
is in Hong Kong, is tegen het dumpen van landbouwoverschotten op de
markten van ontwikkelingslanden onder de vlag van voedselhulp.
Voedselhulp in de vorm van vrij te besteden geld is een veel betere
oplossing, o.a. omdat met dit geld voedsel kan worden gekocht van de
lokale voedselproducenten wat de lokale markt versterkt. Bovendien
kunnen producten worden gekozen, die beter aansluiten bij de
plaatselijke eetgewoonten en vindt een besparing op transportkosten
plaats.
De Amerikaanse overheid geeft subsidies aan Amerikaanse bedrijven voor
voedselhulp. Die subsidie kan worden beschouwd als een vorm van
exportsubsidie.
Dit is niet in lijn met de WTO-onderhandelingen in Hong Kong over de
afschaffing van exportsubsidies. Exportsubsidies werken namelijk
marktverstorend.
De FTN-coalitie volgt de onderhandelingen hierover op de voet.
---
Stichting Wemos